Doorbraak.be - Koen Geens: ‘Fiscale autonomie voor Vlaanderen is een must’

le samedi 11 octobre 2025 12:49 Articles

Doorbraak.be - Koen Geens: ‘Fiscale autonomie voor Vlaanderen is een must’

Premier Bart De Wever (N-VA) moet op zoek naar vele miljarden. Oud-minister van Financiën Koen Geens helpt hem een handje.

De situatie is ernstig en dringend. Dat was, in een notendop, de boodschap van Bart De Wever (N-VA) tijdens het openingscollege politicologie eerder deze week. De eerste minister verzekerde de aanwezige studenten dat hun sociale zekerheid helemaal niet zeker is, tenzij deze federale ploeg echt kan doorpakken. Een analyse die oud-minister Koen Geens (cd&v) niet koud laat: ‘De sociale zekerheid moet structureel gezond gemaakt worden. Idealiter worden de deelstaten ook fiscaal echt autonoom.’

Als minister doorzwom Geens al meerdere budgettaire watertjes, eerst als minister van Financiën in de regering-Di Rupo (2013-2014), daarna zes jaar lang als minister van Justitie in de regeringen-Michel en -Wilmes. In 2024 zwaaide hij de nationale politiek vaarwel. Burger Geens volgt de wapenfeiten van zijn opvolgers natuurlijk wel op de voet.

Premier De Wever schetste tijdens zijn openingscollege aan de UGent een somber beeld van de Belgische begrotingssituatie en het overleven van wat hij onze ‘welvaartsstaat’ noemde. We moeten eindelijk ‘naar hem luisteren’. Heeft de eerste minister gelijk?

Koen Geens: Ik luister altijd naar de premier wanneer hij spreekt. En dat is ook meestal interessant (glimlacht). Maar volgens mij heeft hij niets nieuws gezegd.

Het is duidelijk dat de Belgische begrotingsstructuur verschillende anomalieën kent die een verbetering van de budgettaire situatie bemoeilijken. De federale regering heeft uiteindelijk maar een erg beperkt deel van de belastinginkomsten die zij int, zo’n 170 miljard euro per jaar, echt in de hand. Al de rest moet zij afdragen aan zaken die zijn vastgelegd bij wet. Het sociale zekerheids-tekort: zo’n 55 miljard. De deelstaten: 80 miljard. Europa: 8 miljard. En dan de interesten op de leningen, een miljard of 12. U ziet: dan schiet er niet veel meer over waarover de premier echt kan beschikken.

Ongeveer 25 miljard euro, dus. Daarmee kan hij niet veel beleid voeren, lijkt me.

Nee, waardoor hij nog eens 20 miljard euro bijkomend moet lenen. Aan sommige van die overdrachten kan hij vandaag ook niets veranderen, met name die aan de deelstaten en aan de Europese Unie. Twee beleidsniveaus waaraan de premier overigens erg veel waarde hecht. Aan die interesten op onze leningen kan hij ook niets doen, want die liggen vast in de obligaties die door de staat zijn uitgegeven. Dus het enige waarin hij kan schakelen zijn de eigen uitgaven, dat weinige dat overblijft na aftrek van alle afdrachten, en de sociale zekerheid, het tekort van 55 miljard dat de federale overheid moet bijpassen uit de algemene middelen.

We kunnen veel praten, maar we kunnen er op korte termijn niet zo veel aan doen.

Wie dat overschouwt, zou wel eens wanhopig kunnen worden. We kunnen veel praten, maar we kunnen er op korte termijn niet zo veel aan doen. Iedereen spreekt over miljarden en percenten, maar dat zijn zulke bedragen en zulke verschillen dat de meeste mensen zich daar maar weinig kunnen bij voorstellen.

Tijdens zijn college stond De Wever lang stil bij de sociale zekerheid. Dat is de grote post waarop de regering enigszins vat heeft. Of vat op kán hebben.

De sociale zekerheid moet structureel gezond gemaakt worden. Dat is waarmee deze regering bezig is, met de pensioenhervorming, met de beperking van de werkloosheid in de tijd, enzovoort. De Wever wil dat enorm tekort van 55 miljard onder controle krijgen en terugdringen. Een tekort dat overigens meer dan één derde van de totale uitgaven in de sociale zekerheid vertegenwoordigt. De sociale bijdragen van werkgevers en werknemers, die eigenlijk de sociale zekerheid moeten financieren, zijn maar goed voor zo’n 83 miljard. Als je op 146 miljard sociale zekerheidsuitgaven meer dan 50 miljard tekort komt, heb je een groot probleem. Een structureel probleem, ook.

Wat kunnen we daaraan doen? Ik heb dikwijls geschreven dat een staatshervorming een deel van de oplossing kan zijn. Omdat ik denk dat de deelstaten het net iets gemakkelijker hebben om zelf te sparen. Maar nu Bart De Wever premier is met een centrumrechtse meerderheid in Franstalig België, is het misschien wel mogelijk om de grote hervormingen op federaal niveau door te voeren.

