"Dit heeft krassen op mijn ziel gezet"

le samedi 21 mai 2016 15:36 Het Nieuwsblad

Het leek alsof de hele politiek deze week alleen maar rond justitieminister Koen Geens draaide. Boze magistraten, ­stakende cipiers, vakbondsmilitanten die zich ontpopten tot ware hooligans. De CD&V-minister bewaart ondanks alles zijn kalmte. Maar er onbewogen bij blijven? Nee, dat nu ook weer niet. “Het is misschien van een andere orde dan de aanslagen, maar dit heeft mij hard aangegrepen.”

Als waren het plunderende barbaren lieten stakende heethoofden afgelopen dinsdag in de hal van zijn kabinet en het ministerie van Justitie een spoor van vernieling na. Maar wanneer we twee dagen ­later voor dit interview het gebouw binnenstappen, is daar zo goed als niets meer van te merken. Enkel het glas dat nog ontbreekt in een binnendeur herinnert aan de ravage. Justitie maalt zeer traag, maar het kan dus ook anders.

De snelle metamorfose staat wat symbool voor de vastberadenheid - sommigen hebben het over de betweterigheid van een professor - waarmee Koen Geens tewerkgaat. Ondanks de stakende cipiers en de tegenpruttelende magistraten gaat hij recht op zijn doel af. “Geloof mij, als ik nog drie jaar mag voortdoen, zal er tegen dan heel wat ten goede ­veranderd zijn”, sust hij. Maar ook al is de minister overtuigd van de weg die hij wil volgen, er wacht hem nog veel overtuigingswerk. Ook vrijdag kreeg hij de cipiersbonden nog niet aan het werk.

Dit was ongetwijfeld een horrorweek voor u?

“Het was in elk geval zeer intens. Boze magistraten, de situatie in de gevangenissen. Het is alsof ik de hoeder ben van dertig ziekenhuizen waar de ­patiënten voor een tijdje maar minimaal worden verzorgd.

Het is van een heel andere orde dan de aanslagen, maar het heeft mij hard aangegrepen. Het heeft krassen op mijn ziel gezet.”

De hal in uw kabinet werd vernield, de hoogste magistraten vallen u aan, de staking duurt al 3,5 weken en toch lijkt u ijzig kalm te blijven …

“Dat is iets dat je leert. Door je geduld te verliezen, win je ook niet veel. Wie verantwoordelijkheid draagt, moet problemen oplossen. Anders verlies je gezag. Mijn koelbloedigheid is me goed van pas ­gekomen, maar het belet me niet om af en toe duidelijk te zeggen waar het op staat, zoals dinsdag.”

Gaat u de daders vervolgen?

“Ik wacht nog op het rapport van de administratie. Maar het spreekt voor zich dat dit niet door de ­beugel kan. Dit getuigt van een totaal gebrek aan respect. Dit is het hoofdgebouw van Justitie. Licht ga ik daar niet over. Gelukkig zijn onze twee receptionisten (die moesten vluchten en in shock waren, nvdr.) alweer aan het werk. Dat vind ik nog belangrijker dan de materiële schade.”

De staking is nog altijd bezig. De situatie is ­onhoudbaar. Wanneer stopt het?

“Speculeren doe ik niet, zeker niet wanneer er journalisten bij zijn. Ik weet wel waarom deze ­staking nu is uitgebroken, maar het is te delicaat om dat nu te zeggen. Misschien later in een boek. Aan de overbevolking ligt het alvast niet. Die is de laatste twee jaar met 1.000 gevangenen gedaald en zal tegen volgend jaar nog eens met 1.000 zakken. En aan de minder goede infrastructuur ligt het ook niet helemaal, want er wordt ook in moderne ­gevangenissen gestaakt.”

U hoort het niet graag, maar de staking is sterk communautair gekleurd. De Vlaamse ­gevangenissen en vakbonden delen uw visie en hadden al lang een akkoord getekend.

“Er is inderdaad een licht verschillend klimaat, de Waalse gevangenissen zijn dan ook gemiddeld iets ouder en de overbevolking iets groter. Maar daar zijn gemiddeld dan weer meer cipiers per gevangene. Brussel is op de drie punten het minst goed ­bedeeld. Daarom is de nieuwe gevangenis van ­Haren zo belangrijk. Maar vergunningen verkrijgen

voor nieuwe gevangenissen verloopt zo moeilijk dat het investeringen niet eenvoudig maakt.”

Het Franstalig syndicalisme is ook groter. N-VA heeft het over een politieke staking.

“Dit communautariseren is echt niet nuttig. Zo gaan we niet uit de problemen raken. Een federaal minister bewijst met dat soort verklaringen de ­gevangenen geen dienst. Ondertussen krijg ik best steun van mijn collega's van Binnenlandse Zaken en Defensie.”

Los van de oorzaken: de beelden en getuigenissen over de toestand in de gevangenissen zijn mensonterend. Een rechtsstaat onwaardig.

“Het cachot van Vorst bezoeken zonder ontdaan te zijn, is sowieso al moeilijk. Ik betreur de situatie ten zeerste. Het is een collectieve verantwoordelijkheid. Ik moet vooral zien dat het verandert. Op korte termijn. We zijn bij de rijkste landen en hebben heel veel troeven in handen, maar qua investeringen gaan we toch moeten vooruitgaan. Een ­modern land moet daarin investeren.”

Wanneer gevangenen zelf naar de rechter moeten trekken om hun rechten af te dwingen, is het toch al ver gekomen?

