Een week na de vernietiging van de Belgische wet door het Grondwettelijk Hof heeft minister van Justitie Koen Geens (CD&V) vandaag op een beraad met zijn Europese ambtgenoten een nieuw initiatief rond de opslag van communicatiegegevens bepleit.
"Ik heb sterk aangedrongen om dataretentie en privacy opnieuw op de Europese agenda te zetten", zei Geens na afloop van het beraad in Luxemburg. De minister kreeg naar eigen zeggen steun van een vijftiental collega's, onder wie een aantal zwaargewichten. De Luxemburgse minister, die de komende zes maanden de bijeenkomsten van de Europese justitieministers zal voorzitten, beloofde eveneens werk te maken van het dossier.
Vorige week vernietigde het Grondwettelijk Hof de Belgische wet uit 2013 die telecombedrijven en internetproviders verplicht de communicatiegegevens van hun klanten systematisch een jaar lang bij te houden en politie, gerecht en inlichtingendiensten toegang te verlenen tot die informatie. Het gaat daarbij niet om de inhoud van gesprekken, sms'jes of mails, wel over gecontacteerde nummers en adressen, de duur en locatie van gesprekken, enzovoort.
Evenwicht tussen privacy en gerechtelijk onderzoek
Het arrest bezorgt Geens kopzorgen, maar hij is niet de enige. Ook in Duitsland en Nederland doorstonden gelijkaardige wetten over dataretentie de juridische toets niet. Deze nationale wetten vormen de omzetting van een tien jaar oude Europese richtlijn en die werd vorig jaar ook al werd neergesabeld door het Europese Hof van Justitie, omdat de privacyschending disproportioneel is in verhouding tot het doel om terrorisme en zware misdaad te bestrijden.
Volgens Geens moet nu op Europees niveau dringend gezocht worden naar "een nieuw evenwicht tussen privacy en gerechtelijk onderzoek". "Er zal gedifferentieerd worden in functie van gegevens en personen, maar vooral dat laatste is allesbehalve een evidentie", beseft de minister.