Vraag van Jessika Soors aan Koen Geens over "De dreiging van extreemrechts"

le jeudi 25 juin 2020 20:00 Questions au Parlement

Jessika Soors (Ecolo-Groen): Het is een

akelig déjà vu dat de aanhang van het extremisme

groeit en dat we lezen dat volgers worden

opgeroepen om zich voor te bereiden op de fysieke

strijd en zich daartoe te bewapenen. Alleen is dit

niet 2012, toen we te maken kregen met de jihadi's

die naar Syrië en Irak trokken, maar het gaat om

2020 en de toenemende dreiging van

extreemrechts.

Volgens een Europolrapport heeft extreemrechts

het afgelopen jaar de meeste pogingen tot

aanslagen in Europa op zijn conto. In België wordt

85 % van de extreemrechtse organisaties aan

Vlaanderen gelinkt. Bij de politie staan

3.000 personen bekend om rechts-extremisme.

De veiligheidsdiensten moeten deze zoveelste

dreiging in goede banen proberen te leiden, terwijl

zij al jaren op hun tandvlees zitten. De lokale

integrale veiligheidscellen hebben daarvoor niet de
instrumenten. Leerkrachten en eerstelijnswerkers
weten niet hoe te reageren op extreemrechtse
jongeren.
Deelt de minister de analyse van Europol dat
extreemrechts vandaag de grootste dreiging voor
onze nationale veiligheid is? Zal hij meer middelen
toewijzen aan de veiligheidsdiensten? Zal hij, zoals
in het verleden bij Syriëstrijders, ook hiervoor
middelen toekennen aan projecten en lokale
overheden?

Minister Koen Geens (Nederlands): Het
rapport van Europol is geen verrassing, want de
Belgische inlichtingendiensten en het OCAD wezen
eerder al op die extreemrechtse dreiging.
Blijkbaar meent mevrouw Soors dat ik die dreiging
te licht opvat. Het verbaast me dat Ecolo-Groen om
een verstrakking van de terreurwetgeving vraagt.
Die is nu al bijzonder streng, iets waarvan
mevrouw Soors in het verleden niet altijd een groot
voorstander was.
Opleiding en zelfopleiding met het oog op het
plegen van terroristische aanslagen zijn vandaag al
strafbaar. Ik sta open voor verfijningen, maar ik wil
dan wel graag weten om welke het moet gaan. Wij
volgen alle extremisten maximaal op via de
gemeenschappelijke gegevensbank en de lokale
taskforces.
Het ondersteunen van de lokale overheden is een
bevoegdheid van de minister van Binnenlandse
Zaken, terwijl de opvoeding en de opvolging van
geradicaliseerde personen er een is van de
deelstaten.
De interdepartementale provisie, waaruit wij jaren
hebben geput, is in het leven geroepen na de
aanslagen. Vanaf dit jaar wordt ze volledig
geïntegreerd in de genormeerde kredieten.
Ik ben even streng voor extreemrechtse als voor
jihadistische terreur. Er is daarop maar één
antwoord: bijzondere gestrengheid en grote
preventie.