'Als financiënminister kan ik moeilijk doof blijven voor de kritiek van ondernemersorganisaties', stelt Koen Geens. Daarom start hij een overleg op tussen die organisaties en de fiscus. De minister van Financiën kreeg de voorbije maanden bakken kritiek te horen over de werking van de fiscus. Heel wat ondernemers en zelfstandigen vinden, net zoals hun accountants en boekhouders, dat er sprake is van een heksenjacht. "Ik denk dat dat overdreven is", stelt Geens. Toch vindt de minister dat hij moeilijk doof kan blijven voor alle kritiek. "Als er belangrijke ondernemersorganisaties zijn die vinden dat ze een punt hebben, dan wil ik daar naar luisteren. En wil ik mijn administratie de kans geven daar rustig op te reageren. Hopelijk komt daar een betere verstandhouding uit, want zoals het nu loopt, is niet de goede manier."
Wie kritiek heeft, moet dat aan de administratie laten weten. "Want het is heel moeilijk om tegen een perceptie in te gaan. Als de perceptie begint te regeren, is het hek helemaal van de dam." De volgende weken gaat Geens met alle partijen afzonderlijk spreken en ze ook samen rond de tafel brengen. Doel is nog voor de zomer tot een aantal afspraken te komen. "Ik zeg niet dat er een groot pact zal zijn. Dat wil ik op dit moment niet horen. Maar concrete afspraken moeten kunnen helpen de vertrouwensband te herstellen."
De minister benadrukt dat er eerder deze maand een wet gestemd is waarin een faire oplossing werd uitgewerkt voor de zogenaamde monsterboetes. "Wanneer er kennelijk geen kwade trouw in het spel is, wordt de 309 procent boven op de gewone belasting niet toegepast. Daarnaast ga ik een aantal verduidelijkingen opnemen in een rondzendbrief. Daarin wil ik de hele problematiek zo duidelijk mogelijk uiteenzetten waardoor er geen misverstanden meer kunnen ontstaan." Geens merkt wel op dat de monsterboetes al bestonden toen hij in 1977 zelf student was. "Alleen heeft het strikter toepassen van die regels geleid tot veel misverstanden. Die moeten er nu uit."
Er is volgens hem geen reden om zijn administratie terug te fluiten. "Maar een minister en een administratie moeten durven luisteren naar wat de mensen op het terrein ervaren. Laat er echter geen misverstand over bestaan: ik wil niet raken aan een correcte belastingheffing."
Net zoals de fiscus een beetje moet geloven in de goede trouw van de belastingplichtige, moet die laatste volgens de minister ook een beetje geloven in de goede trouw van de fiscus. "Zonder vertrouwen is een samenleving niet werkbaar. Op dit ogenblik is het wantrouwen bij een deel van de ondernemers en hun adviseurs zo groot dat ik daar iets aan wil doen. Ik zou willen dat het gedaan is met het gezeur en men gelooft dat ik er hard aan werk."
Of ondernemers meer respect verdienen van de overheid, zoals vicepremier Alexander De Croo onlangs opmerkte? "Iedereen verdient respect van de overheid. Ondernemers niet meer dan anderen. Maar ook een zeker respect voor de overheid is op zijn plaats."