“Stilstaan is niet achteruitgaan, maar verdwijnen”

le mercredi 14 juin 2017 13:51 De Gerechtsdeurwaarder

“Stilstaan is niet achteruitgaan, maar verdwijnen”

  • Met de e-betekening wordt een belangrijke stap richting de digitalisering van justitie gezet. Wat verwacht u van de uitrol van dat systeem?

KG: Mijn droom is dat iedereen een authentiek digitaal adres op zijn of haar identiteitskaart krijgt, net zoals iedereen vandaag een domicilieadres heeft. Dat is nu nog verre toekomstmuziek, maar binnen een jaar of tien is dit wellicht werkelijkheid. Ik hoop dat de e-betekening, naast de vele andere stappen die we vandaag zetten, dat proces versnelt. In eerste instantie zullen we meer bescheiden moeten zijn, omdat er vandaag nog niet veel mensen op deze manier correct worden bereikt. Ik denk dus dat we ons in een eerste fase tot bedrijven zullen moeten beperken. Met fysieke personen zullen we niet zo snel kunnen starten.

Het betekeningsplatform dat aan de e-betekening is gekoppeld, is heel belangrijk. Stel, je wil betekenen aan iemand op een bepaald adres in Oudenaarde. Het betekeningsplatform dispatcht de betekening die in het systeem wordt ingevoerd naar een bepaalde gerechtsdeurwaarder die in de buurt woont en die op dat ogenblik beschikbaar is. Vervolgens vindt de betekening plaats. Dat gebeurt niet noodzakelijk elektronisch: vaak zal de gerechtsdeurwaarder nog naar het adres in kwestie moeten gaan om de betekening te doen. Nadien laat hij via het platform weten dat hij de betekening gedaan heeft, en komt er in het dossier van het parket dat de betekening gevraagd heeft, een betekeningsbewijs terecht dat dat aantoont.

Het betekeningsplatform biedt grote voordelen. Zo moet het parket vandaag, wanneer het een niet te lokaliseren persoon dagvaardt, aan zichzelf betekenen, via een gerechtsdeurwaarder. Dat brengt veel kosten met zich mee, die volledig vermeden kunnen worden door het parket in zulke gevallen aan zichzelf te laten betekenen via de e-betekening en het betekeningsplatform. Dat is een spectaculaire vooruitgang die veel kosten, tijd en papier bespaart, en veel energie die we beter kunnen besteden.

JDM: Dit project past inderdaad in het beleid van de minister om de kosten van justitie te drukken en de werking efficiënter te maken. Aan de gerechtsdeurwaarders werd gevraagd om te besparen bij de betekeningen in strafzaken. Als loyale partner van justitie hebben wij toen samen met de beleidscel van de minister nagedacht over hoe we van dit nadeel – dat we moeten inleveren – een voordeel konden maken. Het resultaat van deze oefening is de elektronische betekening geworden, die nu in zowel burgerlijke als strafzaken wordt uitgerold.

De betekening in strafzaken werd in het verleden reeds aan een soort pro deo tarief uitgevoerd. Door akkoord te gaan met een verdere inkrimping van dit tarief met 25%, bevestigen we opnieuw dat we ons volop inschrijven in het beleid van de overheid. De besparing zit hem hierin, en niet zodanig in de wijze van betekenen. Voor de gerechtsdeurwaarder zal de kostprijs van de elektronische betekening niet veel verschillen met deze van de traditionele betekening. In de nazorg van het exploot bij de elektronische betekening zit ook een belangrijk besparingspotentieel voor de overheid zelf. Ik denk dat daar nog veel optimalisatie mogelijk is.

Maar de e-betekening is meer dan een besparingsmaatregel. Het is, net zoals ons geslaagd project van het CBB, een mooi project met een grote maatschappelijke meerwaarde. Bovendien is het een project waarin we tonen dat de gerechtsdeurwaarders zichzelf steeds opnieuw kunnen heruitvinden en dus relevant blijven als dienstverlener aan de maatschappij. Dat zit in ons DNA. Daarom hebben we ons zo ‘gesmeten’ in dit project en gaan we als partner van justitie mee in dit verhaal van vernieuwing. Dat we erin geslaagd zijn om deze elektronische wijze van betekening ook in burgerlijke zaken te realiseren is onze winst.

