Reactie van Minister van Justitie Koen Geens op voordracht Franstalige topmagistrate

le mercredi 20 février 2019 15:41 Communiqués de presse

De FOD justitie heeft de Minister steeds geadviseerd van een beginsel dat er taalevenwicht en -opvolging is tussen de Eerste Voorzitter van het Hof van Beroep en de Procureur Generaal (PG) van Brussel, telkens voor periodes van 10 jaar. Dit beginsel is in de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken van 1935 en in het artikel 259quater,§6 in het Gerechtelijk Wetboek bekrachtigd, bijvoorbeeld indien het mandaat tijdens de eerste of tweede termijn van vijf jaar wordt onderbroken. Zo moet iemand die overlijdt tijdens zijn mandaat opgevolgd worden door iemand van dezelfde taalrol.

Omdat Franstalig Eerste Voorzitter Maes zijn mandaat niet wenste te verlengen kwam dit taalevenwicht in het gedrang. De Nederlandstalige Procureur Generaal wenste zijn mandaat immers wel te verlengen voor een tweede termijn. Dus werd beslist een Franstalige vacature voor Eerste Voorzitter uit schrijven. De inmiddels als Eerste Voorzitter voorgedragen magistrate heeft slechts een periode van 5 jaar voor de boeg omdat zij dan verplicht moet opgevolgd worden door een Nederlandstalige Eerste Voorzitter. Op datzelfde ogenblik zal de PG worden opgevolgd door een Franstalige magistraat.

De voordrachten gebeuren volstrekt autonoom door de Hoge Raad voor de Justitie, in dit geval door de Franstalige benoemingscommissie. Er geldt geen wettelijke tweetaligheidsvoorwaarde. De als Eerste voorzitter voorgedragen magistrate is voorgedragen onder voorwaarde dat ze de Nederlandse taal beter zou aanleren, en ze heeft zich daartoe geëngageerd.

De Minister betreurt dat er geciteerd wordt uit brieven van magistraten aan zijn ambt. De Minister heeft de adviezen van zijn administratie gedeeld met het kabinet van de Premier en het kabinet van de Vice-premier en Minister van Binnenlandse Zaken, en een verklarende nota overgemaakt aan de top van de Regering.

Anders handelen in dit geval zou betekend hebben dat het taalevenwicht in het Hof van Beroep te Brussel zou verbroken geweest zijn. De Minister wijst er nog op dat er een vergelijkbaar taalevenwicht is tussen de Federaal Procureur en de Procureur Generaal te Brussel. Binnen vijf jaar zullen zij na een ambtsuitoefening van 10 jaar worden opgevolgd, de eerste door een Nederlandstalige, de tweede door een Franstalige.

De Minister beschouwt het incident hiermee als gesloten.