BOM-wetgeving krijgt uitbreiding

op 04 juli 2016 05:00 De Standaard

Al in het regeerakkoord van 2014 is er sprake van een update van de regels ter zake. De terreurdreiging en -aanslagen van de afgelopen maanden hebben ertoe geleid dat er vaart achter is gezet.

Speurders nemen bij een huiszoeking in het kader van terrorisme - en zo zijn er de afgelopen maanden veel geweest - bijna altijd telefoons en computers mee. Die bevatten informatie over het netwerk van de terreurverdachten.

De Facebook-app openen op een telefoon van een terreurverdachte is dus een zéér voor de hand liggende onderzoeksdaad. Maar door de achterhaalde regels over de opsporingsmethoden is dat toch ontzettend complex: een smartphone staat gewoonlijk in verbinding met het internet, en zodra pakweg WhatsApp wordt geopend om dieper te graven, is er volgens de wet sprake van een 'netwerkzoeking'. Daarvoor moet een onderzoeksrechter toestemming geven.

Tragere onderzoeken

Die verouderde manier van werken leidt tot tragere onderzoeken en onduidelijkheid voor de politie. Mag je als politieagent zomaar zitten neuzen in een computer die in beslag is genomen? Wat mag het parket doen? En wanneer moet een onderzoeksrechter zijn zegen geven?

Tegen het einde van het jaar moet dat een pak duidelijker zijn. De ministerraad keurde vorige week verschillende aanpassingen goed die minister van Justitie Koen Geens (CD&V) wil doorvoeren. In het najaar moeten die in de praktijk zijn omgezet.

Daarmee komt er eindelijk een update naar de eenentwintigste eeuw van de regels over afluisteren van gesprekken via apps (zoals WhatsApp of Skype) en de hacking van computers en andere internetapparatuur. Bij hacking wordt het ook eenvoudiger om informatie te kopiëren.

'Als een verdachte bijvoorbeeld zijn Dropbox-account (een online harde schijf, red.) heeft beveiligd met een wachtwoord, zal er wel nog altijd een onderzoeksrechter toestemming moeten geven om die code te kraken', zegt de woordvoerster van minister Geens. 'De privacy blijft voldoende beschermd. Het evenwicht tussen het recht op privacy en goeie instrumenten voor de speurders is gevonden.'

De toelating om een smartphone of computer te doorzoeken verloopt ook nog altijd volgens een getrapt systeem. Een politieman zal niet zomaar op eigen houtje mogen beslissen om in een smartphone rond te neuzen die hij heeft aangetroffen.

Langer observeren

Tegelijk verandert ook een en ander aan de speelruimte die de speurders hebben in de echte wereld, meer bepaald rond het stiekem binnendringen van woningen en andere privéruimtes. In de gerechtelijke wereld heet zoiets een 'inkijkoperatie', en dat valt vrij letterlijk te nemen: veel meer dan gewoon rondkijken mag de politie niet doen. Wanneer ze op een gesloten kast of een safe stoten, mogen ze die niet (proberen te) openen. Maar dat verandert nu dus.

Speurders mogen ook voorwerpen meenemen, tenminste als ze daar het onderzoek niet mee in het gedrang brengen. En de termijn voor observaties - zeg maar het schaduwen van een verdachte persoon - wordt verlengd van een naar drie maanden. 'Dat moet de administratieve werklast verminderen', luidt de verklaring.