Het milde oordeel van Koen Geens: “Geen hond die mij gelooft, maar we doen het hier zo slecht nog niet”

le mardi 24 décembre 2019 08:00 Het Laatste Nieuws

Kerstmis. De Wetstraat loopt langzaam leeg. Koen Geens (61) trekt met zijn echtgenote enkele dagen naar Portugal. “Wij zijn dol op Lissabon. In de winter is dat de warmste hoofdstad van Europa. Letterlijk en figuurlijk. Ze zingen er de fado, het melancholische levenslied. De Portugezen zijn de liefste mensen ter wereld.”

Vinden we u vanavond in de middernachtmis?

“Ja. Die sla ik niet over. Ik heb die als minister van Justitie vaak gevierd samen met gevangenen. Dat waren intense momenten. Vandaag zal het bij ons in Leuven zijn.”

Betrapt u er uzelf op dat u zelfs dan zit te puzzelen om aan 76 zetels op 150 te komen, zo tussen het evangelie en de preek in?

“Nee. Ik heb geleerd om op elk moment te zijn waar ik ben. Bewust. Dat kon ik vroeger niet. Ik zal vanavond met hoofd en hart bij Kerstmis zijn. Met kerst vieren we een nieuw begin, met Pasen dat het leven sterker is dan de dood. Dat zijn twee prachtige gedachten. Mijn voorspelling is dat we tussen Kerstmis en Pasen een nieuwe regering zullen hebben. Tenminste, als Pasen laat genoeg valt. Anders kon het wel eens nipt worden.”

Kan de rust van de kerstdagen voor nieuwe inzichten zorgen in de stroeve regeringsvorming? Of is dat een naïeve gedachte?

“Ik hoop dat bij iedereen het inzicht rijpt dat de tijd van de perceptie en de tactiek nu echt wel voorbij is. Herinner u het kerstbestand tijdens de Eerste Wereldoorlog. Soldaten van beide partijen gingen toen spontaan verbroederen. Duitsers en Britten speelden zelfs een partijtje voetbal. Waarna ze enkele uren later op commando de vijandigheden hervatten en elkaar doodschoten. Zo cynisch wordt het niet in de Wetstraat, mag ik hopen.”

Om in de kerstsfeer te blijven: het informateursduo Coens & Bouchez doet denken aan de os en de ezel die met hun adem de kribbe verwarmen. Alleen lijkt er in deze formatie niets of niemand in te liggen. Hun goede wil heeft iets vergeefs, of zie ik dat te somber?

“Misschien zijn zij zelf wel het kind in de kribbe. Hun aanpak is verfrissend. Geen van beiden sleept een zwaar politiek verleden mee. Onderschat hen niet. Joachim redeneert zeer zakelijk en hij kent zijn klassiekers. Hij heeft het heilig vuur van de echte tsjeef. De wereld zou een betere plek zijn en de regeringsvorming makkelijker met wat meer tsjeverij. Dat meen ik. Ideaal vorm je een regering met de grootste partijen. Maar als die ideologisch zo ver uit elkaar liggen als de N-VA in Vlaanderen en de PS in Wallonië, dan komt er na 200 dagen toch een moment waarop kleinere partijen het laken naar zich toe trekken. Uit verantwoordelijkheidszin. Dan is het normaal dat je een nieuw pad inslaat, ook al weet je niet vooraf waarheen het ons leiden zal. Heb vertrouwen.”

Zijn we niet gewoon terug bij ‘Start’? Volgens Coens & Bouchez ligt de weg uit de impasse in het centrum, maar nooit eerder heeft de kiezer de centrumpartijen zo zwaar afgestraft.

“Uw ongeduld is mij bekend en ik straal het misschien niet uit, dat ongeduld, maar ik deel het wel. Natuurlijk sleept deze regeringsvorming te lang aan, maar dat doet ze tegenwoordig zowat overál in Europa. Ik zeg niet dat de kritiek op de politiek geheel onterecht is, maar we mogen best wat milder zijn voor onszelf. Geen hond zal mij geloven, maar we doen het hier in België zo slecht nog niet. We staren ons blind op Amerika of China, maar Europa blijft - zijn moeizame bestuur ten spijt - een geweldig continent. Nergens is het beter werken en leven. Nergens anders wil je ziek worden of oud. Niet alles loopt in België zoals je het graag zou willen. Maar loopt het elders zoveel vlotter? Mark Rutte is een uitstekende premier, maar zijn VVD is in Nederland de enige partij die nog net de 20 procent haalt. De rest is versnipperd, nog meer dan bij ons. Ook Rutte heeft zowat 230 dagen nodig gehad en vier partijen om een Nederlandse regering te vormen. Ik wil maar zeggen: wij zijn geen geval apart. Of kijk naar Spanje, waar de kiezer opnieuw naar de stembus moet als er enkele maanden na de verkiezingen geen regering is. Ook dat systeem heeft daar nog altijd geen meerderheid opgeleverd.”