Door de elektronische betekening zal de gerechtsdeurwaarder niet altijd meer ter plaatse komen, terwijl persoonlijk contact net de sterkte uitmaakt van het beroep. Hoe kan de digitalisering enerzijds gerijmd worden met het persoonlijk contact anderzijds?

JDM: Dat is een moeilijke vraag, waar ik eenvoudig op kan antwoorden. Eerst en vooral heeft de wetgever voorzien dat de keuzevrijheid blijft. Het is de expertise en verantwoordelijkheid van de gerechtsdeurwaarder om de meest aangewezen weg van betekenen te kiezen. In strafzaken zullen de betekeningen bij voorkeur op een digitale manier gebeuren, omdat de finaliteit van een exploot in strafzaken helemaal anders is dan in burgerlijke zaken. In strafzaken moet de gerechtsdeurwaarder ervoor zorgen dat iemand op de meest efficiënte manier kennis krijgt van een uitspraak van de rechtbank of voor de rechtbank wordt gedagvaard. Niet meer en niet minder dan dat.

In burgerlijke zaken hebben we meestal de verantwoordelijkheid voor een deel van de inhoud van het exploot en moeten we dikwijls procedurele beslissingen nemen. Dit is een totaal andere expertise. Daarnaast is hier onze rol van bemiddelaar erg belangrijk. Ik verwijs daarbij naar de nieuwe procedure voor de inning van de onbetwiste geldschulden. Wij voorspelden dat 30% van de dossiers zouden worden geregeld binnen de vier weken na opstart van de procedure, met 1 of 2 exploten. Welnu, volgens de laatste cijfers gaat het om bijna 50% van de dossiers. Op een potentieel van 100.000 verstekvonnissen betekent dit 50.000 dossiers die buiten de rechtbanken om worden opgelost, door onze plaatsafstap, ons persoonlijk contact en onze rol als bemiddelaar.

Het toepassingsgebied van de elektronische betekening moet ook sectoraal worden bekeken. Zo zaten we hierover samen met Febelfin waar alleen maar enthousiasme te horen is omwille van de efficiëntiewinsten die de elektronische betekening voor hen inhoudt. Daarnaast denken we ook aan notarissen, curatoren, schuldmiddelaars, overheden waar gelijkaardige efficiëntiewinsten te halen zijn. Ook voor particulieren is deze elektronische betekening mogelijk, omdat we in een overgangsregeling hebben voorzien dat deze particulier steeds opnieuw voorafgaandelijk moet aanvaarden dat er aan hem desgevallend elektronisch kan worden betekend.

Ik denk dat we het heel rustig moeten opbouwen en kijken waar de efficiëntiewinsten liggen, om het het toepassingsgebied daarna verder uit te breiden. Maar de plaatsafstap blijft hoe dan ook noodzakelijk, via het getrapt systeem dat we hebben uitgewerkt. Het ene systeem is niet beter dan het andere. Het is aan de gerechtsdeurwaarder om de meest efficiënte manier te kiezen.

Er wordt geopperd dat de digitalisering jobs zal doen verdwijnen, omdat supercomputers sneller en accurater kunnen werken. Hoe kunnen supercomputers op vlak van justitie de wereld veranderen, denkt u?

