Antiterreurbeleid

op 31 juli 2016 09:53 Opiniestukken

Het is ongebruikelijk dat een Minister van Justitie midden in de zomer in zijn pen kruipt om zijn antiterreurbeleid toe te lichten. De gebeurtenissen van de laatste maanden en de generieke verwijzing naar 'een' Patriot Act de voorbije dagen laten mij geen andere keuze. Ik zou pleidooien voor een verdere verstrenging van de bestaande en de nog op stapel staande wetgeving, kunnen beantwoorden zoals de Franse Minister van Justitie vorige week in Le Monde deed, onder een al even generieke verwijzing naar het risico op 'een' Guantanamoïsation.

Het is niet alleen uit respect voor onze grootste coalitiepartner en uit respect voor de Verenigde Staten, dat ik liever sober reageer, maar ook omdat ik, vanuit mijn functie, empathisch naar de angst van de burger wil luisteren. Dan kan het uiteindelijk antwoord enkel bestaan in concrete daden, niet in grote woorden: beleidsacties, gestemde wetten, ingeleide wetsontwerpen, voorbeelden van gerechtelijke acties, van vonnissen en arresten die bewijzen dat de Belgische justitie onder de moeilijke omstandigheden behoorlijk effectief is, en, als verder alles gestemd en uitgevoerd wordt wat voorligt, dat zij nog veel effectiever zal worden. Onze Belgische parketten en Hoven en Rechtbanken hebben het beste record in Europa op het stuk van effectieve terro-veroordeelden de laatste jaren. Maar het kan zeker nog beter.

De concrete daden waarvan ik daarnet sprak, moeten gedragen worden door een visie op de rechtsstaat, liefst van al een concrete standaard die als leidraad kan dienen. De verzoening tussen de rechten en vrijheden van het individu en de collectieve veiligheid van de gemeenschap, is inderdaad een permanente uitdaging voor de moderne rechtsstaat, de democratie en de mensenrechten, in het bijzonder de rechten van de verdediging. Bij herhaling heb ik verdedigd dat de grens tussen vrijheid en veiligheid moest getrokken worden daar waar een bewindsman die diep doordrongen is van de rechten en vrijheden maar die zich verantwoordelijk weet voor de publieke veiligheid dat zou doen onmiddellijk na een blinde terreuraanslag waarbij vele onschuldige slachtoffers vielen. Aan die standaard heb ik mij de voorbije 21 maanden nauwgezet gehouden. En dat wil ik ook graag in de volgende 34 maanden doen: geen heilig respect voor privacy en vrije meningsuiting wanneer de aantasting daarvan niet betekenisvol lijkt in vergelijking tot het kwaad dat kan vermeden worden (bv. verbod vrije hate speech, opheffing van anonimiteit van prepaidkaarten), maar onwrikbaarheid als het erop aankomt de grondslagen van onze samenleving te verdedigen, ook in tijden van terreur (bv. toestemming magistraat voor bijzondere opsporing- of inlichtingenmethodes).

Zo heb ik de nachtelijke huiszoekingen bij verdenking van terrorisme geëist en verkregen. Deze maatregel maakte een indrukwekkend effectieve reeks van 45 huiszoekingen mogelijk in de nacht van vrijdag 17 op zaterdag 18 juni .

Eerder werd na annulatie door het Grondwettelijk Hof de wet dataretentie herstemd, waardoor de telefoonoperatoren verplicht zijn 12 maanden alle mobiele telefoon- en sms gegevens te bewaren voor eventueel gerechtelijk gebruik. Ontelbare preventieve en repressieve gerechtelijke onderzoeken konden zo tot een goed einde worden gebracht.

Eveneens heb ik de opheffing van de anonimiteit van de prepaidkaarten voorgesteld en uiteindelijk verkregen. Elk dossier van de voorbije 20 maanden puilt uit van snel gewisselde betaalkaarten die niet onmiddellijk aan een persoon konden worden toegewezen.

Tenslotte heb ik kort na Verviers de verlenging van de administratieve aanhouding tot 48 of 72u gevraagd, maar door een aarzelende oppositie heeft het parlement op dat stuk nog steeds de grondwet niet gewijzigd.

