Europees wettelijk kader “e-evidence”: onze rechters, openbare aanklagers en rechercheurs helpen in hun strijd tegen misdaad

op 07 december 2018 18:30 Persberichten

Minister van Justitie, Koen Geens, toont zich tevreden met de beslissing van de Europese Raad om tot een Europees wettelijk kader te komen om toegang te krijgen tot digitale data in strafonderzoeken. België heeft 3 jaar onophoudelijk inspanningen geleverd om dit dossier op de agenda te zetten en te promoten in de EU-Raad van Ministers van Justitie.

De EU- Raad van Ministers van Justitie heeft deze vrijdag een politiek akkoord bereikt om een Europees wettelijke kader op te stellen over “e-evidence” (digitale data in strafonderzoeken). Binnen dit wettelijk kader zal geregeld worden aan welke verplichtingen providers (Facebook, Google, Whatsapp, Microsoft, Apple, Twitter etc) moeten voldoen om nationale gerechtelijke beslissingen uit te voeren. Dit is noodzakelijk om toegang te krijgen tot digitale gegevens.

Voorbeelden:

- Wie gebruikt een bepaald Facebookprofiel?

- Wie heet op welke moment gebeld en met wie via Whatsapp?

Koen Geens: “Ik ben er steeds van overtuigd geweest dat de Europese Unie de noodzaak zag in dit dossiers om onze rechters, openbare aanklagers en rechercheurs te helpen in hun strijd tegen misdaad. De overeenkomst van vandaag toont aan dat de Europese Unie deze uitdaging aankan. Misdaad stopt niet in aan de grens van een land. Om misdrijven op te lossen zoals fraude, moorden, mensenhandel, wapenhandel enzoverder heb je toegang nodig tot bewijsmateriaal. Daarom vraagt dit een Europese aanpak.”

Het blijft nu de taak om met het Europees Parlement verder te onderhandelen, maar ook om tegelijkertijd een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten te bespreken om een waterdicht juridisch kader te maken. Dit is noodzakelijk voor zowel voor onze burgers als voor de aanbieders van digitale diensten.

De enige manier om misdaad op een efficiënte wijze te bestrijden is de weg van de samenwerking. Ook de onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22 maart 2016 in Brussel kwam tot deze aanbeveling: op Europees en internationaal niveau moet gepleit worden om toegang te kunnen krijgen tot digitale data in strafonderzoeken.