KG: Automatisering die routinewerk wegneemt, mobiliteitsproblemen overbrugt, die papier wegwerkt is per definitie goed. Ik heb niet de indruk dat er door de automatisering vandaag niet genoeg werk is. In heel veel beroepen is er net een tekort aan mensen. Ik ben dus niet zeker dat automatisering jobs wegneemt. Automatisering laat toe om de focus te leggen op de essentiële zaken. De plaatsafstap, waarover zonet werd gesproken, kan wellicht met veel meer aandacht gebeuren dan vandaag en daarbij heeft de maatschappij zonder twijfel veel te winnen. Veel magistraten en advocaten zijn vandaag bang van artificiële intelligentie. Maar doordat computers en informaticasystemen allerlei dingen kunnen doen die voor ons routineus zijn, kunnen wij ons toeleggen op de moeilijke zaken en die zorgvuldiger, vanuit hun precedentswaarde, bestuderen en uitspreken. Dat is onvoorstelbare vooruitgang. Die angst voor automatisering heeft men gekend in de landbouwsector, die heeft men gekend in de industrie, en die kent men vandaag in de dienstensector. Elke keer zijn die sectoren daar beter van geworden; ze hebben ingezien dat automatisering hen toeliet om de kwaliteit te verbeteren en een menswaardiger leven te leiden.

JDM: Uiteindelijk zijn wij als gerechtsdeurwaarder een leverancier van diensten. De tijd dat de juridische beroepen om de een of andere reden dachten dat ze een bevoorrechte positie hadden, is voorbij. Op het ogenblik dat je als leverancier van diensten je meerwaarde niet meer kan bewijzen, word je gewoon weggevaagd. Men zegt vaak: stilstaan is achteruitgaan, maar dat klopt niet: stilstaan is verdwijnen. Je hebt geen keuze, je moet gewoon vooruitgaan. Deze elektronische betekening is een van de kleine schakeltjes die past in dat verhaal van vooruitgang. Het zal leiden tot meer efficiënt werk, maar het zal het manuele werk en de verantwoordelijkheid zeker niet wegnemen. Het is een en-en-verhaal. Het is inderdaad geen kwestie van meer of minder werken. Het is anders werken.

Hoe kunnen we ons op die digitale vernieuwing voorbereiden, hoe kunnen we erop anticiperen?

JDM: Wij als gerechtsdeurwaarders kunnen ons voorbereiden door onszelf te blijven heruitvinden en nieuwe projecten uit te denken voor het voor iedereen een evidentie is. Door vernieuwend te zijn, door in te zetten op competenties en op opleiding willen we volop meesurfen op de digitale tsunami die volgens mij nog maar net op gang aan het komen is. Zo controleren we min of meer onze vlucht voorwaarts, voort surfend op digitale innovatie in plaats van het risico te lopen om erdoor verzwolgen te worden. Dat gezegd zijnde, is het nu in de eerste plaats zaak om een aantal digitale projecten te consolideren en hiervoor de benodigde tijd te nemen.

KG: De mensen moet zich realiseren dat je vooruitgang niet kunt tegenhouden. Je kan kwaad zijn op vooruitgang, maar je kunt ze niet tegenhouden. Je kunt vooruitgang zelfs achteruitgang vinden. Maar ze heeft altijd haar eigen dynamiek. Dat is nu eenmaal zo. En de goede dingen blijven over. De televisie zal waarschijnlijk overblijven, maar misschien vallen andere zaken zoals Facebook of Twitter er wel tussenuit.

JDM: Ik denk inderdaad dat wij als gerechtsdeurwaarders, net als een goede film op de televisie, altijd wel zullen blijven bestaan op een of andere manier. Niet alleen door vernieuwing te omarmen, soms met lange tanden, maar ook door ze mee te creëren. Als je als leverancier van diensten wilt overleven, dan is er geen andere keuze dan die richting uit te gaan, en dat kan alleen maar lukken als iedereen overtuigd is om ook die richting uit te gaan.

Hoe ervaart u als minister de samenwerking met de gerechtsdeurwaarders?

