Nationaal congres CD&V-senioren i.k.v. Internationale Dag van de Ouderen

le vendredi 30 septembre 2016 12:56 Nationaal congres CD&V-senioren

Dames en Heren,

Ik ben met heel veel genoegen ingegaan op de uitnodiging van CD&V senioren om voor u hier te spreken over een actueel onderwerp dat ons allen nauw aan het hart ligt. Voor onze partij telt iedere mens, jong en oud. Respect voor en een waardige behandeling van iedereen vormen de bouwstenen van onze samenleving. Iedereen moet op een volwaardige manier kunnen participeren aan deze samenleving. We zijn als partij begaan met mensen, alle mensen.

Het zijn die waarden die ons sterk maken als partij en ons onderscheiden van andere partijen. Ik veroordeel dan ook net als u elke vorm van ouderenmishandeling en deel de overtuiging dat er een halt moet toegeroepen worden.

***

Wat onderscheidt oudermishandeling van ander vormen van geweld en maakt het zo bijzonder moeilijk om het te bestrijden?

Het is vooral de context waarin het plaatsvindt dat het bijzonder zorgwekkend maakt, nl. binnen het gezin, de familie of het zorgnetwerk, terwijl mensen nood hebben aan goede familiale relatie en een stevig sociaal netwerk voor warmte, geruststelling en ondersteuning wanneer het nodig is. De zorgbehoevendheid van ouder wordende mensen maakt hen kwetsbaar en afhankelijk vooral, maar zeker niet uitsluitend, wanneer men thuis blijft wonen. Het is die kwetsbaarheid en die afhankelijkheid die bij ouderenmishandeling wordt misbruikt.

De vormen waarin dit misbruik tot uiting kan komen zijn zeer divers. Het kan gaan om fysieke (lichamelijke) mis(be)handeling, psychisch mis(be)handeling, financieel en materieel misbruik, verwaarlozing, schending van basisrechten, enzovoort. We kennen allemaal wel voorbeelden uit de media of zelfs in onze eigen omgeving.

Van al deze misbruiken bestaan in het algemeen helaas weinig betrouwbare cijfers. Heel wat feiten worden ook niet gemeld, vastgesteld of aangegeven, ingevolge de toestand van afhankelijkheid of de kwetsbaarheid van het slachtoffer. Deze krijgen dan ook geen gevolg.

***

Welke juridische bescherming bestaat er?

In het algemeen bestaan er drie manieren om ouderenmishandeling aan te pakken:

  • Preventief door de autonomie van mensen te versterken, het sociaal netwerk meer te betrekken, te sensibiliseren en bescherming op maat te organiseren;
  • Curatief door snel in te grijpen wanneer het nodig is en slachtoffers op te vangen en goed te begeleiden;
  • Repressief door als samenleving de boodschap te geven dat elke vorm van ouderenmishandeling verwerpelijk is en strafrechtelijk veroordeeld moet worden.

Bovendien moet ik er op wijzen dat dit niet enkel een taak van Justitie is, maar een gedeelde verantwoordelijkheid van alle overheden, ook

de lokale overheden en de Gemeenschappen.

Op het vlak van justitie wordt ingezet op alle drie de niveaus. Het spreekt voor zich dat repressie het laatste middel moet zijn. Ouderenmishandeling moet maximaal worden voorkomen.

***

Op preventief vlak kwam dankzij CD&V in 2013 nieuwe wetgeving tot stand die ervoor moet zorgen dat de autonomie van kwetsbare ouderen nog versterkt wordt zonder de kwetsbaarheid uit het oog te verliezen. Zo kan u vandaag een volmacht geven aan uw kinderen of aan een vertrouwenspersoon die kan blijven doorlopen op een tijdstip waarop u zelf niet meer in staat bent om uw kinderen of de vertrouwenspersoon te controleren of voor het geval u komt te verkeren in dergelijke toestand. Deze volmacht moet geregistreerd worden en bij problemen kan de vrederechter steeds onmiddellijk ingrijpen. Niet iedereen kan deze taak opnemen. Dit alles wordt de buitengerechtelijke bescherming genoemd. Ik wil deze bescherming nog beter kenbaar maken en verbeteren zodat iedere kwetsbare persoon op een veilige en laagdrempelige manier en met betrokkenheid van de familie en de omgeving tegemoet kan komen aan zijn financiële bezorgdheden.

