Persvoorstelling Nationaal Actieplan gendergerelateerd geweld

op 10 december 2015 10:53 Toespraken

Dames en Heren,

Vandaag wordt het nieuwe nationaal actieplan gendergerelateerd geweld voor de periode 2016-2019 aan u voorgesteld.

Ten opzichte van de vorige plannen gaat het plan veel ruimer en volgt het de bepalingen en de structuur van het verdrag van Istanbul tegen geweld op vrouwen, het zogenaamde Cahvio-verdrag, dat door België ondertekend werd en eerstdaags wordt geratificeerd.

Ik ben blij met de toegenomen aandacht voor de hierin behandelde problematieken, die, zoals de cijfers aantonen, nog veel te weinig zichtbaar worden en waar slachtoffers nog te zelden of te laat aangifte doen van de geweldsplegingen. Nochtans is het belangrijk om de spiraal van geweld tijdig te kunnen doorbreken en het geweld te bannen.

Geweld is steeds een nefaste zaak in onze samenleving, of het nu in de publieke context is tegen burgers, overheden, bepaalde beroepsgroepen, kinderen, dan wel in de private sfeer. De schending van de fysieke integriteit ontneemt mensen hun waardigheid en creëert angst. We moeten ons tegen alle vormen van geweld blijvend verzetten.

Het voorliggende plan, dat onder de coördinatie van collega Elke Sleurs en het instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen werd opgesteld, is een ambitieus plan geworden, met meer dan 200 (!) acties, die (gelukkig) niet allemaal voor justitie zijn, maar waar justitie zeker ook haar steentje aan moet en wil bijdragen.

Justitie kan in het strafrechtelijk beleid tegen intrafamiliaal geweld een belangrijke bijdrage leveren:

  • hetzij vanuit haar repressieve en sanctionerende rol, aangezien de strafvervolging en strafuitvoering natuurlijk het sluitstuk vormen van de veiligheidsketen (ofschoon er toch vooral moet worden ingezet op het voorkomen van geweldssituaties),
  • hetzij vanuit een faciliterende rol richting de hulpverlening, zowel ten aanzien van de rechtstreekse als onrechtstreekse slachtoffers als te aanzien van de daders, en richting een normalisering van de situatiesIn dossiers van partner- of ander intrafamiliaal geweld, wanneer nog niet alle bruggen opgeblazen zijn, is dit laatste perspectief, nl. een herstelgerichte justitie, bijzonder belangrijk. De procureurs des Konings, de rechters en de actoren die over de strafuitvoering beslissen, moeten zich daar ten volle van bewust zijn, moeten daarom de nodige vorming en instrumenten krijgen om de situatie goed in te schatten en moeten op de hoogte zijn van alle mogelijkheden (en hun effectiviteit) waarmee niet meteen de weg van de loutere vrijheidsbeneming wordt gevolgd, maar waarmee ook de alternatieve sanctionerings- of afhandelingsvormen, zoals het opleggen van een dadertherapie om inzicht te krijgen in de gevolgen van geweld, worden beproefd.Specifiek wat betreft het partnergeweld, kan ik verwijzen naar de recente herziening/actualisering van de gemeenschappelijke richtlijn van mezelf en het College van Procureurs-generaal, de COL 4/2006.De belangrijkste elementen van de actualisering van deze beleidsrichtlijn zijn:
  1. Respect voor het slachtoffer: informatieverstrekking over de maatregelen t.a.v. de dader en over de hulpverlening t.a.v. het slachtoffer;
  2. Betere registratie van het fenomeen: in de databank van de parketten komt een nieuw contextveld “relatie van de dader” (tot het slachtoffer): daarmee zal het mogelijk zijn om een beter beeld te krijgen van de zaken van partnergeweld op parketniveau en de beslissingen (verwijzing naar de vonnisrechter, buiten-gerechtelijke afhandelingen, sepot, …)
  3. Er wordt voorzien in referentiemagistraten en referentie-politieambtenaren, die specifieke opleidingen zullen volgen m.b.t. de specifieke elementen voor een goede aanpak van partnergeweld.
  4. Ook zal iedere pdK een arrondissementeel actieplan opstellen en gestimuleerd worden om samenwerkingsprotocols af te sluiten met de vertegenwoordigers van de psycho-medisch-sociale sector
  5. Er wordt extra aandacht gevraagd voor de problematiek van de veiligheid/bescherming van de kinderen
  6. Er wordt ook gewezen op de mogelijkheid om een huisverbod op te leggen als beveiligingsmaatregel. Deze maatregel wordt op heden nog weinig toegepast en daarom heeft het College PG op mijn vraag een evaluatie van de toepassing van de wetten en richtlijnen ter zake opgestart, waarvan de resultaten meer inzicht zullen kunnen geven waarom de procedure nog zo weinig wordt toegepast en of er een eventuele wetswijziging nodig is. De herziene richtlijn is echter al een eerste stap om de parketmagistraten te sensibiliseren om de maatregel effectief toe te passen waar gevaar dreigt.
  7. Tenslotte worden ook specifieke maatregelen voorzien voor de daarbij aansluitende problematieken en situaties van familieverlating, verwaarlozing van kinderen en het niet-afgeven van kinderen aan de ouder die het hoede- of bezoekrecht heeft. Hier wordt ook systematisch de link verzekerd met de afdeling Jeugd en Gezin van het parket.Het is hiermee duidelijk dat partnergeweld een belangrijke beleidsprioriteit van het strafrechtelijk opsporings- en vervolgingsbeleid (blijft) uitmaken voor justitie. Het fenomeen van ‘intrafamiliaal geweld’ zal daarom ook het voorwerp uitmaken van de prioritair behandelde veiligheidsfenomenen in de kadernota integrale veiligheid (en het NVP) dat in opmaak is. De kadernota zal hiermee in lijn zijn en zal de acties van het plan gendergerelateerd geweld op strategisch beleidsniveau onderschrijven en versterken. Ik dank u.