Vandaag keurde de Ministerraad op voorstel van de Minister van Justitie Koen Geens het wetsontwerp tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en van het toezicht op de gevangenissen en houdende diverse bepalingen inzake justitie goed. Dit is het vierde wetsontwerp (de zogenaamde Potpourri’s) van de Minister van Justitie als uitwerking van zijn Justitieplan dat een rechtvaardige en efficiënte justitie beoogt.
Een belangrijk luik binnen dit wetsontwerp betreft de wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden. Gezien het Europees Comité voor Preventie van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing (CPT) ons land reeds geregeld op de vingers heeft getikt om humane detentievoorwaarden te garanderen voor de gedetineerden is het van belang een onafhankelijk toezicht te organiseren op het de gevangenissen. In het kader van de afgelopen staking werd die eis nogmaals opgeworpen door het CPT.
1. Toezichtsorganen gevangeniswezen naar parlement
Het wetsontwerp komt tegemoet aan wat binnen het regeerakkoord was overeengekomen: de overheveling van de organen van toezicht op de gevangenissen, namelijk de centrale toezichtsraad en de commissies van toezicht, naar het parlement. Momenteel vallen deze toezichtsorganen onder de bevoegdheid van de FOD Justitie, die ze eigenlijk moeten controleren wat betreft de bejegening van gedetineerden in de gevangenis en het penitentiair beleid. De wetgever wenst dat dit toezicht in volledige onafhankelijkheid en transparantie kan gebeuren. De toezichtsorganen, centraal en lokaal, hebben de bevoegdheid klachten van gedetineerden tegen de beslissingen van de gevangenisdirecteurs te behandelen en adviezen te geven omtrent de werking van de gevangenissen.
De raad en de commissies zijn zowel samengesteld uit bepaalde beroepsgroepen (bijv. criminoloog, magistraat, advocaat, arts) als uit burgers die een bijzondere interesse hebben. De nodige middelen zullen voorzien worden, via een parlementaire dotatie, om deze toezichtsraden goed te kunnen laten functioneren. Op centraal niveau zal een vast bureau en een secretariaat worden opgericht met het oog op een professionele sturing en coördinatie.
2. Centraal Register Collectieve Schuldenregelingen
Een ander luik van wetsontwerp uit deze Potpourri IV gaat over de oprichting van een Centraal Register Collectieve Schuldenregelingen. De Orde van De Vlaamse Balies en de Ordre des Barreaux Francophones et Germanophones zorgen voor het beheer van het register. Deze geïnformatiseerde gegevensbank bevat de opvolging en behandeling van de digitale dossiers van collectieve schuldenregeling. Dit zal alle stukken en gegevens bevatten betreffende een procedure van collectieve schuldenregeling en vormt het platform voor de uitwisselingen tussen de rechtbank, de schuldbemiddelaar, de schuldenaar en de schuldeisers. Daarom zullen de betrokkenen, magistraten, griffiers, schuldbemiddelaars en de persoon die onder schuldbemiddeling is gesteld , in het kader van de verwezenlijking van hun wettelijke opdrachten, toegang hebben tot dit elektronisch registers voor die dossiers waarin zij betrokken zijn. Uit respect voor het privéleven mogen deze gegevens nooit bekendgemaakt worden aan derden.
De oprichting van dit register past binnen de informatisering van justitie en zal aanleiding tot een aanzienlijke werklastvermindering voor griffies, schuldbemiddelaars en andere betrokken partijen. Vooral de portkosten, de verzendingsbehandelingen en de archiveringskosten zullen door de elektronische communicatie worden verminderd. Het ontstaan van een centraal elektronisch dossier zal ook voor alle betrokkenen voor een grotere transparantie zorgen wat de persoon onder schuldbemiddeling ten goede komt.
3. Afscherming identiteit politiemensen
Ook de afscherming van de identiteit van politiemensen die behoren tot de speciale eenheden of die onderzoek doen of tussenkomen bij bijzonder zware misdrijven maakt deel uit van Potpourri IV. Het gaat hier over gespecialiseerde politiemensen die een doelwit kunnen vormen voor risicogroepen en zware criminelen waartegen ze worden ingezet. Deze maatregel geldt naast de bijzondere opsporingsmethoden ook voor operaties van de federale politie als:
- De bijzondere opdrachten van bewaking en interventie
- Het beheer van de centrale technische interceptiefaciliteiten van de telecommunicatie
- De gespecialiseerde ondersteuning van de bestuurlijke politie.
De persoonlijke identiteit van de betrokken politiemensen worden gelinkt aan een beschermingscode. Ook leden van de politiediensten die tot de administratieve en logistieke kaders (boekhouders, ICT-specialisten, islamologen) behoren krijgen een dergelijke beschermingscode.
Minister Koen Geens: “Ik ga door met het uitvoeren van het Justitieplan. Dit wetsontwerp bevat dan ook weer tal van bepalingen die verschillende doelgroepen ten goede komen. Voor de gedetineerden garanderen we een rechtvaardige Justitie door duidelijke afspraken te maken over hun rechten én plichten. De commissies van toezicht zullen voortaan binnen het kader van het parlement functioneren. Dat zorgt voor meer transparantie. Ook de oprichting van een Centraal Register Collectieve Schuldenregelingen en een centraal elektronisch dossier zal voor alle betrokkenen voor een grotere transparantie zorgen, wat de persoon onder schuldbemiddeling ten goede komt. Last but not least, wordt ook de anonimiteit van politiemensen gegarandeerd die speuren naar zware criminaliteit en terrorisme. De diensten en soms ook hun families kunnen doelwitten vormen voor de groepen waar ze naar speuren. Hun veiligheid moeten we dan ook verzekeren omdat ze zich dagdagelijks inzetten voor onze veiligheid.”