Voor het geval bescherming nodig zou zijn omwille van de zwakke gezondheidstoestand bestaat dankzij CD&V het bewind dat door de vrederechter op maat van elke situatie kan gemaakt worden. Een bewindvoerder beheert uw goederen, kan u bijstaan bij het nemen van beslissingen m.b.t. uw persoon of uw goederen dan wel voor u in de plaats deze beslissingen treffen nadat hij u daarover heeft geconsulteerd. Dit alles gebeurt onder toezicht van de vrederechter. Er bestaat de mogelijkheid om een vertrouwenspersoon aan te duiden. U kan vooraf al een keuze maken m.b.t. wie bewindvoerder en wie vertrouwenspersoon moet zijn voor het geval u in die toestand komt te verkeren. Ik wil ook deze wetgeving nog verbeteren door de verplichtingen te vereenvoudigen, het maatwerk nog meer te stimuleren en een betere informatieverstrekking te organiseren.

In het verlengde van deze initiatieven heb ik mijn collega van buitenlandse zaken nog deze week aangemoedigd om het Verdrag van 13 januari 2000 inzake de internationale bescherming van volwassenen te ondertekenen. Dit Verdrag beoogt de aangehaalde bescherming uit te breiden naar internationale situaties.

In het regeerakkoord wordt aangegeven dat het erfrecht wordt hervormd. De politieke onderhandelingen hieromtrent zijn volop lopende. Ook bij deze hervorming wordt rekening gehouden met de kwetsbaarheid van ouderen. Een vraag die vaak terugkomt is de vraag naar meer beschikkingsvrijheid om te bepalen aan wie een erfenis toekomt. Er mag echter niet uit het oog worden verloren dat een grotere beschikkingsvrijheid ook gepaard kan gaan met druk vanuit de familie en de omgeving op kwetsbare ouderen. Het kan niet de bedoeling zijn om mensen onder druk te zetten om een regeling te treffen. Er bestaat ook geen nood aan een regeling als er een goed wettelijk systeem bestaat. Om tegemoet te komen aan de bezorgdheid die bestaat om in bijzondere gezinssituaties zoals bij nieuw samengestelde gezinnen, een regeling op maat te treffen zal de beschikkingsvrijheid wel verruimd worden, maar binnen een sterk beschermend kader zodat deze met kennis van zaken en zonder druk kan getroffen worden.

Mijn bezorgdheid gaat tegelijk ook uit naar het in stand houden van goede familiale relaties. Ik ontvang steeds meer brieven van ouderen die mij vertellen hoe diep het hen kwetst dat de band tussen hen en de kinderen werd verbroken, vaak enige tijd geleden. Soms ligt een scheiding daarvan aan de oorzaak. Hoewel dit strikt genomen misschien geen ouderenmishandeling is, lijden ouderen daar werkelijk onder. Ik wil dan ook de oorzaak aanpakken van dit lijden door in te zetten op minnelijke oplossingen van conflicten, mensen aan te zetten om opnieuw met elkaar te praten en justitie en welzijn goed met elkaar te laten samenwerken.

Meer in het algemeen stelt het regeerakkoord de oprichting van een zogenoemd ‘onafhankelijk nationaal mensenrechtenmechanisme’ in het vooruitzicht. België heeft de oprichting van dergelijke instelling ook beloofd binnen de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties, en veel landen hebben ons aanbevolen om daar inderdaad werk van te maken en daarbij de zogeheten Principes van Parijs toe te passen.

Deze Principes vergen een grote onafhankelijkheid van het mensenrechtenmechanisme, maar ook een pluralistische samenstelling en een breed mandaat inzake mensenrechten. De fundamentele rechten van ouderen zullen hieronder dus begrepen zijn.

Het mensenrechtenmechanisme zal een opdracht hebben inzake interactieve monitoring of controle ten aanzien van de beleidsmaatregelen van de Staat in al haar geledingen. Daarbij kan gedacht worden aan het opstellen van adviezen, aanbevelingen, voorstellen en verslagen, in het bijzonder met betrekking tot de nationale tenuitvoerlegging van de internationale instrumenten en met betrekking tot wetsontwerpen en –voorstellen.

Daarnaast zal het mensenrechtenmechanisme ook een opdracht hebben inzake de bevordering van de mensenrechten, in het bijzonder via onderwijs, opleidingen en campagnes die moeten bijdragen tot de bewustmaking rond mensenrechtenthema's. Op die wijze zal het kunnen bijdragen tot een bevordering van een "mensenrechtencultuur" door "mensenrechtenthema's" zoals de rechten van ouderen in de kijker te zetten.