De eerste minister is tevreden over de al genomen beslissingen, maar maakt duidelijk dat meer nodig is. U lijkt het daarmee eens te zijn.

U moet begrijpen hoe Belgische regeringen doorgaans besparen. Dat lijkt een beetje op een bokser die vlak voor een boksmatch zwaar traint en afvalt om het toegelaten gewicht te halen. Die bokser zijn wij die naar de Europese Commissie stappen, trots dat we het tekort een beetje terugdringen. Maar onmiddellijk na de match komt hij dat gewicht weer bij. En dat is ook het risico voor België. Dat het tijdelijke ingrepen zijn, niet structureel, die eventueel door een volgende regering worden herzien of op langere termijn onvoldoende blijken.

Het risico bestaat dat het tijdelijke maatregelen zijn, die op langere termijn onvoldoende blijken.

De regering-Michel heeft al belangrijke stappen gezet. Door de pensioenleeftijd op te schroeven naar 67, bijvoorbeeld. En inderdaad, een maatregel als de beperking van de werkloosheid in de tijd hadden we al eerder moeten invoeren. Maar het is vooral belangrijk dat die maatregelen nu op lange termijn volgehouden worden. Dat is niet eenvoudig, omdat ze sommige mensen pijn zullen doen. U ziet bijvoorbeeld hoe in de ziekteverzekering een kleine verhoging van het remgeld heel wat stof doet opwaaien. En dat is, met alle respect, nu niet de grootste ingreep.

Mensen vinden dat aan hun ‘verworven rechten’ getornd wordt. Heeft u begrip voor de kritiek van bijvoorbeeld de vakbonden? Die kritiek raakt cd&v misschien harder dan de N-VA van de eerste minister.

Ik vind dat iedereen het recht heeft om te klagen over zaken waarover hij niet gelukkig is. In die zin heb ik begrip. Wel zou ik opletten met het begrip ‘verworven recht’, dat is een beladen term. Wanneer is iets ‘verworven’, waardoor het nooit meer kan worden veranderd, ook niet in de toekomst, ook niet voor volgende generaties? Dat is geen eenvoudige discussie.

Wel waarschuw ik voor retroactieve maatregelen. Stel bijvoorbeeld dat gelijkgestelde periodes uit het verleden meegeteld werden voor het pensioen en dat die nu plots niet meer in aanmerking komen, dan heb je een probleem. Dat lijkt op contractbreuk. Maar dat is niet zo als je zegt: in het verleden deden we het, maar voor de toekomst gaan we vergelijkbare periodes niet meer gelijkstellen. Iets voor de toekomst veranderen, dat is op zich niet verkeerd.

De Wever nam artikel 23 van de Belgische grondwet in het vizier. Dat artikel lijst enkele sociale rechten op die een federale overheid slechts onder strikte voorwaarden kan afbouwen – het zogenaamde standstill-beginsel. Vindt u het verstandig dat zulke rechten, waaronder het recht op sociale zekerheid, ‘vergrondwettelijkt’ werden?

(Denkt na) Ik denk niet dat men zich destijds realiseerde wat de impact van de inschrijving van het standstill-beginsel in de grondwet inzake sociale rechten zou zijn. Maar dat is eigenlijk zo voor alle basisteksten, ook voor alle grondrechten. Die leiden een eigen leven eens ze aangenomen zijn, en worden door rechtscolleges geïnterpreteerd zoals ze geïnterpreteerd worden. Dat is ook het gevolg van de oprichting van een Grondwettelijk Hof. De interpretatie van het standstill-principe is een taak van het Hof.

Ik ben geen voorstander van te veel ad hoc kritiek op beslissingen van de rechtsmacht.

Het parlement is natuurlijk vrij om met een bijzondere meerderheid artikel 23 te wijzigen. Ik begrijp de kritiek van sommige partijen, ik was als minister van Justitie ook niet altijd gelukkig met de beslissingen van het Hof. Maar in een rechtsstaat, en dat zijn we, hebben we maar twee opties: ofwel brengen we het beleid in overeenstemming met het oordeel van het Grondwettelijk Hof, ofwel passen we de grondwetsbepaling aan die tot de voor het beleid negatieve beslissing leidde. Maar ik ben geen voorstander van te veel ad hoc kritiek op beslissingen van de rechtsmacht.

De federale regering staat voor een aartsmoeilijke begrotingsoefening, terwijl de Vlaamse regering van Matthias Diependaele de rekeningen al bij al gemakkelijk op orde krijgt. Zit er een weeffout in de Belgische constructie? Krijgt Vlaanderen te veel geld en België te weinig?

Het is niet zozeer dat België te weinig krijgt en Vlaanderen te veel. Wel denk ik niet dat het verstandig is dat de federale overheid, België, in zeer grote mate voorziet in de financiering van de deelstaten, van de gemeenschappen en de gewesten. Daar zit een probleem.

