Paus Franciscus op bezoek in Irak

op 05 maart 2021 12:01 Opiniestukken

Toen ik daarstraks een lichte ontroering hoorde bij onze doorwinterde Midden-Oosten kenner Rudi Vranckx, begreep ik hoezeer al wie hoopt op vrede in Irak en de brede omstreken de komst van Paus Franciscus toejuicht.

Het moet gezegd: in volle coronacrisis, terwijl Islamitische Staat nog woedt, van Rome naar Bagdad reizen, het is niet aan elke sterveling gegeven. Dat Paus Franciscus deze tocht onderneemt, op de leeftijd van 84 jaar, wijst op het groot belang van dit bezoek.

Irak is de bakermat van onze beschaving. Daar waar Tigris en Eufraat vloeien, in Mesopotamië, het Tweestromenland.

Abraham is geboren in Oer, in het zuidoosten van het huidige Irak. De traditie wil dat hij vandaar trok naar Hebron (Kanaän) op de westelijke Jordaanoever in het huidige Palestina, om er zijn volk te huisvesten.

Abraham wordt als aartsvader erkend door de Joden, de Islam en de christenen. Het zijn zogenaamd Abrahamitische godsdiensten: ze hebben meer gemeen dan ze verschillen. Dat er dan nog binnen elk van die godsdiensten zoveel strekkingen zijn die elkaar hebben bekampt en nog steeds bekampen, is god-geklaagd.

Vierduizend jaar na Abraham wordt er, vandaag, hevig gevochten tussen sjiieten en soennieten. Geen vierhonderd jaar geleden vochten de protestanten en de katholieken een vreselijke Dertigjarige oorlog uit in ons West-Europa. En de Israëlische premier Rabin kon geen vrede met de Arabieren sluiten omdat hij in 1995 op aanstoken van Joodse fundamentalisten werd vermoord.

Paus Franciscus heeft, zoals zovelen, al lang begrepen dat het zo niet verder kan. En brengt daarom een historisch bezoek aan de bakermat van onze godsdiensten, op een heel moeilijk moment in de geschiedenis van de regio. Ook vele mensen die de Islam godsdienst belijden, zijn blij met zijn komst. De vrede in het Midden Oosten is niet voor morgen, maar de hoop erop leeft intens.

De woorden van die andere Franciscus wijzen nog altijd de weg: “Maak mij het instrument van uw vrede, laat mij liefde brengen waar haat is, éénheid waar verdeeldheid heerst, laat mij hoop geven aan wie niet meer hoopt, ....”