Elke keer is de vraag: blijkt op basis van ervaring dat dit een nuttige maatregel zou zijn, en als dat zo is, welke maatregelen dringen zich dan op om de basisrechten van het individu te beschermen? Slechts als op beide vragen een afdoende antwoord bestaat, kan een maatregel worden voorgesteld en genomen.

Zo zal elke overheid, zich het hoofd breken hoe ze een aanslag als die in Nice had kunnen voorkomen. Al weet elk mens van gezond verstand dat een kleine toevalligheid in de oorzakelijkheidsketen het noodlot had kunnen afwenden, toch ligt een antwoord, laat staan een evidente maatregel niet voor de hand. De dader viel niet licht te (her-)kennen, het 'wapen' niet eenvoudig op te sporen. En zoals het 'event' in Nice, waren er die dag honderden in Frankrijk. Soms moet men toegeven dat men het juiste antwoord (nog) niet kent: een zeer begrijpelijke angst dan beantwoorden met maatregelen die enkel een vals gevoel van veiligheid geven, en overigens groot onheil stichten, is evenwel misplaatst.

Zopas heb ik slechts de vier meest tot de verbeelding sprekende maatregelen aangegeven die in de pers en de publieke opinie bij herhaling onder de aandacht werden gebracht. Maar vele andere maatregelen zijn zo mogelijk ingrijpender. Ik neem er slechts een greep uit, op risico af te vervelen, precies omdat veel van wat onder noemers als Patriot Act schuil gaat, vandaag of binnenkort in ons land mogelijk is of zal zijn, zij het met een veel betere rechtsbescherming van het individu.

In drie terrowetten werd de lijst van terroristische misdrijven systematisch uitgebreid naar het loutere vertrek naar het buitenland (met mogelijke anticipatieve intrekking door de Minister van Binnenlandse Zaken van de identiteitskaart) en de terugkeer naar het binnenland, louter voor terroristische doeleinden, alsook naar het rechtstreeks of onrechtstreeks aanzetten tot terrorisme, bijvoorbeeld door hate speech. Net voor het reces stemde het Parlement een wet waardoor het risico op een terroristische aanslag niet meer moet bewezen worden om hate speech strafbaar te maken. Het kwam de Minister van Justitie te staan op zware verwijten van de Liga voor de Rechten van de Mens die dit ten onrechte een inbreuk op de vrije meningsuiting noemde. Aan hen die nog verder willen gaan dan het Parlement goedkeurde, kan ik alleen maar zeggen dat onze rechtspraak in staat mag geacht worden om ook zonder nieuwe wettelijke bepalingen het gevaarlijke negationisme en de hatelijke apologie te onderscheiden in haar effecten van een welgemeende waarschuwing tegen overdreven occidentalisme -d.i. een houding die erin bestaat het westen van elk zonde vrij te pleiten.

Op preventief vlak is het voortaan mogelijk voor de Raadkamer om, veel makkelijker dan voor andere misdrijven, terroverdachten in voorlopige hechtenis te nemen. Inzake strafuitvoering kan de enkelband niet, en is dus de gevangenis de enig mogelijke uitvoering indien de terroveroordeelde een straf van minder dan drie jaar opliep.

Preventief werd een databank van (potentiële) Syriëstrijders aangelegd door OCAD die wordt gevoed en geraadpleegd door alle bevoegde diensten, en evenzeer wordt er zo'n databank aangelegd van haatpredikers.

In elke risicogemeente of -stad werd, ingevolge een federale circulaire van justitie en binnenlandse zaken, een integrale veiligheidscel opgericht waarin alle bevoegde federale, regionale en lokale, preventieve en repressieve diensten de beschikbare informatie over Syriëstrijders en terrorisme uitwisselen.

Omdat dit niet altijd onder het zegel van de geheimhouding kan gebeuren, wordt gewerkt aan een wettelijk regime van deelbare beroepsgeheimen.

