De gevangenissen van Brugge en Ittre krijgen elk een aparte afdeling voor risicogedetineerden, die anderen radicaliseren en ophitsen. Dat zegt justitieminister Koen Geens (CD&V) in een interview met deze krant.
Justitie wil het probleem op twee manieren aanpakken. Enerzijds zullen geradicaliseerden zoveel mogelijk verspreid worden over de Belgische gevangenissen en nauwlettend worden opgevolgd. Anderzijds zullen diegenen bij wie niet meteen verbetering in zicht is en die andere gevangenen in hun gedachtegoed mee dreigen te sleuren, naar speciale plaatsen worden overgebracht.
"De gevangenissen van Brugge en Ittre krijgen daarvoor speciale afdelingen", verklaart minister Geens. "Respectievelijk gaat het om 16 en 26 plaatsen. Dat is geen evidente keuze geweest, maar we mogen geen risico nemen dat deze gevangenen anderen blijven ophitsen."
De bijkomende afdelingen zullen, volgens het plan, geen afdelingen 'hoge veiligheid' zijn. Wel zal er personeel werken dat speciaal werd gevormd om aan deradicalisering te doen.
Het 'isoleren' van terreurgevangenen of geradicaliseerde gedetineerden is omstreden. In Nederland, waar gelijkaardige afdelingen bestaan in bijvoorbeeld de gevangenis van Vught, is er vaak kritiek op het gevaar van zo'n concentratie, omdat extremisten er elkaar kunnen ophitsen en netwerken.
"Een aparte terreurafdeling kan soms wel een voordeel bieden", meent Omar Ramadan van het Radical Awareness Network (RAN), een initiatief van de Europese Commissie waarin werkgroepen opereren van mensen uit het gevangeniswezen. "Je voorkomt radicalisering van andere gevangenen. Maar je moet oppassen voor een averechts effect: van zodra gevangenen vatbaar zijn voor deradicalisering, moeten ze teruggeplaatst worden in een algemeen regime. Je mag niet doorslaan in de aanpak van isolering."
Ook moslimconsulenten zullen volgens het actieplan van Justitie een grotere rol krijgen. Minister Geens zegt dat hun aantal zal worden verhoogd van 18 naar 27. Verder zullen geradicaliseerde gevangenen maximaal gescreend worden en komt er bijkomend personeel voor deradicaliseringsinitiatieven.