Studiedag Het Nieuwe Erfrecht - “De hervorming van het erfrecht – uitdagingen en krachtlijnen”

le vendredi 29 septembre 2017 09:41 Studiedag Het Nieuwe Erfrecht

Beste dames en heren,  

Op 1 september 2017 werd de hervorming van het erfrecht gepubliceerd in het Staatsblad. Dit vormde het eindpunt van een lang proces. De vele besprekingen die de hervorming van het erfrecht vooraf gingen, waren vaak niet eenvoudig, maar altijd ongemeen boeiend. 

Het erfrecht is maatschappelijk gezien een belangrijke materie. Het regelt de vermogensrechtelijke gevolgen van een van de meest bepalende momenten in het leven van de burgers: een overlijden. Een goed erfrecht moet de belangen van de erflater en de verschillende erfgenamen erkennen en afwegen. Het moet een sereen kader bieden om die belangen met elkaar te verzoenen en conflicten te vermijden. Om hiertoe te komen, moet de wetgever een antwoord bieden voor een aantal fundamentele vraagstukken: over de invulling van het concept ‘familie’, de rol van partijautonomie en familiale solidariteit, en de belangen van de verschillende familieleden. De keuzes die daarbij worden gemaakt, zijn gebaseerd op een bepaald maatschappijmodel en de ideologische opvattingen die hieraan ten grondslag liggen.      

Dit maatschappijmodel is sterk geëvolueerd sinds de invoering van het Burgerlijk Wetboek. Het klassieke gezin van gehuwde ouders met kinderen is steeds minder de norm. Meer en meer partners wonen ongehuwd samen en ook het aantal nieuw samengestelde gezinnen blijft stijgen. Daarnaast hebben ook de familiale banden met verdere bloedverwanten aan belang ingeboet. Het huidige erfrecht was onvoldoende aangepast aan die gewijzigde maatschappelijke realiteit.  

Uit een studie van de Koning Boudewijnstichting van februari 2016 bleek bovendien dat bij veel burgers de wens leeft tot meer autonomie. Men wil de mogelijkheid hebben om een erfrecht ‘op maat’ uit te werken, aangepast aan de eigen specifieke situatie. Zo hebben burgers vandaag onvoldoende mogelijkheden om bijvoorbeeld de overdracht van de familieonderneming na het overlijden te kunnen sturen, of de blijvende zorg voor zorgenkinderen te kunnen garanderen. Tegelijkertijd blijft de solidariteit met de overige familieleden een belangrijke rol spelen.  

Ook op technisch vlak was het erfrecht aan hervorming toe. Het erfrecht is onvermijdelijk een technische materie, maar de huidige regels zijn soms onnodig complex. Denk maar aan de verschillende waarderingsregels van schenkingen in het licht van de inbreng van roerende goederen, de inbreng van onroerende goederen of de inkorting. Daarnaast zagen we dat een aantal regels die wij nog steeds toepassen, in vele andere landen van de Napoleontische traditie al lang zijn afgeschaft. Ook technisch was ons erfrecht dus niet meer bij de tijd.  

Dat het erfrecht moest worden hervormd, daarover was grote consensus. Hoe die hervorming eruit moest zien, lag minder voor de hand. Het verleden had immers aangetoond dat een omvattende hervorming van het erfrecht steeds was gestuit op grote ideologische verschillen.  

Om die verschillen te overbruggen, heb ik in 2015 een werkgroep samengebracht van politici, professoren en vertegenwoordigers van de juridische beroepsorganisaties. Gedurende vele zaterdagen heeft die werkgroep de krijtlijnen uitgetekend van een hervorming van het erfrecht. Daar is mij duidelijk geworden dat het erfrecht – en bij uitbreiding de juristen die deze discipline beoefenen – zeer passioneel is. Met veel overtuiging werden de standpunten verdedigd, steunend op politieke, academische of praktische argumenten, en niet zelden gekleurd door de eigen ervaringen. We moesten een compromis vinden tussen de behoudsgezinden en de revolutionairen, tussen het wenselijke en het meest haalbare, tussen het Noorden en het Zuiden.  

