Een tweede kans voor ondernemers die failliet gaan: focus op preventie

le jeudi 13 juillet 2017 10:41 Persbericht

Een tweede kans voor ondernemers die failliet gaan: focus op preventie

De hervorming van de nieuwe wetboeken gaat met rasse schreden vooruit. Vandaag behandelt de plenaire zitting van het parlement het wetsontwerp insolventie.

Uit cijfers van Graydon blijkt dat er de eerste helft van dit jaar 5731 zaken failliet gingen. Dat gaat van bouwondernemingen, horeca, tot reclamebureaus enzovoort. Een stijgende trend is waar te nemen bij de oudere ondernemingen. Zij bereiden zich soms niet goed voor op de toekomst of een overname. Het is dan bijzonder jammer dat die ondernemingen niet meer kunnen voortdoen. Dit jaar zijn er door faillissementen 10976 verloren gegaan.

Wie vandaag in moeilijk vaarwater komt met zijn onderneming moet beroep doen op procedures die in verschillende wetten zijn opgenomen. Door één wet te creëren zet de Minister van Justitie in op meer overlevingskansen voor alle ondernemingen in moeilijkheden en wil hij het ondernemerschap blijven stimuleren voor wie al eens in failliet is gegaan. Het kan immers iedereen overkomen zoals blijkt uit de cijfers hierboven.

De belangrijkste krijtlijnen uit het wetsontwerp:

1. Vrije beroepen zullen ook kunnen genieten van de voordelen van een insolventieprocedure

Ook de beoefenaars van vrije beroepen hebben, zoals alle andere ondernemers, recht op de openstelling van de gepaste instrumenten voor het geval dat zij in financiële moeilijkheden komen. Het insolventierecht moet meer dan ooit ook voor hen een vangnet zijn, een reddingsboei voor het geval dat het niet loopt zoals verwacht. Net als alle ondernemers krijgen de vrije beroepen nu ook de mogelijkheid om hun onderneming of samenwerkingsstructuur op een ordentelijke wijze aan te passen, te laten beschermen of te laten ophouden, met respect voor de eigenheid van het vrij beroep. Zo kunnen in de toekomst niet alleen handelaren, maar ook vrije beroepen, landbouwentiteiten, vzw’s en alle natuurlijke personen met een zelfstandige beroepsactiviteit failliet gaan.

2. Inzetten op een tweede kans

Ondernemers nemen risico’s. Een faillissement betekent niet altijd dat de ondernemer slecht bestuurd heeft. Vandaar dat de ondernemer niet mag worden gestigmatiseerd. Integendeel. Om het ondernemerschap te blijven stimuleren en in te zetten op de tweede kans zal wie in faillissementsprocedure zit opnieuw kunnen starten met een onderneming. Zo moet de ondernemer niet meer wachten tot het einde van de afwikkeling van het lopende faillissement. De schulden die niet kunnen worden terugbetaald kunnen binnen dat faillissement kwijtgescholden worden aan de natuurlijke persoon, enkel na akkoord van de rechter.

3. Stimuleren minnelijk akkoord

Vandaag is een minnelijk akkoord niet aantrekkelijk omdat de betalingen die in het kader van dit akkoord tussen de schuldenaar en de schuldeiser gebeuren, achteraf bij een eventueel faillissement kunnen worden teruggevorderd. Of nog, de schuldenaar voert het akkoord simpelweg niet uit en de schuldeiser heeft geen enkele mogelijkheid om dit akkoord af te dwingen.
Deze situatie creëert veel onzekerheid bij de schuldeiser en maakt dat er zeer weinig voor deze oplossing wordt gekozen. Het vernieuwd minnelijk akkoord verzekert de schuldeiser dat de betalingen die hij ontvangt kan behouden. Ook wordt de mogelijkheid gegeven om dit akkoord uitvoerbare kracht te geven, wat betekent dat de schuldeiser, bij stilzitten van de schuldenaar, het akkoord voor de rechtbank kan afdwingen. Nieuw is ook dat de schuldenaar die in moeilijke papieren zit maar die zelf niet in staat is om orde op zaken te stellen, een beroep kan doen op een ondernemingsbemiddelaar die de schuldenaar kan bijstaan bij het opstellen van een akkoord met de schuldeisers. Deze maatregelen maken dat de onderneming in moeilijkheden heel snel in haar situatie kan ingrijpen en een doorstart kan maken tegen een zeer lage prijs.

4. Centraal register solvabiliteit

Men zal zich niet langer moeten verplaatsen naar de griffie van de rechtbank om een faillissementsdossier neer te leggen. Zowel de rechtbanken van koophandel, de griffiers, de rechters in handelszaken en de curatoren vragen al jaren naar een geïnformatiseerde faillissementsprocedure. Alle mogelijke schuldeisers, bijvoorbeeld banken, werknemers, leveranciers, kortom iemand die geld moet krijgen van een onderneming hebben belang bij deze digitale procedure. Ook voor curatoren (advocaten) en griffies van de rechtbanken betekent dit dat ze niet onnodig betrokken worden in een papiermolen. De faillissementsprocedure wordt hierdoor efficiënter afgehandeld. De papiermolen komt tot stilstand.

Koen Geens: “Ondernemen kan risicovol zijn. Wij moeten duidelijke en eenvoudige regels opstellen om ondernemingen optimale slaagkansen te geven. Ook als ondernemingen in moeilijk vaarwater komen is het van belang er voor te zorgen dat ze kunnen voortdoen. Indien dat toch niet lukt moeten we ze helpen op een zo goed mogelijke manier de onderneming af te sluiten.”