Rechten van slachtoffers en ondervraagden garanderen

op 24 november 2016 13:09 Persberichten

Minister van Justitie Koen Geens stelde vandaag de Salduz-richtlijn voor in aanwezigheid van eerste Advocaat-generaal Yves Liégeois en korpschef van politiezone Herent-Kortenberg Walter Endels. De Salduz bis-wet zal op 27 november in werking treden.

1)Recht op bijstand van een advocaat bij alle verhoren

Voortaan zullen alle personen die als verdachte worden verhoord van feiten waarvoor een vrijheidsstraf kan worden opgelegd, recht hebben op bijstand van een advocaat bij het verhoor. Voordien was dit enkel voor verdachten van feiten waarvoor een gevangenisstraf van minstens 1 jaar kon worden uitgesproken of voor personen die van hun vrijheid waren beroofd.

De advocaat zal mee waken over een correct verloop van het verhoor en de mededeling van de rechten aan de verdachte. Hij kan eventuele opmerkingen laten formuleren op het verhoorblad. Het recht op bijstand beperkt zich ook niet langer tot het eerste verhoor, maar geldt nu dus ook bij alle navolgende verhoren.

Wie een uitnodiging krijgt voor verhoor door de politie moet zelf de nodige stappen nemen voor bijstand van een advocaat. Wie echter aangehouden wordt, zal bijstand krijgen door een advocaat via het Salduz-permanentiesysteem van de balies. Dit kan zijn eigen advocaat zijn als deze ingeschreven is in het permanentiesysteem, zo niet zal een andere advocaat via dat systeem worden aangeduid. Alle advocaten – die willen deelnemen aan het permanentiesysteem – zijn verplicht om zich te registreren op de ‘webapplicatie’. Momenteel is er geen verplichting tot registratie.

Tot slot mag de advocaat ook aanwezig zijn en bijstand verlenen bij de line-up en bij het confrontatieverhoor, waar meerdere verdachten samen worden verhoord. Voorheen was dit niet het geval.

2)Recht op vertaling en vertolking tijdens het verhoor en rechten slachtoffers

Het is belangrijk dat de mededeling van de rechten en het verhoor gebeurt in een taal die de betrokkene kan begrijpen. Momenteel kunnen betrokkenen een vertaling krijgen in bepaalde situaties, voor bepaalde documenten en enkel in een van de nationale talen van het land. In deze wet staat het voorstel om de verdachten, beklaagden, veroordeelden en burgerlijke partijen een vertaling te geven in een taal die zij begrijpen voor bepaalde elementen uit het strafdossier die essentieel zijn voor hun recht van verdediging en voor een eerlijk proces. Belangrijk is dat de vertaling van elementen niet voor een vertraging van de procedure mag zorgen. De kosten voor de vertaling en vertolking worden betaald door de staat, ongeacht de uitkomst van de procedure, en komen in het budget gerechtskosten. De kosten worden geschat op 4 miljoen euro op jaarbasis.

Zowel de Salduz bis-wet, die op 27 november in werking treedt, als in de wet van 28 oktober 2016 tot omzetting van de Europese richtlijn vertaling/vertolking en de richtlijn minimumnormen voor slachtoffers zijn ook een aantal minimumnormen voor slachtoffers vastgesteld inzake vertaling en vertolking. Bij strafbare feiten moeten ook de slachtoffers weten wat hun rechten zijn en van welke ondersteuning en bescherming zij kunnen genieten. Zo zullen ook de slachtoffer het recht hebben een vertaling te vragen van bepaalde informatie die essentieel is om het verloop van het proces te kunnen volgen.

De belangrijkste budgettaire impact van deze omzetting situeert zich op het niveau van de tweedelijns juridische bijstand en wordt geraamd op €1.7 miljoen per maand. Het jaarlijkse onderhoud voor de webapplicatie wordt geschat op 988.600 euro per jaar.

Met de Salduz bis-wet worden Europese regels naar het Belgisch recht omgezet. Hiermee komt de Belgische wetgeving verder in overeenstemming met de Europese routekaart ter versterking van de procedurele rechten van verdachten en beklaagden in strafprocedures. In de overige Europese landen gelden dezelfde rechten voor Belgische verdachten of slachtoffers die in een Europese lidstaat betrokkken zijn in een juridisch geschil.

Koen Geens: “De Salduz-richtlijn is belangrijk om het recht op een eerlijk proces te waarborgen. Iedereen moet zijn rechten kennen, zowel slachtoffers als verdachten en ondervraagden. Voor slachtoffers in terrodossiers is het bijvoorbeeld belangrijk om bepaalde stukken uit het onderzoek in hun taal te kunnen krijgen. Het oproepen van een advocaat en het vertalen of vertolken van bepaalde elementen mag echter niet leiden tot de vertraging van het proces. Ik weet dat dit een omslag vraagt op het terrein maar na heel wat gesprekken met de betrokken actoren ben ik ervan overtuigd dat het werkbaar zal blijven en dat we een haalbare procedure hebben uitgetekend..”