Een aantal aspecten van de hervorming waren controversiëler dan andere. Het grootste discussiepunt was zonder twijfel de verhouding tussen de kinderen en de langstlevende echtgenoot. Het is hier altijd onze bedoeling geweest om tegemoet te komen aan de grote vraag bij de bevolking om meer beschikkingsvrijheid, zonder de familiale solidariteit uit het oog te verliezen. We hebben getracht om in het nieuw erfrecht een evenwicht te vinden tussen de autonomie van de erflater en de bescherming van de naaste familieleden. Diezelfde principes zullen wij ook doortrekken in het huwelijksvermogensrecht.  

Weinig controversieel was de invoering van een aantal erfovereenkomsten. Alle leden waren overtuigd van de noodzaak om voor het overlijden afspraken te kunnen maken over de nalatenschap, als middel om familiale conflicten te vermijden. Daarentegen was er wel veel discussie over de precieze vormvoorwaarden die dergelijke erfovereenkomsten moesten omkaderen. De idee is dat de erfgenamen geïnformeerd en met kennis van alle gevolgen instemmen met de erfovereenkomst. Om mensen tegen zichzelf te beschermen, waren strikte vormvoorwaarden dus noodzakelijk. Over de precieze invulling van die vormvoorwaarden hebben we menig uur gedebatteerd.  

Ook het tijdstip van de waardering van schenkingen voor de inbreng en de inkorting is uitvoerig besproken. We waren het al snel eens dat de waarderingswijze en -tijdstip eenvormig moesten zijn voor alle schenkingen. Er zijn echter verschillende opties voorgesteld voor het tijdstip van waardering, die elk hun voor- en nadelen hadden. Uiteindelijk zijn we er evenwel in geslaagd om voor bijna alle discussiepunten tot een vergelijk te komen.  

Het resultaat van deze werkwijze is een evenwichtig nieuw erfrecht, dat de Napoleontische uitgangspunten grondig herziet. Voor sommigen gaat de hervorming te ver, voor anderen niet ver genoeg. De getroffen maatregelen zijn evenwel doordacht, breed gedragen en komen tegemoet aan een reële maatschappelijke behoefte.  

De hervorming van het erfrecht is opgebouwd rond de volgende krachtlijnen:

  • Een wijziging van de regels met betrekking tot de reserve. De meest in het oog springende maatregel is de vaste reserve voor de kinderen van 1/2, ongeacht het aantal kinderen. De reserve wordt bovendien een reserve in waarde, niet meer in natura.
  • Een wijziging van de regels met betrekking tot de inbreng van giften. De inbreng van roerende én onroerende giften gebeurt voortaan in waarde, volgens de waarde op het tijdstip van de schenking, geïndexeerd tot aan het overlijden van de schenker.
  • Een herstructurering van de regels inzake de verdeling.
  • Een versoepeling van het verbod op erfovereenkomsten. Het principieel verbod blijft bestaan, maar het aantal toegelaten erfovereenkomsten wordt sterk verruimd. De belangrijkste wijziging is de invoering van een globale erfovereenkomst, die ouders toelaat om in onderling overleg met hun kinderen afspraken te maken over hun nalatenschap.
  • De herdefiniëring van het evenwicht tussen de langstlevende echtgenoot en de kinderen. Er zijn een aantal maatregelen getroffen om de herleiding van de reserve van de kinderen tot ½  te compenseren.
  •  

Voor u als rechtspracticus is een belangrijke taak weg gelegd. U moet zich de nieuwe regels eigen maken en de concrete implicaties ervan voor de burgers bestuderen. Door het nieuwe erfrecht pas in werking te laten treden op 1 september 2018, geven we u hiervoor de nodige tijd. Daarom ook hebben we vandaag een studiedag georganiseerd met de experten uit de werkgroep, die de maatregelen mee vorm hebben gegeven. Zij zijn het best geplaatst om u wegwijs te maken in het nieuwe erfrecht.  

De hervorming van het erfrecht is geen eindpunt, maar slechts een begin. We zijn zeer ver gevorderd met de besprekingen inzake het huwelijksvermogensrecht, en daarna staat de hervorming van het samenwoningsrecht op de agenda. Bovendien krijgen ook de andere delen van het burgerlijk recht een update, zo ook het strafrecht, economisch recht en vele andere rechtstakken. Ik beloof u: het worden boeiende tijden voor de jurist. Ik reken op u om deze broodnodige hervormingen ook uit te dragen in de rechtspraktijk.