KG: Ik ervaar de samenwerking met de juridische beroepen in het algemeen als zeer gunstig, omdat dat mensen zijn die zelfstandig zijn en hun verantwoordelijkheid nemen. Zij zijn gedwongen om mee te gaan met de tijd en zich aan te passen aan de vernieuwing. In dit geval is het nog straffer, omdat zij op informatica-technisch vlak verder stonden dan justitie zelf. Om die reden hebben wij met de juridische vrije beroepen een win-win-pact gesloten op het vlak van informatica en technologische vernieuwing. Dat laat ons toe samen een aantal zaken op te bouwen die veel beter werken nu zij ons helpen. En in veel gevallen is dat helpen voorgaan, en duwen, stuwen en trekken. Een mooi voorbeeld daarvan is het platform onbetwiste geldschulden. Dat heeft veel tijd en energie gekost van de NKGB en het kenniscentrum, maar het werkt wel. Zo gaan we elke keer met een grote sprong vooruit, en dat is enthousiasmerend. Die beroepen hebben gezegd: wij gaan mee trekken, want het is niet alleen belangrijk voor ons, maar ook voor Justitie. Dat vind ik een heel positieve ingesteldheid.

JDM: Dat is voor onze beroepsgroep trouwens niet altijd evident, ook vanuit financieel oogpunt. De grote informaticaprojecten hebben tot op heden zware investeringen gevraagd van het beroep en hebben tot grotere verantwoordelijkheden en tot minder inkomsten geleid. Bijvoorbeeld de nieuwe procedure onbetwiste geldschulden: men houdt verkeerd voor dat deze procedure voor de gerechtsdeurwaarder een positief financieel verhaal is. Dat is niet zo. Deze procedure kan voor de gerechtsdeurwaarder in deze zaken tot een omzetverlies leiden van tussen de 23% en 51%. Maar we zien dit als een investering om mee aan de basis te kunnen liggen van nieuwe ontwikkelingen. Weet je dat we met deze nieuwe procedure in b2b een potentiele maatschappelijke besparing van net geen 100 miljoen euro per jaar genereren ten aanzien van de klassieke procedure? Bij de uitbreiding van deze procedure naar een consumentenrelatie zou de financiële impact nog groter zijn: 150 miljoen euro per jaar waarvan 32 miljoen euro per jaar rechtstreeks op de werkingsmiddelen van Justitie.

Welke projecten wilt u nog realiseren met de gerechtsdeurwaarders in het belang van de maatschappij?

KG: Dit e-betekening en platform is een stap in een keten. We hebben het project e-Deposit, waarbij elektronisch conclusies en stukken in het dossier worden gestopt. Maar dat project doet niet het begin van de procedure, het verzoekschrift, en doet niet het einde van de procedure, het vonnis. Dit project maakt de keten dus wat vollediger, alleen staan de verschillende stukken nog los van elkaar. De bedoeling moet nu zijn om de koppeling te maken. Bij de betekening zou het bijvoorbeeld interessant zijn om de koppeling te maken naar de agenda en het rolnummer van de rechtbank. Het verbinden van al die stukken is dus een volgende stap, die ook weer een werklastvermindering en een efficiëntieverbetering zal teweegbrengen.

JDM: De grote vernieuwing van deze minister voor ons is dat hij verschillende digitaliseringsprojecten tegelijk aanpakt, maar wel afzonderlijk benadert en succesvol oplevert. Alle projecten zijn puzzelstukken die in een groter verhaal passen. Men tracht niet in één keer de puzzel te leggen, maar vanuit een bepaald pragmatisme die puzzelstukken te leggen die dadelijk en efficiënt een meerwaarde kunnen betekenen, maar die ook passen in dat globaal plan.

KG: Alles ineens doen gaat inderdaad niet. Als je alles ineens wil doen, dan doe je niets. Men verwijt ons dikwijls dat we niet wachten tot alles er is om iets te doen, maar dat is zoals zeggen: ik koop geen wasmachine zolang ik geen droogkast heb. Je kan gerust met je wasmachine al veel tijd winnen.

JDM: En ondertussen zorgen we als gerechtsdeurwaarder voor straffer waspoeder – zoals de e-betekening en de ios-procedure. Zo blijft alles vooruitgaan en wassen we alsmaar schoner, of anders gezegd: sneller en beter. En daarmee is de cirkel rond.