Parlementaire vragen in de commissie Justitie

le mercredi 13 janvier 2016 00:00 Questions au Parlement

Vraag van mevrouw Sonja Becq (CD&V) over de de familiale bewindvoering.

ANTWOORD

Heel wat burgers en verenigingen hebben mij reeds aangeschreven omtrent de problemen die de toepassing van de nieuwe wetgeving met zich meebrengt. De problematiek die in deze open brief wordt aangekaart, is mij dus bekend.

In navolging daarvan heb ik de Hoge Raad voor de Justitie deze bezorgdheden overgemaakt in december van vorig jaar. De Hoge Raad bevestigde mij deze verder te zullen bespreken op de eerstvolgende vergadering van de advies- en onderzoekscommissie.

Zoals ik in mijn beleidsnota van 2015 reeds heb aangekondigd, zet ik volop in op de verbetering en de goede uitvoering van de wet van 17 maart 2013. Vanuit de praktijk werden een aantal suggesties geformuleerd om de werking van de wet in het licht van de geest ervan te verbeteren. Deze suggesties worden momenteel onderzocht en zullen in wetgevend werk worden opgenomen, zodat de wet beter afgestemd raakt op de praktijk, zonder te raken aan de geest ervan. Een evaluatie is in feite dus reeds aan de gang. Het lijkt me bijgevolg niet nodig de in de wet voorziene evaluatie te vervroegen.

Op dit ogenblik wordt er in overleg met al de betrokken actoren ook gewerkt aan een aantal Koninklijke Besluiten die de uitvoering van de wet beogen te verbeteren, zoals het koninklijk besluit met betrekking tot de kosten en erelonen van bewindvoerders.

Er wordt tevens nagedacht over een verplichte opleiding voor magistraten.

Om het onthaal en de begeleiding van de kwetsbare personen te verbeteren, wordt de website van de FOD justitie momenteel gebruiksvriendelijker gemaakt. Aan de hand van vragen & antwoorden wordt er uitgelegd welke beschermingsmaatregelen er bestaan, hoe die werken, hoe een rechterlijke bescherming kan aangevraagd worden, ….

Ook een informatiebrochure opgesteld door de Koning Boudewijnstichting en de FOD justitie is beschikbaar op de website. Deze brochure wordt ook via andere kanalen verspreid.

Wat de kwaliteit van de bewindvoerders betreft, heb ik reeds eerder aangegeven dat ik graag in overleg met de Gemeenschappen en alle betrokken actoren een gepaste omkadering wens uit te werken voor de uitvoering van de functie van bewindvoerder. Overeenkomstig artikel 497/1 B.W. kan de Koning de uitoefening van de functie van bewindvoerder immers afhankelijk maken van bepaalde voorwaarden. Er zou eventueel dus voorzien kunnen worden in een verplichte vorming voor de professionele bewindvoerders. Er wordt ook nagedacht over een beter toezicht op de kwaliteit van de bewindvoeringen.

De functie van bewindvoerder wordt ook toegankelijker gemaakt voor niet-professionelen. Zo worden er op de website ook modellen van boekhouding, verslagen, verzoekschriften en van het medisch getuigschrift ter beschikking gesteld. In het kader van de vereenvoudiging van de wet wordt ook nagegaan of er zaken zijn die nog verder kunnen vereenvoudigd worden voor de familiale bewindvoerders.

Wat de standaardisatie van de werkwijze op de griffies betreft na de herschikking van de vredegerechten, kan ik u meedelen dat dit in de eerste fase van de herschikking weinig impact zal hebben, doch vanaf de verdere fases zal er inderdaad efficiënter en eenvormiger gewerkt worden.

Vraag van mevrouw Nahima Lanjri (CD&V) over de dienst Voogdij voor niet begeleide minderjarige vreemdelingen.

ANTWOORD

Midden 2015 beschikte de dienst Voogdij over om en bij de 241 actieve voogden (136 Nederlandstaligen, 105 Franstaligen) wat toen ruimschoots voldoende was om alle niet begeleide minderjarige vreemdelingen een voogd toe te wijzen.

Zoals u weet, is het aantal jongeren echter in de tweede helft van 2015 ongezien toegenomen. Van 2008 tot en met 2014 lag het gemiddeld aantal meldingen van buitenlandse jongeren op 8 per dag. In 2015 is dit snel gestegen naar 15 meldingen per dag en in de laatste maanden van dat jaar naar 40 meldingen per dag.

Mijn diensten hebben dan ook onmiddellijk het aantal voogden via selecties verhoogd en nu zijn er 261 erkende voogden die actief zijn. De selecties voor het erkennen van nieuwe voogden worden stelselmatig en op intensieve wijze verdergezet. Let wel, de kwaliteit van de voogd is essentieel bij de aanwerving en vooraleer voogdijen te mogen opnemen, moet de voogd een vijfdaagse opleiding georganiseerd door de dienst Voogdij volgen.

Ik kan u meedelen dat aan Nederlandse zijde alvast 46 nieuwe voogden deze opleiding volgen en aan Franse zijde een 25 - tal. Dat betekent dat zij op zeer korte termijn ingeschakeld kunnen worden voor het uitoefenen van voogdijen. In de volgende weken zijn nog eens 70 selectiegesprekken en een aantal informatiesessies voor nieuwe kandidaten voorzien.

Ook met de verenigingen waarmee mijn diensten een protocol hebben afgesloten voor het behartigen van voogdijen (Caritas, het Rode Kruis Vlaanderen, Seso en Exil), werd afgesproken dat zij nog meer voogden in dienst zouden nemen. Het aantal voogden dat in dienstverband bij één van deze verenigingen werkt en tezelfdertijd 25 voogdijen per maand uitoefent, is de laatste jaren naar een 16 – tal gestegen en er is voorzien dat zij bijkomend zes voltijdse voogden aanwerven waarvan de kost volledig door de FOD Justitie zal worden gedragen.

De nodige inspanningen worden dus geleverd om in de loop van de volgende weken een deel van de jongeren een voogd toe te wijzen en naargelang de instroom van het aantal nieuwe jongeren en de aanwerving van nieuwe voogden door de dienst Voogdij zal de termijn van aanstelling verschillen.

Tot slot deel ik u mee dat er bijkomend budget aan de dienst Voogdij werd toegekend om de situatie het hoofd te beiden. Meer precies werd op mijn vraag de aanwerving van zes nieuwe personeelsleden voor de Dienst Voogdij en bijkomende werkingsmiddelen voor het betalen van de voogden en tolken met inbegrip voor de werving van professionele voogden door de hoger vernoemde verenigingen, door de Ministerraad in september 2015 goedgekeurd. Er zal moeten worden geëvalueerd op basis van de eindcijfers van 2015 en eventueel de blijvende hoge instroom of bijkomende middelen noodzakelijk zullen zijn.

Voor wat betreft de mogelijkheid tot het cumuleren van de beschermingsprocedures, werd dit door de dienst Voogdij in de loop van 2015 duidelijk meegedeeld aan alle voogden en dit is ook opgenomen in de vijfdaagse opleiding van de nieuwe voogden.