“Ja. Er moet daarom in sociaal overleg ook een ­minimale dienstverlening komen. Iedereen weet dat het zover zal komen. Alleen wil ik dat in dialoog doen, omdat dat beter is voor iedereen. Als we onze Europese verplichtingen tegenover gedetineerden willen nakomen, zullen we dat deze regeerperiode zeker moeten invoeren. Dat verschillende rechters de staat al hebben veroordeeld en dwangsommen hebben opgelegd, toont dat ook aan.”

De vele dwangsommen kunnen de overheid een bom geld kosten.

“En toch begrijp ik die beslissingen. De commissie tegen folteringen is hier geweest en heeft foto's ­genomen van de toestand in de gevangenissen, maar ik had dat niet nodig om ervan overtuigd te zijn dat het niet langer kan. Hoeveel die dwangsommen gaan kosten, weet ik niet. Voorlopig is er nog niets uitgekeerd.”

De toestand in de gevangenissen is zorgwekkend. Begrijpt u dan dat er een discussie aan de gang is over België als 'failed state'?

“Ons land is op vele punten een model. De kwalificatie failed state is totaal misplaatst. Kijk naar ­onze gezondheidszorg of ons onderwijs. Een land dat zichzelf zo omschrijft terwijl het ongeëvenaarde kwaliteiten heeft, dat is een land zonder fierheid. (kijkt heel ernstig) Da's erger. Da's veel erger. Wat niet wil zeggen dat alles goed gaat of er geen problemen zijn. Maar we zijn geen failed state.”

Velen zeggen dat er gewoon niet genoeg geld is voor de elementaire taken bij Justitie. Veel ­gebouwen zijn bouwvallig, de informatisering loopt eindeloos achter. Zonder investeringen blijft het dweilen met de kraan open.

“De overheid heeft de voorbije jaren in het algemeen te weinig geïnvesteerd in infrastructuur. Maar meer personeel? Nee, wel beter opgeleide en flexibelere mensen en een moderne infrastructuur. En ondertussen verminder ik de werklast, onder meer door het aantal gerechtszaken te verminderen. En door de overbevolking in de gevangenissen te verminderen, zijn er ook minder cipiers nodig.”

U heeft al gesnoeid in het personeel, nog voor die resultaten er zijn.

“Ik heb ondertussen al veel vacatures ingevuld: zo'n 240 bij de magistratuur en 500 bij het gerechtspersoneel. En er volgt meer. Er is wel nog een probleem van mobiliteit en flexibiliteit. Je hebt wel het recht om op een andere plaats te werken, maar dat opleggen kan niet. Terwijl je veel personeelsproblemen kunt oplossen door te schuiven met mensen. Sommigen werken zich bij Justitie te pletter, anderen zouden best een tandje kunnen bijsteken. Moderne bedrijven werken ook zo. Ik krijg het verwijt een manager te zijn … Mijn heer en god. Justitie beheren als een manager ...Daar zijn we nog lang niet aan toe. Maar we moeten toch geleidelijk de bocht nemen, zonder te bruuskeren.”

Een bocht nemen, lijkt een groot under­statement als je ziet hoe archaïsch alles nog verloopt en hoe het internettijdperk aan het gerecht voorbijgaat. Het zit niet in de 20ste, maar nog in de 19de eeuw.

“De Franse dichter uit de 19de eeuw Paul Verlaine zat na een schietpartij een tijd in de toen gloednieuwe gevangenis van Bergen en schreef naar zijn moeder dat hij nog nooit zo lekker eten had gekregen. Wel, die gevangenis wordt nog ­altijd gebruikt, hé. Veel gebouwen en zelfs een deel van de rechtsregels stammen uit die tijd. Wel, ik wil met Justitie de moderniteit ­ingaan. Dat het strafwetboek dat we herschrijven warm wordt onthaald, vind ik veel belangrijker dan al die akkefietjes rond mij.”

Botst u niet tegen het conservatisme bij het gerecht en een systeem dat tergend traag werkt?

(gedecideerd) “Ja. Ik ken dat systeem. Punt is er wat olie aan te smeren om het beter te doen werken. Dat doe ik gestaag. Ik heb al veel veranderd en er is nog veel op komst. Later zal men moeten toegeven: hier is over nagedacht. Als iedereen bij Justitie wil meehelpen, zal de toekomst rooskleurig zijn. Alleen moeten ze wel mee de bocht nemen. Geloof mij, als ik nog drie jaar mag voortdoen, zal er tegen dan heel wat ten goede veranderd zijn.”

Dreigt u niet de geschiedenis in te gaan als de zoveelste excellentie die zijn tanden heeft stukgebeten op Justitie?

(haalt schouders op) “Och, ik maak me geen zorgen over de geschiedenis. Dat ik met mijn hervormingen mensen tegen de borst stoot, verbaast me niet. Veranderen is nooit leuk.”

En ondertussen krijgen CD&V én de andere ­regeringspartijen klappen in de peilingen.

“Ik zou kunnen zeggen dat de prijzen aan de meet worden uitgedeeld, maar het is nooit leuk natuurlijk. Wat me opvalt is dat vooral de extremen winnen: Vlaams Belang in Vlaanderen en PTB in Wallonië. Als de uitersten meer aanspreken dan wie verantwoordelijkheid neemt ... Laten we elkaar dan maar stevig vasthouden.”

farid el mabrouk en cedric lagast ■