Systematisch worden ingevolge een Ministeriële circulaire de bezittingen en rekeningen van Syriëstrijders bevroren door onze Veiligheidsraad, telkens op voorstel van Justitie.

Op dit ogenblik wordt in het parlement op voorstel van Justitie een geheel nieuwe wetgeving inzake bijzondere opsporingstechnieken (BOM) besproken waarover parket en gerechtelijke politie, onder toezicht van de onderzoeksrechter zullen beschikken. De modernste technieken van inkijk en infiltratie in woningen, informaticasystemen en internet worden geregeld, zonder dat de gebruiker daarvan op de hoogte is, maar uiteraard onder rechterlijk toezicht. De afluistermogelijkheden, steeds met toestemming van de onderzoeksrechter, werden uitgebreid, o.a. voor het afluisteren voor doeleinden van de opsporing van wapenhandel alsook van seksuele uitbuiting van kinderen en mensenhandel. Huiszoekingen kunnen voortaan zonder gerechtelijk onderzoek, al moet zij nog steeds door de onderzoeksrechter worden toegestaan (zgn. mini-instructie).

Voor het reces werd door de regering, op initiatief van de Ministers van Defensie en Justitie, een wetsontwerp inzake bijzondere inlichtingenmethodes (BIM) naar het Parlement gestuurd. Ook methodes van de Staatsveiligheid en de Militaire Inlichtingendienst worden aangepast aan de recentste technische vereisten, zodat zij effectiever kunnen ageren. Steeds en opnieuw met het juiste toezicht, en onder controle van de juiste instanties. Zo wordt de Staatsveiligheid permanent opgevolgd door een BIM-commissie bestaande uit drie magistraten. Maar voortaan zal zij vanaf het Belgisch grondgebied Syriëstrijders in het buitenland kunnen opvolgen, en werd in een bijzondere hoogdringendheidsmethode voorzien.

Het is zeker niet Justitie dat zich zal verzetten tegen het zgn. gewapend bestuur -al had de Patriot Act daarmee of met de lokale besturen weinig te maken. Een betere bestuurlijke handhaving op o.a. lokaal niveau is één van de leidraden die loopt doorheen de zopas interfederaal goedgekeurde Kadernota Integrale Veiligheid -waar mijn kabinet de dynamische trekker van was.

Vandaag heeft de burgemeester reeds belangrijke hefbomen: zo kan hij etablissementen sluiten, ook religieuze instellingen indien de openbare orde wordt verstoord, zelfs indien de daar uitgevoerde activiteiten op zich legaal zijn.

Op voorstel van de Minister van Binnenlandse Zaken werkt de regering aan een herziening van de camerawet, waardoor de mogelijkheid zal gegeven worden aan de politiediensten om ‘slimme’ en 'heimelijke' camera’s te gebruiken tegen personen of plaatsen die een gevaar kunnen inhouden voor de samenleving.

Maar steeds en opnieuw onder toezicht van bevoegde instanties die waken over rechten en vrijheden. Ander voorbeeld, in het gerechtelijk arrondissement Oost-Vlaanderen werken federale politie, lokale politie, inspectiediensten, arbeidsauditoraat en Rechtbank van Koophandel nauw samen in de strijd tegen malafide nieuwe vennootschappen. De lokale wijkagent speelt een belangrijke rol vanuit een knipperlichtfunctie. De vennootschappen worden vanuit de Algemene Nationale Gegevensbank (de databank politie) gescreend. De fenomeenmagistraat beslist nadien tot opsporings- of gerechtelijk onderzoek, rechercheoverleg met verschillende partners of tot een handelsonderzoek.

Precies omdat justitie een kwestie van balans en evenwicht is, d.i. een "ars aequi et boni" die geen extremiteiten verdraagt, ook niet in de bestrijding van het kwaad, lijkt het beter overdrijving en polemisering te vermijden. Onder het motto naar de angsten van de mensen te luisteren, zou men die angsten -zij het ongewild- kunnen aanwakkeren. Is de angst van de bevolking begrijpelijk en concreet, dan blijft ze voor de bewindslieden een slechte raadgever.