Het zou beter zijn om Vlaanderen zijn eigen belastingen te laten heffen en voor zijn eigen rekeningen te laten zorgen. Idem voor Brussel en Wallonië. Vandaag heeft Vlaanderen een zekere fiscale autonomie, maar die is beperkt. Bovendien gebruikt de Vlaamse overheid die niet of nauwelijks. Een overheidsniveau wordt volgens mij maar volwassen wanneer het rechtstreeks geconfronteerd wordt met de belastingbetaler. Fiscale autonomie voor Vlaanderen is daarom, denk ik, een must. En natuurlijk ook voor onze buren.

Fiscale autonomie voor Vlaanderen is een must.

Als uw burgemeester laat weten een nieuw sportcentrum te zullen bouwen en dat hij daarvoor de gemeentelijke opcentiemen zal verhogen, dan zal hij daarvoor verantwoording moeten afleggen. Want misschien heeft een meerderheid van de bevolking liever lagere belastingen en géén sportcentrum. Wel, Vlaanderen komt eigenlijk nooit in die situatie terecht. En het vreemde is dat het Waals en het Brussels Gewest ook nooit de neiging hebben eigen belastingen te heffen, ondanks hun enorme tekorten. Zij gaan ervan uit dat de federale dotaties wel zullen komen. ‘Wie betaalt, bepaalt en wie bepaalt, betaalt’ zou het motto moeten zijn. Dat is de weeffout.

Uit uw eigen ervaring: wat zijn vandaag de belangrijkste obstakels voor de regering-De Wever?

De moeilijkste uitdaging van de premier is de noodzakelijke uitgavenshift. Geen taxshift, dus, maar een uitgavenshift. De voorbije vijftig jaar heeft de Belgische overheid systematisch op haar ‘gezagsdepartementen’ bespaard. De gebouwen zijn armtierig, we hebben te weinig gevangenissen, de kazernes zijn versleten, de ambassades werden gefuseerd enzovoort. Men heeft de uitgaven aan deze departementen als aandeel van het bbp gereduceerd, ook in vergelijking met andere rijke landen zoals Nederland, Duitsland en de Scandinavische landen.

Een goedkope justitie lijkt leuk, tot je jaren moet wachten in de rechtbank.

Wij hebben die domeinen verwaarloosd. Voor defensie wordt dat tij nu gekeerd, maar voor andere domeinen is dat niet zo. Ik denk bijvoorbeeld niet dat er van die investeringen in Justitie veel in huis zal komen. Het ‘water zal ons wel aan de lippen staan’. Goed, maar dan blijven we steken op een niveau van dienstverlening dat suboptimaal is, en dat de burger niet het gevoel geeft dat zijn geld goed wordt besteed. Een goedkope justitie lijkt leuk, tot je jaren moet wachten in de rechtbank.

Gaat zo’n ‘uitgavenshift’ dan enkel over meer geld voor wat iemand anders de ‘kerntaken’ van de federale overheid zou noemen?

Ik heb nog niet gesproken over de tax expenditures, de fiscale uitgaven. Dat zijn de aftrekken, belastingverminderingen, tariefverlagingen … die we toestaan als afwijking op de algemene belastingregimes. In begrotingstermen worden dat soort misgelopen inkomsten gekwalificeerd als een minderontvangst. Ik zeg niet dat uitzonderingen per definitie verkeerd zijn, maar de vraag is: hoeveel kost ons dat? Wel, in 2022 was dat 35 miljard. Vandaag raam ik die uitgaven op zo’n 40 miljard.

Niemand kent die speeltuin van de fiscale uitgaven in zijn totaliteit; dat is een doolhof. Wel weet ik dat de fiscale uitgaven tijdens het begrotingsoverleg steevast heel wat tijd in beslag nemen. En wel omdat ze de verschillende vicepremiers toelaten allerlei fiscale voordelen te versieren die interessant zijn, ook buiten de eigen bevoegdheden. Allemaal samen is dat dus een gigantisch bedrag dat wij nooit serieus evalueren. Ik denk dat we door de fiscale uitgaven kritisch tegen het licht te houden, ook een uitgavenshift kunnen realiseren.

Wat maakt u van het eerste halfjaar van de regering-De Wever? Is zijn regering een waardige opvolger van de verschillende regeringen waarvan u deel uitmaakte?

De regering-di Rupo, waarin ik minister van Financiën was, maar ook de regering-Michel waarvan de N-VA zelf deel uitmaakte, deden verdienstelijk werk op begrotingsvlak. We waren echt op het goede spoor toen we dom uitgleden over Marrakesh. Dat de Franstaligen nadien om die reden niet graag in de regering stapten met de N-VA was begrijpelijk, maar betreurde ik.

Het deed ons – met covid bovenop – vijf jaar budgettair herstel verliezen. We konden niet anders dan ondergaan. De sfeer is gelukkig omgeslagen na de jongste verkiezingen met een centrumrechtse meerderheid aan beide zijden van de taalgrens. Bart De Wever heeft moedig de handschoen opgenomen. Daar ben ik blij om en ik wens hem en zijn regering veel succes. Het lijkt alvast de goede kant op te gaan, maar niets is verworven.

Roan Asselman

Link naar het artikel »