De belangrijkste compensatie voor het eenheidsstatuut heeft vrijdagochtend groen licht gekregen van de federale regering. Het gaat over de fiscale aftrek voor het zogenaamde sociaal passief. Dat is een financiële buffer die werkgevers kunnen aanleggen om zich te wapenen tegen de stijgende ontslagkosten. De maatregel kost de regering vanaf 2019 jaarlijks 250 miljoen euro.
Sinds 1 januari bouwen arbeiders en bedienden dezelfde opzegrechten op. Daardoor wordt het voor een werkgever goedkoper om een bediende te ontslaan. Een arbeider aan de deur zetten wordt dan weer een pak duurder. Bedrijven met veel arbeiders in dienst zien daardoor hun ontslagkosten oplopen.
Om de pijn te verzachten wordt het voor ondernemingen fiscaal interessant om een reserve aan te leggen voor de stijgende ontslagkosten. Om niet opnieuw een onderscheid te maken tussen arbeiders en bedienden, werd bepaald dat alle bedrijven zo'n 'sociaal passief' kunnen aanleggen.
De compensatie is voor werkgevers een van de belangrijkste elementen uit het compromis over het eenheidsstatuut dat minister van Werk Monica De Coninck hen en de vakbonden begin juli oplegde.
Drie weken loon
Voor een werknemer met meer dan vijf jaar anciënniteit in het nieuwe systeem zullen de werkgevers drie weken loon in mindering van de bedrijfswinst kunnen brengen. Vanaf 20 jaar anciënniteit gaat het nog over één week.
De nieuwe ontslagregeling ging begin dit jaar in, waardoor bedrijven voor het eerst in 2019 van de fiscale aftrek gebruik kunnen maken. De aftrek zal de overheid ongeveer 250 miljoen euro per jaar kosten.
Het was de bedoeling om de regeling al voor nieuwjaar goed te keuren, maar tot ergernis van de werkgevers duurde het tot vandaag vooraleer de knoop werd doorgehakt. De aftrek wordt geplafonneerd op een bruto maandloon van 2.600 euro. Bovendien telt de aftrek slechts voor de volle 100 procent tot 1.500 euro. Tussen 1.500 euro en 2.600 kan 30 procent in rekening worden gebracht.
'Drukken van de kosten'
‘Het eenheidsstatuut voor arbeiders en bedienden is een belangrijke stap vooruit voor ons land, maar heeft belangrijke meerkosten voor de werkgevers’, stelt minister van Financiën Koen Geens. ‘Via deze fiscale regeling kom ik de werkgevers tegemoet en geef ik ze de mogelijkheid de kosten in belangrijke mate te drukken.’
De werkgevers reageren tevreden. ‘Voor de werkgevers is het erg belangrijk dat deze compensatiemaatregel finaal werd goedgekeurd en dat daarover nu duidelijkheid bestaat. Het is eveneens belangrijk dat ook de andere compensatiemaatregelen snel tastbaar worden voor werkgevers’, zegt Bart Buysse, de directeur-generaal van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO). Ook Unizo-topman Karel Van Eetvelt laat zich in die zin uit.
Naast de aftrek voor het sociaal passief kregen de werkgevers immers nog enkele andere compensaties.