Elke Syriëstrijder krijgt eigen dreigingsanalyse

le jeudi 27 août 2015 16:46 Het Laatste Nieuws

Geradicaliseerde Belgen die naar Syrië of elders vertrekken om er te gaan strijden - of dat van plan zijn - zullen voortaan elk een individueel dreigingsniveau opgeplakt krijgen in een nieuwe, centrale databank. Dat blijkt uit nieuwe richtlijnen van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon en zijn collega van Justitie Koen Geens.

De individuele screening van elke 'foreign terrorist fighter' zal gebeuren door OCAD, het coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse. Vroeger gebeurde zo'n persoonlijke analyse ad hoc al wel eens, voortaan wordt dat systematisch.

Op basis van het opgeplakte dreigingsniveau zullen de lokale autoriteiten weten hoe ze met Syriëstrijders op hun grondgebied aan de slag moeten. "Bij het hoogste dreigingsniveau zal de wijkagent hen bijvoorbeeld echt op de huid zitten", aldus het kabinet-Jambon, zonder verder veel details kwijt te willen.

Uitwisseling van informatie

Dat is meteen ook het doel van de nieuwe omzendbrief, die vandaag nog wordt uitgestuurd en op 1 september van kracht gaat. Ze moet de lokale besturen handvaten aanreiken, de lokale aanpak stroomlijnen én voor een betere uitwisseling van informatie zorgen.

In het verleden kwam er immers kritiek - onder meer van Vilvoords burgemeester Hans Bonte - over het gebrek aan samenwerking tussen de lokale besturen en de hogere overheden. De nieuwe databank is dan ook een belangrijke stap voorwaarts, luidt het bij Jambon.

Centrale databank

Concreet zal de databank gegevens bevatten van al wie naar het buitenland vertrok om zich bij een terreurgroep aan te sluiten, maar ook van de terugkeerders en van al wie er ernstige aanwijzingen bestaan dat ze willen vertrekken. De databank zal gevoed worden door de inlichtingen- en politiediensten en door alle "andere relevante partners". De lokale besturen zullen via hun politiekorpsen toegang krijgen, al zal sommige informatie uiteraard geheim zijn.

Volgens cijfers die de topman van de Staatsveiligheid in mei bekendmaakte, waren er op dat moment minstens 263 landgenoten richting Syrië en Irak vertrokken. Een vijftigtal is intussen overleden, 122 anderen zijn teruggekeerd.