“Ik wist op voorhand dat Justitie een schietstoel was”

le samedi 02 juin 2018 07:30 Het Nieuwsblad

Hij vindt dat hij zijn verantwoordelijkheid heeft genomen. Door aan te blijven als minister van Justitie, en door achter zijn mensen te staan die beslist hadden dat de dader van Luik penitentiair verlof ­verdiende. Koen Geens (CD&V) wordt daarin ook gesteund door de hele regering-Michel. Toch kreeg hij in de ­Kamer deze week op­vallend veel tegenwind. “Als mensen vinden dat ik de slachtoffers niet genoeg gerespecteerd heb, dan mogen ze dat zeggen.”

Van Koen Geens vallen heel moeilijk emoties af te lezen. De 60-jarige professor-jurist-minister verschuilt zich liever achter zijn minzame glimlach en ernstige blik, dan echt in zijn hart te laten kijken. Het interview vindt plaats net na het heftige Kamerdebat donderdag. Zelfs nu houdt Geens het bij die glimlach.

Hij heeft daarnet nochtans stevige tegenwind gekregen. Niet alleen de oppositie vond zijn uitleg over de dader van Luik te slap. Ook Carina Van Cauter, justitiespecialist van Open VLD - nochtans een ­coalitiepartner - vond dat Geens onvoldoende klaarheid had gebracht. “Ach, iedereen moet doen wat hij denkt te moeten doen volgens het algemeen belang”, probeert Geens het incident weg te wuiven.

U zat nochtans te fronsen en te hoofdschudden toen Van Cauter op het spreekgestoelte stond. U was niet gediend van haar kritiek?

“Als mensen vinden dat ik de slachtoffers niet genoeg gerespecteerd heb, dan mogen ze dat zeggen. Daar kan ik niks aan doen. Ik moet daar begrip voor opbrengen, ook al ben ik het daar niet mee eens. Ik heb geprobeerd om in 25 minuten zowel de feiten te geven als mijn beleid toe te lichten. Meer kan ik niet doen. Tenzij de slachtoffers nog eens persoonlijk ontmoeten, om hen een hart onder de riem te steken. Volgende week in de commissie wil ik meer duidelijkheid scheppen voor de slachtoffers.”

Open VLD zit u al enkele dagen op de hielen. Vicepremier Alexander De Croo bekritiseerde u voor de camera's.

“Ik heb aan Alexander De Croo gevraagd wat er nu van die kritiek bij hem is blijven hangen. Hij antwoordde: Niets, wij steunen jou.”

U zei in het parlement dat u twee nachten “gereflecteerd” had over een eventueel ontslag. Ligt u dan 's nachts wakker?

“Ik noem het veeleer een vorm van meditatie. Ik probeer 's avonds laat of 's morgens vroeg een rustig moment te vinden om na te denken, om zeker te zijn dat mijn ­gevoel goed zit. Je moet ook zeker zijn dat je het aankan. Het zijn zware dagen.”

Hebt u het gevoel dat u door het oog van de naald bent gekropen?

“Justitie is een schietstoel, dat wist ik toen ik eraan begon. Mijn voorgangers hebben ook van alles meegemaakt. Ik leef met die fataliteit. Bij elk incident probeer ik in te schatten hoe erg het deze keer is. Dat was na de aanslagen van 22 maart zo, dat was nu opnieuw zo. Voor alle duidelijkheid, het gaat daarbij niet om mezelf. Het gaat om mensen die in vreselijke omstandigheden gestorven zijn. En dan is de vraag: hoe neem je het best politieke verantwoordelijkheid? Door voort te doen, of door ontslag te nemen? Uiteindelijk heeft de Kern ( de vergadering van premier en vicepremiers, nvdr.) gezegd: We scharen ons achter u, we gaan ervoor. Dat betekent: united we stand.”

Wat een eensgezindheid. Zit er dan toch nog “dash” in deze regering?

“Ikzelf heb in ieder geval geen probleem met dash. Er is nog werk genoeg op Justitie, dat departement is zeventig jaar lang verwaarloosd. Ik ben blij als ik kan werken en zo veel mogelijk vernieuwing kan brengen. Ik heb de indruk dat de meeste van mijn ­collega's op dezelfde manier denken. Binnen de regering werken we goed samen.”

Wegen de aankomende gemeenteraadsverkiezingen dan niet op de samenwerking?

“Er doen nogal wat ministers mee op belangrijke plaatsen, dat maakt het niet gemakkelijker. Maar dat is in het verleden ook al zo geweest. Het zou natuurlijk niet leuk zijn voor mijn partij als iets zoals Luik in september zou gebeuren. Er is nu al profileringsdrang. Dat zou een maand voor de gemeenteraadsverkiezingen nog veel meer zijn.”

N-VA grijpt dit aan om de aanpak van radicalisering in de gevangenissen in vraag te stellen. Ze wil geradicaliseerde gevangenen sneller isoleren. Goed idee?

“Dat zou in ieder geval niet van toepassing zijn geweest op de dader van Luik, hij was niet gekwalificeerd als ­geradicaliseerde. Voor de ­gedetineerden die wél geradicaliseerd zijn, is de vraag op welk moment je hen isoleert. Alle internationale experts adviseren om hen eerst in een normale omgeving te houden, en pas te isoleren als ze ­fanatiek worden en anderen dreigen te besmetten.”

“Alle geradicaliseerden isoleren verandert ook niks aan de menselijke beslissing die telkens opnieuw genomen moet worden. Wanneer is iemand geradicaliseerd? En vanaf wanneer ben je daar zeker van?”

Maar staat u ervoor open om dat beleid te veranderen?

“Ik heb er geen probleem mee om daarover te praten. Men moet alleen beseffen dat daar risico's aan verbonden zijn. Zo dreigen mensen nog meer overtuigd te worden wanneer ze samen zitten, of net wanhopiger. En wat doe je met de beslissing om ze op een bepaald moment naar een normaal regime te laten terugkeren? Hoe sluit je uit dat iemand niet doet alsof? Dat is pas een moeilijke beslissing.”

De gsm van Koen Geens ­rinkelt net voor hij afscheid wil nemen. Het is Alexander De Croo. Geens gaat de kamer uit, en komt na enkele minuten weer binnen.

“Je mag schrijven dat de ­zaken tussen Koen Geens en Alexander De Croo volledig zijn uitgeklaard. Hij heeft nooit getwijfeld en staat volledig achter mij.” Zo united waren ze blijkbaar toch nog niet.

Pieter Lesaffer