Aantal vennootschappen groeit fors sinds nieuwe wetgeving

le jeudi 14 mai 2020 09:01 Tijd

DIRK SELLESLAGH

Vandaag om 09:11

Het aantal nieuwe vennootschappen is in een jaar met een derde gegroeid. De flexibiliteit die in de nieuwe vennootschapswetgeving werd ingebouwd, lijkt haar werk te doen.

Sinds op 1 mei 2019 het nieuwe Wetboek Vennootschappen en Verenigingen van kracht werd, zijn in ons land 32.707 nieuwe vennootschappen opgericht. Dat is 34 procent meer dan in dezelfde periode een jaar eerder. Dat blijkt uit de eerste Ondernemersbarometer die de Federatie van het Notariaat publiceerde.

Het nieuwe wetboek biedt voordelen die niet in werking kunnen treden zolang de statuten niet zijn aangepast.

BART VAN OPSTAL

NOTARIS

Bijna (96%) alle nieuwe vennootschappen die sinds 1 mei 2019 zijn opgericht, zijn bv’s (besloten vennootschappen). ‘Dat ligt volledig in lijn met de bedoeling van de wetgever om van de besloten vennootschap dé vennootschapsvorm bij uitstek te maken’, zegt notaris Bart Van Opstal. In dezelfde periode werden slechts 767 nieuwe nv’s (naamloze vennootschappen) opgericht, 20 procent minder dan het jaar voordien. Sinds 1 mei 2019 is de nv vooral bedoeld voor grote en beursgenoteerde bedrijven.

Het aantal nieuwe vennootschappen zat maand na maand in de lift. Die gestage aanwas werd wel gefnuikt toen midden maart de coronacrisis uitbrak. ‘Sindsdien is de vraag om nieuwe vennootschappen op te richten gedaald, een evolutie die aanhield in april’, zegt Van Opstal.

Bestaande vennootschappen talmen

Uit de Ondernemersbarometer blijkt verder dat ondernemingen wachten om hun statuten aan de nieuwe wetgeving aan te passen. Bestaande vennootschappen hebben daarvoor tot 31 december 2023 de tijd. Tot nu heeft maar 5 procent van hen een statutenwijziging doorgevoerd.

‘Nochtans hebben bedrijven er alle belang bij niet te lang te talmen’, zegt Van Opstal. ‘Het nieuwe wetboek biedt voordelen die niet kunnen ingaan zolang de statuten niet zijn aangepast. Enkele voorbeelden. Als de statuten worden aangepast, kan de zaakvoerder van een familiebedrijf de opvolging veel beter regelen. Hij kan ook aandelen schenken aan zijn kinderen en tegelijk de zeggenschap behouden. Bovendien kunnen aandeelhouders van bv's veel vlotter toe- en uittreden.’