Question de Philippe Pivin (MR) concernant de la création d'un conseil des leaders religieux et de l'action laïque.
REPONSE:
(1) Le Premier ministre s’est engagé ensemble avec moi-même à proposer au Gouvernement de créer un organe de concertation permanent avec les représentants des cultes reconnus et de la laïcité, après une réunion avec leurs représentants, où tous se sont distanciés du terrorisme, de l'intégrisme, de la radicalisation et des prêcheurs de haine.
Les représentants de tous les cultes reconnus et de la laïcité ont signé une déclaration reprenant les principes de base de la société belge. "Ces principes, dont la séparation de l'Église et de l'État, la liberté d'expression, la lutte contre les discriminations, la liberté de croire et de ne pas croire mais aussi l'indispensable égalité entre hommes et femmes, ne sont pas négociables", affirme la déclaration. "Ni aujourd'hui. Ni demain." "Nous ne voulons pas d'une société repliée sur elle-même, méfiante", poursuit la déclaration. "Pour lutter contre le risque de repli identitaire, nous devons œuvrer inlassablement à une société où chaque individu est respecté et respecte l'autre. (...) Notre volonté est intangible: nous continuerons de défendre et de promouvoir le socle commun de nos valeurs. Le radicalisme doit être combattu sans relâche et sans ambiguïté." La proposition de pérenniser la concertation a reçu l'approbation de tous les participants.
(2) L’institutionnalisation de la concertation entre les autorités civiles, les organes représentatifs des cultes reconnus et les organisations philosophiques non confessionnelles reconnues est inscrite à l’agenda du Conseil des ministres de ce vendredi 27 mai et est discutée en ce moment même au sein d’un groupe de travail intercabinets qui se tient à mon Cabinet. Les missions possibles proposées sont :
a) Stimuler le dialogue entre les autorités civiles, les autorités religieuses et la laïcité
b) Se concerter sur des sujets touchant à la fois toutes les autorités et la population
c) Réagir face au terrorisme, radicalisme, haine et toute forme de violence en concertation constructive
d) Assurer par les organisations internes respectives des cultes reconnus et de la laïcité la même démarche initiée par les responsables sur le plan local (provincial, communal) avec l’impulsion et la collaboration des Régions et de la Communauté germanophone
e) Actions communes à déterminer et à recevoir un soutien extérieur comme par exemple la marche du 15 mars 2015 à Bruxelles
(3) Comme je l’ai dit à l’instant, un IKW se penche en ce moment sur l’institutionnalisation précise de cette concertation, suite à laquelle le Conseil des ministres prendra une décision.
Vraag van Koenraad Degroote (N-VA) over het drugsbeleid op grote evenementen.
ANTWOORD
Vooreerst wil ik opnieuw beklemtonen dat het huidige drugsbeleid in België het gebruik in de publieke ruimte niet tolereert. Justitie werkt aan deze beleidslijn actief mee, weliswaar binnen de grenzen van haar middelen en capaciteiten.
Wat betreft de opsporing en de strafrechtelijke vervolging van het druggebruik geeft justitie de prioriteit aan problematisch gebruik, waartoe ook gedrag dat de volksgezondheid en de openbare veiligheid in gevaar brengt kan worden gerekend.
We willen bijvoorbeeld voorkomen dat jongeren of andere festivalgangers voor het eerst in contact komen met deze voor de gezondheid erg schadelijke producten en willen daarbij vooral ontradend werken.
De cijfers van de (vooraf aangekondigde) acties tijdens pukkelpop 2015, waarnaar u in uw vraag verwijst, kunnen mijn inziens veeleer positief dan ondermaats worden beschouwd.
De duidelijke voorafgaande communicatie heeft er misschien wel voor gezorgd dat heel wat festivalgangers beseften dat een groot muziekfestival niet de geschikte plaats is om drugs te gebruiken of deze op het festivalterrein of de camping binnen te smokkelen.
Uiteraard zijn de praktische problemen op het stuk van de inning via de betaalterminal op te lossen. Dit behoort echter niet tot de bevoegdheid van justitie maar van mijn collega voor veiligheid en Binnenlandse Zaken.
De geactualiseerde omzendbrief inzake drugs COL 15/2015, die in de plaats is getreden van de omzendbrieven van 2003 en 2005, reikt het openbaar ministerie op een realistische manier instrumenten aan om prioriteiten te stellen. Daarbij wordt ruimte gelaten voor een meer specifiek beleid op lokaal niveau, bijv. wanneer de procureur des Konings dit opportuun oordeelt. Een strenger sanctioneringsbeleid ten aanzien van druggebruik op grote evenementen kan daarin kaderen.
Wat betreft een eventuele ruimere toepassing naar andere festivals toe, heb ik nog geen verdere informatie ontvangen van het College van procureurs-generaal.
Een beleid op maat betekent echter dat we niet alle evenementen over dezelfde kam moeten scheren. Bovendien moeten de veiligheidsrisico’s ook in een ruimer kader worden bekeken, waarbij ook de beschermingsmaatregelen tegen de terreurdreiging mee in overweging moeten worden genomen.