“Tegen zomer een nieuwe vennootschapswet”

op 16 februari 2017 09:59 Het Belang van Limburg

Tegen de paasvakantie wil ik klaar zijn met de teksten over de nieuwe vennootschapswet. Dan volgt de bespreking binnen de regering, en dan hoop ik dat dat document tegen de zomer voor nazicht naar de Raad van State kan.” Dat zegt minister van Justitie Koen Geens. De CD&V-excellentie gaf dinsdagavond tekst en uitleg voor een groep ondernemers van VKW Limburg.

Als minister van Justitie werkt Koen Geens al ruim twee jaar aan een actualisering van ons rechtssyteem en onze wetgeving. Na het Justitieplan en de zogenaamde potpourri-wetten is nu een diepgaande vernieuwing van onze basiswetgeving aan de orde. Het nieuwe vennootschapsrecht vormt daar een wezenlijk onderdeel van. “Ik wil dat veel competitiever maken, voor onze eigen ondernemers en voor hun collega's in het buitenland. Ik wil dat zij makkelijker voor België als vestigingsplaats zullen kiezen, en niet voor Nederland, waar het vennootschapsrecht populair is vanwege zijn eenvoud”, zegt de minister.

Wat scheelt er aan het huidige vennootschapsrecht?

“Wij zitten met een zwaar opgetuigd vennootschapsrecht. Het is een auto met veel toeters en bellen, maar waarvan je moeilijk het stuur vindt. En dat terwijl de meeste ondernemers gewoon een eenvoudige auto nodig hebben.”

U wil de huidige 17 vennootschapsvormen vereenvoudigen naar vier categorieën?

“Klopt. Maar ik zeg u duidelijk: we gaan geen dramatische hervormingen doorvoeren. Wie vandaag in vorm X bestaat, mag dat blijven. Pas als de onderneming stopt, zal die rechtsvorm ophouden te bestaan.”

Een van de bekommernissen van VKW Limburg zijn de fiscale en juridische obstakels die de familiale overdracht van familiebedrijven bemoeilijken?

“Klopt. Om die reden wil ik samen met de meerderheid het erfrecht hervormen. Die teksten zijn dinsdag voor nazicht naar de Raad van State gestuurd. De baseline is dat iedereen, mits onderlinge toestemming, de erfenis vrijer kan regelen. Die wetgeving wordt dus veel soepeler, want vandaag is die ingewikkelder dan Publifin en Publipart samen. Maar in het vennootschapsrecht stellen we ook versoepelingen voor, daar wordt onder andere het meervoudig stemrecht in opgenomen. Als één van de drie kinderen het bedrijf van hun vader wil voortzetten en de twee andere niet geïnteresseerd zijn, krijgt die nieuwe bedrijfsleider meervoudig stemrecht, ook al hebben de drie kinderen evenveel aandelen in handen.”

Hoe is de sfeer binnen de regering?

“De sfeer is zeer goed en veel beter dan dat ze op bepaalde momenten was.”

Heeft dat iets te maken met de recente goede economische vooruitzichten waardoor de begrotingscontrole volgende maand makkelijker dan ooit lijkt te worden. Immers, er zou maar 400 miljoen euro moeten worden gevonden?

“Ja, die vooruitzichten zijn een meevaller. Dat geef ik toe. Maar ik spreek me niet uit over cijfers. Daarvoor wacht ik eerst op het huiswerk van het monitoringcomité. Dat zou tegen 9 maart klaar moeten zijn. Och, deze regering heeft hard tegen de wind in geroeid. Denk aan de taxshift, de loonlastenverlaging, werkbaar en wendbaar werk, de terreurcrisis, de hervorming van de pensioenen… Deze regering mag daarvoor wel eens worden beloond, hé.”

Het ideale moment dus om de forcing te voeren over de verlaging van de vennootschapsbelasting en de meerwaardetaks?

“Kijk, ik ben absoluut voor een hervorming van de vennootschapsbelasting. Maar tijdens de regeringsvorming in 2014 was dat enkel voor de CD&V belangrijk, en zodoende is die niet in het regeerakkoord opgenomen. Het zou dan ook te gek zijn dat we nu niet rustig de tijd zouden nemen om deze hervorming voor te bereiden. We hebben de voorbije jaren te hard gewerkt om ons hierover in de voet te schieten.”

Hoe is de verstandhouding met uw opvolger als minister van Financiën, Johan van Overtveldt (N-VA)?

“Net als ik is Johan een rustig man. En net als ik is de koers ook zijn passie. We spreken dus geregeld over het wielrennen, en over financiën natuurlijk.”

Noem eens één dossier dat u in deze regering wil gerealiseerd zien.

“Ik hoop echt twee tot drie nieuwe wetboeken erdoor te krijgen. En met vier zou ik heel gelukkig zijn.”

Yves LAMBRIX en Dominiek CLAES