Nieuwe verkiezingen na pakweg zes maanden zou bij ons niets oplossen?

“Nee. Zelfs in de Europese Unie merk je nu dat er drie politieke families nodig zijn om te besturen, en volgende keer misschien wel vier. De versnippering is universeel, het populisme ook, op links en op rechts. Alleen tellen die problemen bij ons dubbel, in twee taalgroepen. Bovendien zijn we niet geholpen door samenvallende verkiezingen, zoals op 26 mei. Elke partij heeft maar één voorzitter om op die drie borden tegelijk te schaken. En bovendien viel dat deze keer bijna overal samen met een wissel van het voorzitterschap. Ik hou niet zo van zwartkijkers. Sta mij toe om de dingen een beetje roze te zien. Dan blijf ik erbij: zo slecht doen wij het hier niet. We hebben in tegenstelling tot vele andere landen twee stabiele regeringen gehad. De regering-Di Rupo en de regering-Michel, die misschien niet optimaal maar wel goéd hebben bestuurd.”

De kiezer dacht daar anders over. Alle partijen van de regering-Michel zijn te licht bevonden.

“De regering-Michel was in haar samenstelling - MR, N-VA, CD&V, Open Vld - een waagstuk, maar er zat een weeffout in, met Charles Michel als premier en Bart De Wever die vanuit Antwerpen toekeek. Die regering heeft het vier jaar moedig volgehouden, net zoals de regering-Di Rupo dat drie jaar heeft gedaan. Mag ik dat even vergelijken met de regeringen uit mijn jeugd? In de tien jaar tussen begin 1972 en eind 1981 hebben we dertien regeringen gekend. Dertien.”

Verheft u het abnormale nu niet tot norm? We zijn zeven maanden na de verkiezingen en we hebben al een vol jaar geen volwaardige regering meer. Dat is niet normaal, toch? Bovendien was premier Michel de eerste om te zeggen dat België niet complexer is dan andere landen. Dat excuus is een alibi.

“Ik zeg dan ook niet dat er zoiets bestaat als een exclusief Belgisch probleem. Je ziet het overal. Wat rest er van de traditionele partijen in het Frankrijk van Macron? Wat blijft er nog over van de socialisten in Nederland en Frankrijk, en hoe historisch diep zijn ze gezakt in Duitsland en Groot-Brittannië? In Italië zijn de anti-partijen de grootste. In het Verenigd Koninkrijk verloor David Cameron een referendum dat hij eigenlijk niet kon verliezen en in Amerika is Donald Trump president geworden tot zijn eigen grote verbazing. Overal worstelt de democratie met zichzelf. Dan zou het wel vreemd zijn mocht België er na de verkiezingen in één-twee-drie weer uit raken. Zo uitzonderlijk is dat niet. Maar we moeten wel eens nadenken over de manier waarop we onze stem uitbrengen.”

Is het de schuld van de kiezer?

“Nee, niet van de kiezer. Wel van de manier waarop we hem vragen zijn voorkeur uit te drukken. Met één enkele stem. Als dat een boze stem is, geeft die in een proportioneel systeem als het onze veel macht aan de extremen. En dan verlammen die de regeringsvorming.”

Kan een meerderheidssysteem op zijn Brits ons helpen? The winner takes it all: dat bevoordeelt de grote partijen en gaat de versnippering in de Kamer tegen. Of een kieswet als de Griekse, waar de grootste partij 50 zetels extra krijgt?

“Ik pleit daar niet voor. Maar mij frustreert het dat elke kiezer maar één stem kan uitbrengen, voor één partij. Je ziet dat mensen bij samenvallende verkiezingen voor België, Vlaanderen en Europa panacheren, zoals dat heet: op elke lijst voor een andere kleur stemmen. Dat zou ook mogelijk moeten zijn als het alleen om federale verkiezingen gaat: dat je bijvoorbeeld twee stemmen kunt geven aan Groen, omdat je het klimaat belangrijk vindt, twee aan N-VA, omdat je een streng migratiebeleid wilt, en één aan CD&V, omdat wij rust en stabiliteit brengen. Kortom, geef die kiezer vijf stemmen die hij vrij kan spreiden over de partijen. Zo breng je de nuance terug die nu verloren is gegaan. Nu is die ene stem vaak een intuïtieve, emotionele opwelling van het moment.”

212 dagen na de verkiezingen hoor je nog altijd politici en journalisten in alle ernst beweren dat het nog te vroeg is voor dit of dat, of dat de tijd nog niet rijp is voor zus of zo. Begrijpt u dat mensen dan het hoofd schudden?

“Ja. Dat Joachim Coens en Georges-Louis Bouchez een opdracht als informateur hebben aanvaard, wijst erop dat zij dat ongeduld hebben begrepen. Voor twee nieuwelingen op dit niveau moet het geweldig verleidelijk zijn om te spreken tegen elke microfoon en camera die zich aandient, maar ze munten uit in zwijgen. Ik vind het een geweldig duo. Nu al. Gun hen die stilte en die discretie.”