Het mensenrechtenmechanisme zal voor de internationale organisaties een aanspreekpunt zijn en voor de overheden een "bevoorrechte” gesprekspartner zijn, die inzonderheid de interacties van die overheden met het maatschappelijk middenveld kan faciliteren. Ook zal het kunnen zorgen voor het beter verzamelen van gegevens en statistieken ter zake.

De oprichting van het onafhankelijk nationaal mensenrechtenmechanisme moet gebeuren door middel van een Samenwerkingsakkoord met de Gemeenschappen en de Gewesten. Dit Samenwerkingsakkoord zal in 2017 worden ondertekend zodat het mensenrechtenmechanisme tegen het einde van deze legislatuur (2019) volledig operationeel zal zijn. Vanaf dat ogenblik zal er dus een nieuwe instelling bestaan die bijzondere aandacht heeft voor de fundamentele rechten van ouderen.

***

Slachtoffers van ouderenmishandeling mogen niet in de kou blijven staan.

De Regering wil nog deze legislatuur het Optioneel Protocol bij het VN-antifolterverdrag ratificeren. Om dat te kunnen doen moet er een onafhankelijk nationaal controlemechanisme in de plaats worden gesteld dat bevoegd is om alle plaatsen te controleren waar zich mensen bevinden die van hun vrijheid zijn beroofd. Er wordt internationaal afgeraden om dit onafhankelijk nationaal controlemechanisme te laten samenvallen met het onafhankelijk nationaal mensenrechtenmechanisme waarover ik zojuist heb gesproken. Het controlemechanisme zal zelf bepalen welke plaatsen zij krachtens zijn mandaat zal dienen te controleren, maar het is niet uitgesloten dat plaatsen door het controlemechanisme zullen worden bezocht waar ouderen verblijven terwijl zij zich daar in de feiten niet echt vrij voelen om te gaan en staan waar zij dat zelf wensen. Dus ook op dit vlak is er een nieuwe speler te verwachten die mogelijk bijzondere aandacht zal hebben voor ouderen.

Slachtoffers van geweld hebben recht op vaststelling en erkenning van de feiten, recht op een gewaarborgde veiligheid (stoppen van of dreiging met geweld), en aangepaste opvang en hulp.

Er is maatschappelijk niets schadelijker dan een aangifte waar geen enkel gevolg aan wordt gegeven en het slachtoffer of zijn omgeving zich in de kou gelaten voelen door de politiële en gerechtelijke autoriteiten. Een aangifte van feiten van ouderenmishandeling moet dan ook steeds ernstig worden genomen door politie en parket.

Bij dit alles verdedig ik een ketenbenadering wat inhoudt dat er voor een efficiënte en effectieve aanpak van misdrijven en onveiligheidsproblemen gewerkt wordt op de diverse schakels van de veiligheidsketen, gaande van preventie, over repressie tot de nazorg ten aanzien van het slachtoffer en de maatschappij, en de bestraffing en uiteindelijke re-integratie van de dader. Een keten is immers maar zo sterk als de zwakste schakel, zoals ook de titel luidt van de veiligheidsnota die we met onze partij op de fractiedagen hebben goedgekeurd.

Een dergelijke gezamenlijke aanpak wordt geconcretiseerd binnen de Family Justice Centers, die momenteel (per provincie) in heel Vlaanderen worden uitgerold. Binnen deze gespecialiseerde centra staan slachtoffers van intrafamiliaal geweld centraal: zij kunnen dan terecht op één en dezelfde plaats voor opvang, psychologische begeleiding en sociale ondersteuning, maar ook om aangifte van de geweldpleging te doen en daarmee een eerste stap te zetten om de cyclus van geweld te doorbreken.

Daarnaast kan ook door alle betrokkenen over de dossiers worden overlegd hoe de dader van het geweld moet worden aangepakt, rekening houdend met de concrete situatie. In vele gevallen hebben de slachtoffers immers een gevoelsband met de dader, en is hun hoop vooral gericht op het definitief stoppen van het geweld.

Daderbegeleiding, een tijdelijk huisverbod en waar mogelijk alternatieve afhandelingsmogelijkheden zoals het volgen van een therapie en het uitvoeren van een dienstverlening, zijn mogelijkheden waarmee de problematiek naar een oplossing kan worden geleid.

