Afscheid van de "goede huisvader"

le vendredi 18 juin 2021 09:00 Het Nieuwsblad

Elke volwassene is in zijn leven weleens een “goede huisvader”, iemand die de gehuurde woning, de geleasde auto moet onderhouden en desnoods herstellen alsof het zijn eigendom was. In het kader van de modernisering van de wetboeken die nog door Koen Geens ingezet werd, ruimt de eeuwenoude terminologie straks plaats voor een alternatief, dat vooral genderneutraal moet zijn.

De goede huisvader is een begrip uit het Romeinse recht. De bonus pater familias moest zijn gezond verstand en zin voor voorzorg gebruiken om zijn familie te behoeden voor (financiële) nadelen. Iets wat volgens de Romeinen uitsluitend was weggelegd voor de man als gezinshoofd. Daar was Napoleon het helemaal mee eens. Volgens zijn Code civil uit 1804, die hij in alle veroverde gebieden oplegde om het sociaal en economisch leven in goede banen te leiden, werd de vrouw door haar huwelijk zelfs onbekwaam.

Gendergelijkheid

Toen hij tijdens zijn ballingschap op Sint-Helena voorspelde dat zijn burgerlijk wetboek eeuwig zou voortbestaan, zat Napoleon er niet ver naast. Ook in ons land spreekt men in wetteksten en officiële documenten nog vaak van de zorgen van de goede huisvader. Maar intussen ondertekenen ook vrouwen huurcontracten of andere overeenkomsten waarbij hen, bizar genoeg, nog altijd gevraagd wordt als een goede huisvader zorg te dragen voor de zaken waarvan zij het vruchtgebruik krijgen. De term huismoeder in de wettekst inlassen ging nog niet ver genoeg richting gender­gelijkheid, want ook vrouwelijke singles zetten hun handtekening onder verbintenissen die de verzorgingsplicht bevatten.

Er zat dus niets anders op dan een genderneutraal alternatief te bedenken voor de formulering “goede huis­vader”. In het kader van de grootschalige modernisering van onze wetboeken die nog door ex-minister van Justitie Koen Geens (CD&V) werd opgestart, dienden de meerderheidspartijen in februari een voorstel tot wetswijziging in die zin in. De bevoegde commissie kon zich best vinden in “een voorzichtig en redelijk persoon”. De bal ligt nu bij de voltallige Kamer, die het voorstel volgende week opnieuw bespreekt.

Wat is fout?

“Hiermee gaan we richting een inclusief taalgebruik, eerder dan uit te gaan van de klassieke stereotypen van weleer”, zegt Jessika Soors, woordvoerster van staats­secretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit Sarah Schlitz (Ecolo). “Maar in de praktijk verandert er voor de modale burger niets.” En juist dat vinden sommige juristen spijtig. Zij hadden graag duidelijker omschreven gezien wanneer de “voorzichtige en redelijke persoon” in de fout gaat. Dat wordt voorlopig in grote mate overgelaten aan de inschatting van de rechter.

Yves Barbieux