Hoe groot is de kans dat ze de rode loper voor u uitrollen en dat u op 13 januari formateur wordt?

“Klein. Dat denk ik niet. Punt.”

Hoezo, punt? Dat is niet van uw gewoonte.

“Ik begrijp dat u de vraag moet stellen. En u moet begrijpen dat ik ze niet beantwoord.”

De volgende premier zal hoe dan ook iemand van ‘het centrum’ moeten zijn. De ene kant zal het nooit gunnen aan een Vlaams-nationalist, de andere kant nooit aan een Franstalige socialist.

“En toch is het aangewezen dat de grootste partij in dit land ook de premier levert. We hebben de voorbije vier jaar helaas ondervonden hoe nuttig dat is. Charles Michel was een erg moedige premier, maar hij bleef afhankelijk van N-VA. In al die jaren dat de CVP of de CD&V de grootste waren, heeft men ons nooit twee keer moeten vragen om de eerste minister te leveren. Het premierschap komt de grootste toe.”

Tenzij?

“Precies omdat ik een tsjeef ben, uit overtuiging, hou ik een slag om de arm en voeg ik daar dus aan toe: tenzij het absoluut noodzakelijk is. Ik weet dat u op helderheid gesteld bent, maar in de politiek kun je een vraag nooit met ja of nee beantwoorden.”

Dat is nochtans wat u gedaan heeft in ‘Villa Politica’, toen Linda De Win u vroeg of CD&V zou toetreden tot een paars-groene regering. ‘Nee’, zei u. Drie letters, terwijl u er doorgaans duizenden gebruikt.

“Het is niet dat Linda De Win mij toen bij de lurven had. Alleen begreep ik op dat moment niet waarom PS en N-VA niet samen voluit voor paars-geel gingen, wat paars-groen overbodig maakte. Maar er komt een moment dat je afstand moet nemen van die voorkeur.”

Zag Gwendolyn Rutten (Open Vld) zichzelf al als de premier van paars-groen? In wielerjargon: ze is te snel uit het wiel gekomen en kreeg de wind op de neus terwijl de spurt nog niet eens was ingezet.

“Misschien geloofde mevrouw Rutten wel oprecht in een paars-groen project? Dat is haar volste recht. Volgens mij ziet ze haar partij veel te graag om haar persoonlijke ambities te laten primeren boven die van haar partij. Zo werkt dat niet.”

Nu doet u alsof ambitie geen rol speelt. U weet beter, meneer Geens.

“Ik zal me preciezer uitdrukken: ik vind dat persoonlijke ambitie geen rol mág spelen. Dat geldt ook voor CD&V. Ik herhaal: als N-VA in de regering stapt, moet Bart De Wever premier worden. Ik zal hem daar graag bij helpen en ik zou het hem heel hard gunnen. Zelf doe ik met plezier wat mijn partij en mijn land mij vragen, in de geest van Kennedy.”

Maar u wilt hier niet zwart op wit afgedrukt zien: ‘Ik word geen premier’?

“Dat is geen nette vraag. Herlees wat ik gezegd heb en u zult merken: the answer, my friend, is blowin’ in the wind.

Ik schrijf niet alleen voor de goede verstaanders, meneer Geens.

“Onderschat uw lezers niet.”

Ik denk dat ook zij twijfelen: is Koen Geens echt onthecht en zegt dat hele premierschap hem niets, of is hij gewoon de koelbloedigste, die het langst in het wiel blijft zitten en er pas uitkomt in de laatste rechte lijn naar de Wetstraat 16?

“Ik ben absoluut niet koelbloedig. Veeleer warmbloedig zelfs.”

Wat mag 2020 u dan brengen, als het niet ‘de 16’ is?

“Moet het daar nu echt de hele tijd over gaan? Elke avond tel ik mijn zegeningen. Gezond blijven, dat is wat ik mijn gezin en mezelf ook volgend jaar toewens. Voor u zit een gelukkige mens, ongeacht de functie die hij uitoefent. Het spreekwoord wil dat la fonction fait l’homme. Voor mij geldt het omgekeerde: l’homme fait la fonction. Ik blijf dezelfde mens, in elke functie. Zelfs mocht CD&V in de oppositie gaan. Ik zou graag oud worden op de manier van Mark Eyskens. Zo onthecht, zo wijs, zo gezond, zo helder, zo welbespraakt.”

Herinnert u zich de titel boven het gesprek dat we met Eyskens (86) hadden deze zomer?

“Nee.”

Toe maar. ‘Koen Geens zou de ideale premier zijn.’ Zei hij.

“Mark is zelf premier geweest. In moeilijke omstandigheden. Het heeft geen zin om die ambitie te hebben.”

Laat staan om ze uit te spreken.

“Niet eens. Je kunt ze maar beter niet hebben.”

Ik wens u een zalige kerst toe en een warm eindejaar, daar in Lissabon.

Lisez l'article »