De ministers van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) en Justitie Koen Geens (CD&V) hebben gisteren eerst alle feiten op een rijtje gezet over Ibrahim El Bakraoui, en uiteindelijk hun ontslag aangeboden aan premier Charles Michel (MR). Dat hebben ze gezegd in "Terzake". Ze wilden zo hun volledige politieke verantwoordelijkheid nemen.
Minister Jambon zei dat hij de mededeling van de Turkse president Erdogan verontrustend genoeg vond om te proberen alle feiten op een rijtje te krijgen. Hij heeft daaraan heel de avond gewerkt, samen met de top van de federale politie, en is dan tot de conclusie gekomen dat er toch wel een aantal zaken in zaten waarbij men zich vragen kon stellen.
"Gegeven de situatie waar we nu inzitten, vlak na een ongelooflijke terroristische aanslag", kwam er bij mij toch een gewetensprobleem naar boven", zo zei Jambon, "en de vraag, 'wat doe ik nu best om mijn politieke verantwoordelijkheid te nemen in deze omstandigheden?' Ik heb dan voor mezelf beslist om mijn ontslag te gaan aanbieden aan de eerste minister, en gisterenavond ben ik dan bij de eerste minister geweest om dat te doen."
"Helemaal stuk"
Minister van Justitie Geens zei dat hij gistermorgen "helemaal stuk" zat, maar dat hij gisterenmiddag dan een opsteker gekregen had door naar de Brabanthal te gaan, waar de gestrande passagiers heel enthousiast waren over wat België gedaan heeft.
Vervolgens hoorde hij, vlak voor hij naar de VRT-studio's kwam, over het communiqué van Erdogan, en terwijl collega Jambon zich met de politie bezighield, heeft Geens zich heel de avond met de pers beziggehouden. "Vervolgens heb ik met de politie gesproken, en dan we hebben we, afzonderlijk en samen, lange gesprekken gehad met de premier", zo zei Geens.
Aanbod wel echt?
Het aanbod van het ontslag is op veel manieren te interpreteren, en dat roept de vraag op of het wel echt was, aangezien het een ontslag is dat er geen werd. "Het aanbod was wel degelijk echt", zegt Jambon daarover. "Ik nodig u uit om eens contact op te nemen met mijn medewerkers en de premier en te vragen of dit echt was."
"We zijn geen machines, wij zijn mensen van vlees en bloed, die in deze tijden verpletterende verantwoordelijkheden hebben, en als je dan geconfronteerd wordt met een afloop waar je je een aantal vragen kan bij stellen, - hoe komt het dat die man zo vroeg vrijgekomen is, hoe komt het dat die man zo maar terug kan komen uit Turkije en dat hier niemand hem staat op te wachten om hem gevangen te nemen - dan doet dat iets met een mens."
"Als je daarmee geconfronteerd wordt, dan draag je een politieke verantwoordelijkheid. En ook al is het niet onze schuld, dan stel je je op dat moment vragen en voer je een gewetensonderzoek. En ik ben tot de conclusie gekomen dat ik hier beter de volle politieke verantwoordelijkheid voor neem, en daarom ben ik mijn ontslag gaan aanbieden aan de eerste minister."
"Tijdens een oorlog het veld verlaten"
"En ook de eerste minister is een mens van vlees en bloed", zo zei Jambon, "die een ploeg moet leiden die voor enorme uitdagingen staat. Hij heeft dan ook de afweging gemaakt of die ploeg moet herschikt worden."
"Je bent eigenlijk in oorlog, en je verlaat het veld terwijl de oorlog nog bezig is, en de eerste minister heeft ons ervan overtuigd dat dat geen goede zaak zou zijn. Na rijp beraad zijn we dan op de vraag van de premier ingegaan. Ik weet niet of dat allemaal zo vreemd is", zo besloot Jambon.
Minister Geens zei dat de nervositeit bij de politici en de pers gisteravond zodanig groot was, gelet op het feit dat er zoveel gewonden en doden gevallen zijn, dat wat er gisteravond gebeurd is, geen "fait divers" was. "Wij hebben ons met onze adrenaline verweerd, maar in de ogenblikken daarna heb ik de premier gezegd dat we 'onthecht' zijn. We hebben de premier gezegd dat dit een verschrikkelijke kelk is en dat hij misschien door ons problemen zou krijgen. Het was dus aan hem om over ons lot te beslissen."
"We hebben de premier, als meester van het spel, op het hart gedrukt dat wij hem dienen, maar dat het niet over ons gaat. Het gaat wél over de stabiliteit van de regering en van het land", aldus nog Geens.
Fouten
Over wie er welke fouten gemaakt heeft, beleven de beide ministers op de vlakte, omdat ze de informatie wilden voorbehouden aan het parlement morgen.
Wel wees Geens erop dat Ibrahim El Bakraoui slechts een van de daders was, "en niet de meest ondernemende". Een eventuele aanhouding van Ibrahim, zou de aanslag waarschijnlijk niet verhinderd hebben, zo liet Geens verstaan..
Lisez l'article »