Voorts is de organisatie van gespecialiseerde opleidingen over deze problematiek fundamenteel om alle actoren die geconfronteerd worden met slachtoffers en daders van geweld correct te informeren.

Het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding (IGO) staat in voor de organisatie van opleidingen voor magistraten en gerechtspersoneel. In dit opleidingspakket is o.a. een opleiding voorzien over ‘intrafamiliaal geweld’ en ‘de plaats van het slachtoffer in het strafrechtelijk bestel’ Deze opleidingen hebben tot doel inzicht te geven in de positie van slachtoffer en dader, en een effectief en efficiënt onderzoek te voeren.

Op repressief vlak behoort de aanpak van geweldsdelicten in de brede zin van het woord, en dus met inbegrip van oudermishandeling, tot de prioriteiten van het strafrechtelijk beleid. Dat betekent dat het steeds een gepast gevolg vergt van het Openbaar Ministerie, waarbij enerzijds ten aanzien van de pleger een passende straf wordt gevorderd en anderzijds wordt ingezet op een definitieve stopzetting van de gewelds- of mishandelingssituatie.

Specifiek wat betreft de bestraffing binnen het strafrecht, wil ik verwijzen naar de wetswijzigingen die in 2012 werden doorgevoerd en waarbij ‘het misbruik van de zwakke toestand van een persoon’ als nieuw misdrijf werd opgenomen in het Strafwetboek.

De wet beoogt het strafrechtelijk optreden tegen mishandeling van kwetsbare personen in het algemeen en ouderen in het bijzonder. Er wordt voorzien in een strengere bestraffing voor wie strafbare feiten pleegt ten aanzien van een persoon die zich in een bijzonder ‘kwetsbare situatie bevindt wegens leeftijd, ziekte, zwangerschap of een lichamelijke of geestelijke beperking’.

Het misbruik van de zwakke toestand kan bestaan in een misbruik van de lichamelijke of psychische toestand, maar ook in financieel en materieel misbruik, seksueel geweld, verwaarlozing of schending van rechten.

Daarenboven voorziet het strafwetboek nog in een specifieke sanctie binnen deze context, nl. het beroepsverbod. De rechtbanken kunnen personen die zij veroordelen wegens bepaalde misdrijven, verbieden om:

- tijdelijk of levenslang, rechtstreeks of onrechtstreeks een rusthuis, een home, een bejaardenverblijf of elke andere structuur voor gemeenschappelijk verblijf van kwetsbare personen uit te baten,

- of als vrijwilliger, personeelslid of als lid van de bestuurs- en beheersorganen deel uit te maken van enige instelling of vereniging waarvan de hoofdactiviteit gericht is op kwetsbare personen.

Bijzondere aandacht voor ouderenmishandeling wordt besteed in het kader van het intrafamiliaal geweld. Zo werd het Verdrag van Istanbul (i.e. het Verdrag over de preventie van en de strijd tegen geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld), recent door België geratificeerd.

Eind 2015 werd ten slotte een “Nationaal actieplan ter bestrijding van alle vormen van gendergerelateerd geweld”, opgesteld onder de coördinatie van collega staatssecretaris Elke Sleurs, bevoegd voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, in samenwerking met de bevoegde ministers en staatssecretarissen uit de verschillende federale en regionale regeringen, waaronder ook collega Vandeurzen en ikzelf.

De prioritaire beleidsaandacht voor het fenomeen van intrafamiliaal geweld wordt verder ook geconcretiseerd in de strategische doelstellingen van de Kadernota Integrale Veiligheid, met een bijzondere aandacht voor de kwetsbare groepen, waaronder ook ouderen.

***

Ik hoop u hiermee voldoende overtuigd te hebben dat ik de strijd tegen ouderenmishandeling zeer ernstig neem. Er werden reeds een aantal maatregelen getroffen. Belangrijk is echter om bij elke beleidsmaatregel blijvend aandacht te hebben voor de gevolgen ervan op kwetsbare ouderen, alle betrokken actoren te sensibiliseren en een goede samenwerking tussen politie, justitie en welzijn verder uit te bouwen zoals dit gebeurt in de Family Justice Centers. Ik wil mij blijvend inzetten om ouderenmishandeling op alle mogelijk manieren te voorkomen en zo nodig te bestrijden. Iedere mens, jong of oud, verdient een respectvolle behandeling. Iedere oudere moet kunnen genieten van een zorgeloze oude dag.

Ik dank u.