Pro Deo: Eerlijker en betaalbaarder

le mercredi 31 août 2016 10:30 Communiqués de presse

Met de hervorming van de gerechtsprocedures willen we Justitie rechtvaardiger maken voor de burger. De rechtszoekende dient altijd zijn of haar weg te kunnen vinden naar Justitie en de gang van zaken op een zo eenvoudig mogelijke wijze te kunnen volgen. Het eerlijker en betaalbaarder maken en houden van juridische bijstand (pro Deo) is hierin onontbeerlijk. Vanaf 1 september 2016 treedt het nieuwe systeem van juridische tweedelijnsbijstand in voege.

Dit systeem van juridische tweedelijnsbijstand zal rechtvaardiger worden omdat we er voor zorgen dat wie er écht nood aan heeft, effectief een beroep kan blijven doen op deze hulp, terwijl mensen met voldoende bestaansmiddelen worden uitgesloten. Daarom zal voortaan niet enkel rekening gehouden worden met inkomsten maar met alle bestaansmiddelen, zoals inkomsten uit arbeid, roerende goederen en spaargelden.

Aan gebruikers van het systeem zal een bescheiden bijdrage worden gevraagd van maximaal 50 euro. Deze bijdrage beoogt de begunstigde te responsabiliseren bij zijn keuze om een geschillenprocedure te voeren, bijvoorbeeld wanneer de kansen op succes van de procedure onbestaande zijn. Er worden vrijstellingen bepaald die moeten vermijden dat de toegang tot justitie wordt belemmerd.

De nomenclatuur betreffende de vergoeding voor pro Deo-advocaten was dringend aan herziening toe want niet meer aangepast sinds 2008. De minister heeft zich bij de aanpassing gespiegeld aan de toepassing van de nomenclatuur voor de toekenning van vergoedingen bij medische prestaties. De nomenclatuur die het aantal punten bepaalt, en dus ook de vergoedingen van de advocaten, wordt hervormd. Na grondig onderzoek uitgevoerd door de Ordes van advocaten sluit de minister zich graag aan bij hun conclusie om deze vergoeding beter te laten aansluiten op de huidige reële tijdsbesteding door de advocaat. Advocaten zullen in de toekomst ook strenger gecontroleerd worden op het aantal punten dat ze voor het gedane werk krijgen.

De minister blijft verder inzetten op de keuze bemiddeling. Er worden meer punten toegekend wij geslaagde bemiddeling volgt en dus geen gerechtelijke procedure. Dit stimuleert de advocaten om bemiddeling aan te wenden én te doen slagen. Bij vreemdelingenzaken dalen de punten. In bepaalde gevallen waarin de advocaat, bij gelijkaardige prestaties, geen betekenisvolle nieuwe elementen heeft aangebracht, worden de punten voor elke nieuwe gelijkaardige prestatie tot een minimum herleid. Ook ongegronde beroepen bij die zaken zullen geen punten meer opleveren. Dit is een verderzetting van het Justitieplan om te vertrouwen op wat in eerste aanleg wordt beslist door de rechter en niet nodeloos in beroep te gaan.

De Minister garandeert bovendien dat de waarde van een punt in de toekomst niet zal dalen. Integendeel is het zijn verwachting dat via de bijkomende financiering van het Fonds voor Juridische Tweedelijnsbijstand (zie verder) de waarde van het punt juist zal stijgen.

Er volgt een evaluatie van het nieuwe puntensysteem in het derde jaar na het jaar waarin het in voege trad.

Om een correcte vergoeding van advocaten te kunnen verzekeren gaat het budget voor “pro Deo” omhoog van 71 miljoen euro naar 74 miljoen euro, met de bedoeling om dit de komende jaren duurzaam en stapsgewijs op te krikken. Er wordt een Fonds voor Juridische Tweedelijnsbijstand in het vooruitzicht gesteld met het oog op bijkomende financiering. Om juridisch-technische redenen kan dit Fonds nog niet starten op 1 september eerstkomend.

Het nieuwe systeem van juridische bijstand start op de eerste dag van het nieuwe gerechtelijke jaar: 1 september 2016.

Vertegenwoordigers van de Ordes van advocaten hebben actief meegewerkt aan deze hervorming.

Quote Koen Geens:

“Ik ben blij dat ik samen met de ordes van advocaten een hervorming van het puntensysteem heb kunnen realiseren. Samen zorgen wij ervoor dat de toegang tot justitie gegarandeerd blijft, ook voor kwetsbare groepen. Er zijn meer specifieke opdelingen waardoor de toekenning van punten beter aansluit op de concreet geleverde prestaties en de tijdsbesteding door de advocaat. In bepaalde gevallen waarin de advocaat, bij gelijkaardige prestaties, geen betekenisvolle nieuwe elementen heeft aangebracht, worden de punten voor elke nieuwe gelijkaardige prestatie tot een minimum herleid. Dat zal van toepassing zijn op vreemdelingenzaken. Ook ongegronde beroepen bij die zaken zullen geen punten meer opleveren. Maar er zijn ook zaken waar meer punten worden toegekend zoals een geslaagde bemiddeling. Dit stimuleert de advocaten om bemiddeling aan te wenden én te doen slagen.”