Pinksteren is voor mij de moed van de overtuiging die in de boodschap van Pasen zit. Met overtuiging maar zonder moed loop je niet ver.
Moed komt niet van een fysieke, maar van een geestelijke bron: het is geen kracht in strikte zin, maar inspiratie. Morele moed. Die zelfs tegen de tekenen van de tijd in aanzet tot handelen en spreken. Wie erdoor wordt aangestoken, kan niet meer zwijgen. De apostelen konden niet anders dan de blijde boodschap verkondigen en ernaar handelen. Jezus was niet voor niets zo moedig gestorven.
Moedig zeggen waarop het staat is mogelijk zonder de ander te kwetsen. Zodat die niet wordt vernederd, maar wel wordt aangesproken om mee te denken en te handelen.
In landen met fatsoen kan die moed levens redden. In landen zonder fatsoen kan hij je leven kosten. Hoe geïnspireerd een persoon ook is, niet ieder fatsoenlijk mens kan de moed evenaren van Havel, Mandela of Navalny (Ian Buruma, Opinie DS, 25 april).
Er valt zeker geen tijd te verliezen als het aankomt op het stichten van vrede, het redden van levens en vluchtelingen, het delen van rijkdom, het zorgen voor jongeren en ouderen, en de openheid naar andersdenkenden en andere culturen.
Toch is ijverzucht uit den boze. We moeten durven genieten van het moment. Hoe belangrijk ‘het werk’ moge zijn, ook de bloemen in het veld en de vogels in de lucht verdienen onze volle aandacht. De liefde voor onze naasten nog meer.
De waarheid loopt immers niet weg. Zoals de menhir hieronder, is de waarheid ‘tijdeloos’ -menhir betekent letterlijk vertaald uit het Bretoens ‘een lange steen’.
De waarheid verwacht ons, te allen tijde. Al hebben vorige generaties reeds met haar kennisgemaakt, we moeten de waarheid altijd opnieuw onder ogen zien: “De tijden scheiden de mensen niet, …ze weten niet waar het begin is en waar het einde van de dingen…” (vrij vertaald naar Jean-François Bernardini).
Zalig Pinksterfeest.
Lees #DeWeekvanGeens »