Parlement stemt het wetsontwerp dat fenomeen frauduleuze erkenningen aan banden legt

op 27 juni 2017 19:42 Persberichten

De Minister van Justitie Koen Geens en Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken willen de problematiek van fraudeleuze erkenningen aanpakken door preventief op te treden. Het wetsontwerp dat vandaag werd goedgekeurd door het parlement vermijdt dat kinderen louter erkend worden om verblijfspapieren te bekomen.

Zo zou de ambtenaar van burgerlijke stand in geval van twijfel een erkenning kunnen uitstellen of weigeren. Daarnaast zal het niet meer mogelijk zijn om een kind te erkennen in eender welke gemeente of bij eender welke notaris. Deze maatregel vermijdt ‘forumshoppen’ waarbij men bij verschillende gemeenten of notarissen probeert om een kind erkend te krijgen. Mensen zullen enkel een erkenning kunnen doen bij de gemeente waar de erkenner, het kind of de persoon die de voorafgaande toestemming moet geven is ingeschreven in een register of de gemeente van de plaats van geboorte van het kind.

Omdat er ook erkenningen gebeuren vanuit het buitenland is het belangrijk een passage over de bevoegdheid van de consulaire ambtenaar op te nemen in de wet. Het hoofd van de consulaire post kan enkel een akte van erkenning opmaken als de erkennende ouder Belg is en zijn woonplaats heeft binnen het consulair ressort (ingeschreven, zoals in België). Deze bepaling zorgt ervoor dat ook het hoofd van de consulaire post de bepalingen met betrekking tot de frauduleuze erkenning kan uitvoeren. Er wordt bepaald dat de erkenner woonplaats moet kiezen in België en welke procureur des Konings advies mag uitbrengen of op de hoogte gebracht moet gebracht worden

Belangrijk is dat de maatregelen van Minister Geens en Staatssecretaris Francken er helemaal niet op gericht zijn om alle erkenningen door of van vreemdelingen te verhinderen. De nieuwe wet beoogt enkel de omzeiling van de verblijfswetgeving te voorkomen. Erkenningen die niet leiden tot de verkrijging van verblijfsrechten voor één van de betrokkenen worden niet geviseerd. Personen die kunnen aantonen dat ze een intense band hebben met het kind hoeven evenmin iets te vrezen. Wanneer de ambtenaar van burgerlijke stand toch zou weigeren om de erkenning in een akte op te nemen, kunnen de ouders via gerechtelijke weg de bewijzen aanleveren. Via die weg wordt de afstammingsband definitief vastgelegd waardoor er later geen twijfel meer over kan bestaan.

De gegevens van frauduleuze erkenningen zullen ook opgenomen worden in het rijksregister. Bovendien wordt een frauduleuze erkenning en de poging tot strafbaar gesteld.

“Er zijn nog veel te vaak schrijnende verhalen waarbij kinderen gebruikt worden om verblijfspapieren te krijgen en dit niet alleen in België. Ook in het buitenland kan er sprake zijn van een frauduleuze erkenning, daarom legt de wet ook de bepalingen voor de consulaire posten vast. Het belang van het kind moet altijd centraal staan in het verhaal. We halen enkel het misbruik eruit, ouders die kunnen aantonen dat ze een sociale en/of biologische band hebben met hun kind hoeven niks te vrezen, evenmin is er een probleem wanneer de erkenning niet leidt tot het verkrijgen van verblijfsrechten voor één van de betrokkenen.”

Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken: "We zagen de afgelopen jaren het fenomeen van de schijnrelaties verschuiven. Eerst had je het fenomeen van schijnhuwelijken, vervolgens het fenomeen van de schijnsamenwoonsten. Zodra deze hard werden aangepakt, verschoof het fenomeen zich naar de frauduleuze erkenningen. Kinderen worden hierbij uitgebuit om aan verblijfspapieren te geraken. In het belang van het kind moest er opgetreden worden. Voor deze schijnvaders gaat het enkel om de papieren. Het kind in kwestie wordt opgezadeld met een vader die er nooit is of die meer zorgen veroorzaakt dan hij ze geeft. Een duidelijke affectieve band tussen vader en kind is een vereiste die ik duidelijker zal verankeren in de wet. Hiermee ga ik nog dit jaar naar de regering. Misbruik mag nooit een aanleiding geven tot het verkrijgen van een verblijfstatuut.”