"De weg is lang en steil, maar de beklimming aangevat"

op 03 november 2014 09:53 Opiniestukken

Kabinet

Een kabinet samenstellen is geen eenvoudige taak. Het vinden van de juiste competenties en evenwichten op zo'n korte termijn, is zelfs een huzarenstukje. Er bestaat daarover veel misvatting. Zolang ik het kabinetsleven ken, zie ik gemotiveerde en competente mensen die graag hard werken en zich mateloos inzetten voor hun Minister, maar meer nog voor het algemeen belang. De mythe dat het beschermelingen zijn van de partij klopt niet met de werkelijkheid die ik ken. Zelf zoek ik de best mogelijke mensen, om er daarna een hecht team van te maken. De moeilijkheid is dat die mensen zich doorgaans elders onmisbaar gemaakt hebben. Dikwijls vraag ik daarom aan de wijzen die me helpen bij de rekrutering: beveel me bij de beste mensen aan, ook als ze moeilijk of maar even kunnen gemist worden. Want ook wijzen weten dat de besten daarom niet misbaar, maar wel vervangbaar zijn, toch als je ze een zekere tijd geeft om in vervanging te voorzien. En zo neemt de ploeg geleidelijk aan vorm aan. Enkel de kern van de vorige ploeg wordt bewaard, zoals mijn kabinetschef Vincent Houssiau, de spelverdeler die alles ziet, weet en voorvoelt wat de coach wil. Zonder die twee-eenheid is er geen team, geen spirit, en geen rust voor de nieuwkomers. Ik hoop dat de ploeg haar eerste oefenmatchen kan spelen begin november, en dat ze er helemaal staat tegen het einde van de maand.

Sociaal overleg met administratie en vakbonden

Tijdens mijn 18 maanden op Financiën, had ik een zeer goed contact met de administratie, de vakbonden, en zo konden we grote vooruitgang boeken in de hervorming van de financiën, de zgn. copernicaanse kanteling. Elke sector heeft andere tradities en problemen, en gedurende de eerste weken op Justitie, waren er dus al ettelijke vergaderingen nodig met de top van de administratie, en met de bonden van de penitentiaire inrichtingen. De problemen zijn nieuw voor mij, maar wachten soms al lang op een oplossing. Ik had pas de eed afgelegd, en mocht in de krant lezen dat er geen geld was om de reglementaire en lang beloofde promoties en baremieke verhogingen van de penitentiaire beambten op 1 november te betalen. Als welkomst-saluut kon dat tellen. Intussen heb ik daar in overleg met mijn collega van Begroting een oplossing voor gevonden. Een eerste resultaat, bescheiden maar niettemin heel belangrijk, van het sociaal overleg.

Er zijn ook veel problemen voor het personeel van de rechterlijke orde met de vertegenwoordigers waarvan ik de volgende weken aan tafel ga. Anderzijds is er een budgettair keurslijf en een wervingsstop om u tegen te zeggen. Ik vond overal een constructieve ingesteldheid, en de bereidheid om nog beter te doen. Een vakminister op justitie moet in die omstandigheden aandachtig luisteren, vooruitgang proberen te boeken, en veel contact houden met zijn vice-premier, en met de collega's van begroting, binnenlandse zaken, pensioenen en openbaar ambt. De bedoeling is duidelijk: een duurzaam evenwicht bereiken in de tewerkstelling op justitie, met een sociale vrede die toelaat de best mogelijke kansen te geven aan de burgers die recht zoeken en dat verdienen, en de best mogelijke kansen op reclassering aan de gevangenen en de geïnterneerden. De weg is heel lang en steil, maar de beklimming is aangevat. Met moed, kunde en overleg is weinig onmogelijk. Zo kon ik op vrijdag al aankondigen dat de promoties en weddeverhogingen van de penitentiaire beambten per 1 november zouden gedeblokkeerd worden, zelfs retro-actief. Of daarmee een bijzondere staking kan afgewend, is onzeker. De bonden staan voor hun verantwoordelijkheid, ik voor de mijne. Maar in overleg kan meer dan in strijd.

Gerechtelijke hervorming

De bestuurlijke hervorming van de rechterlijke macht staat nog in zijn kinderschoenen. Mijn voorgangster reorganiseerde de indeling van de rechtsgebieden zodat de provincie op de meeste plaatsen het arrondissement als ambtsgebied verving. Zo zijn de rechtbanken nu georganiseerd op een provinciale leest (bv. Limburg): weliswaar werden er afdelingen per arrondissement in het leven geroepen (bv. Tongeren, Hasselt), maar er is mobiliteit van magistraten. Zo kan het komen tot een betere rechtsbedeling door specialisatie. Het zgn. autonoom beheer waarbij de magistraten steeds meer financiële enveloppes zelf zullen mogen besteden om hun eigen accenten te leggen inzake personeel en werking, staat nog in de kinderschoenen. Maar de drie colleges die mijn gesprekspartner zullen zijn om dit autonoom beheer in banen te leiden, worden eerstdaags gekozen en gevormd, terwijl er al voorlopige colleges bestaan: het college van het Openbaar Ministerie, het college van Hoven en Rechtbanken, en het college van het Hof van Cassatie.

Procureurs-generaal en korpschefs

Ik maakte dus al zoveel mogelijk kennis met de korpschefs en hun colleges om het pad voor te bereiden. Ik ben werkelijk diep onder de indruk van de kwaliteit en de bekommernissen van mijn gesprekspartners. En stelde duidelijk samen met hen vast: waar een wil is, is een weg, en waar goede wil is, ligt een autostrade.

rocureurs-generaal bij de Hoven van Beroep en de federaal Procureur zijn de actor van de justitie waarmee de Minister het meest nauw contact houdt. Met hen stippelt hij immers het vervolgings- en strafrechtelijk beleid uit. In de USA noemt men de Minister van Justitie zelfs de Attorney General. In België is het Openbaar Ministerie uiteraard autonoom in de strafvordering in individuele gevallen. Over wat wel en niet geseponeerd wordt, dus over wie wel en wie niet vervolgd wordt, en over welke straf waarom gevorderd wordt, heeft de Minister in beginsel geen zeggenschap en is het Openbaar Ministerie onafhankelijk. Maar over de beleidsaspecten die daaraan vooraf gaan, is er wel geregeld overleg, en dat is goed zo. Ik zie de Procureurs-Generaal voortaan elke maand. De samenwerking is veelbelovend gestart.