Lancering van de « week zonder vluchtmisdrijf »

op 26 september 2016 12:39 Toespraken

Dames en Heren,

Collega Minister,

Ik heb goed geluisterd naar de cijfers en de statistieken van het BIVV (IBSR) die mijn collega van Mobiliteit heeft gegeven. Die schetsen duidelijk het individueel en sociaal probleem van de vluchtmisdrijven en behoeven een coherente en kordate aanpak. Ik ben ervan overtuigd dat we samen voor verbeteringen kunnen zorgen.

Aan enkele factoren en oorzaken van het fenomeen van de vluchtmisdrijven, bijvoorbeeld het gebruik van alcohol en drugs en het gebrek aan geweten en medeleven met de slachtoffers, moeten wij weerstand bieden. Hetzelfde geldt voor de hardleerse recidivisten in het verkeer.

Comme chaque citoyen Belge, je lis mes journaux, le matin.

« Dylan, Margaux et Victor ». Ce ne sont que quelques noms de victimes récemment décédées dans ou des suites d’accidents de la route.

Fabian témoignera tout à l’heure de l’accident dont sa maman a été victime et dont l’auteur a pris la fuite.

Dans notre pays, nous sommes encore trop souvent confrontés à des accidents de la route lors desquels des conducteurs, consciemment ou non, prennent la fuite alors que l’autre partie a encouru des blessures et/ou des dégâts matériels. Depuis des années déjà, les accidents de la route avec délit de fuite représentent une fraction importante du nombre total d’accidents routiers enregistrés.

L’Institut Belge pour la Sécurité Routière (IBSR) et les services de police ne sont pas les seuls à constater la persistance du problème. Ce constat est fait également par les magistrats du parquet et du siège, par les sociétés d’assurances et par le Fonds de garantie. C’est ce qui ressortait notamment des auditions tenues au début de cette année par la Commission Infrastructure à la Chambre de mon collègue, lors desquelles différents praticiens ont donné un état des lieux et aussi proposé de nouvelles mesures. Nous devons tout autant les écouter que vos organisations IBSR et Rondpunt.

Les citoyens se montrent eux aussi préoccupés par l’insécurité dans la circulation. C’est ce qui montrent depuis des années l’Enquête nationale d’insécurité routière réalisée par l’Institut Belge pour la Sécurité Routière et aussi le Road Safety Analytical Report européen.

Un conducteur commet un délit de fuite pour diverses raisons :

il conduit un véhicule non assuré ;

il se trouve sous l’influence d’alcool ou de drogue(s) ;

il ne possède pas de permis de conduire valable ;

il a eu un mauvais réflexe ou mauvaise réaction émotionnelle, comme la panique ou l’angoisse ;

etc.

Tout le monde sera d’accord avec moi pour dire qu’il vaut mieux prévenir que remédier, punir, ou comme le dit l’adage, guérir. Cela signifie que devons agir au niveau de tous les maillons de la chaîne de la sécurité, c’est-à-dire la prévention, la répression et le suivi ultérieur. Souvent, les spécialistes en problèmes de circulation parlent de mesures portant sur ‘les 3 E’ : education, enforcement en engineering. Cela veut dire que nous devons être attentifs à la formation, à l’éducation et au caractère adapté des infrastructures, et que nous devons donc investir dans les facteurs limitatifs des accidents et les facteurs qui induisent la fuite.

C’est ce que mon collègue et moi, et le gouvernement allons réaliser.

Bien sûr, les contrôles de la conduite sous influence, des permis de conduire et des assurances sont des points d’action importants et il faut mettre en place pour les délits de fuite une détection efficace par l’examen des traces et autres indices sur les lieux, le questionnement du voisinage, les vérifications auprès de garagistes, l’utilisation de caméras, etc.

In het bijzonder wil ik samen met mijn collega de volgende thema’s op korte termijn onder de loep nemen. Ik noem er maar enkele.

1. Ik begin natuurlijk met de ongevallen met vluchtmisdrijf, het thema van vandaag. Een ongeval met vluchtmisdrijf heeft een dubbele component in de strafbare gedraging. Het gaat niet alleen om het overtreden van de strafbare norm zelf, maar gaat ook gepaard met het bijzonder opzet van het zich onttrekken aan de dienstige vaststellingen van de overheid en van het erkennen en aanvaarden van schuld. M.a.w. de overtreder is niet bereid om het leed te herstellen, noch aan het slachtoffer, noch aan de maatschappij. Ik meen dan ook dat de bestraffing ernstiger moet worden, met nog altijd, zoals nu het geval is, een gradatie naargelang er gewonden zijn of niet. Alleszins willen wij ook het vluchtmisdrijf strafbaar stellen, zelfs als er enkel schade kan vastgesteld worden bij de veroorzaker. Denk maar aan de aanrijding met een kleine wagen van een grote boom. Ook zonder schade onttrekt men zich aan de dienstige vaststellingen van eventueel sturen zonder rijbewijs of onder invloed.

2. We mogen geen begrip tonen voor recidivisten in het verkeer. Vandaar dat we de volgende voorstellen doen die we met specialisten van het verkeersrecht zullen onderzoeken:

Het invoeren van de bijzondere herhaling - en dus de mogelijkheid voor de rechter om adequater op te treden tegen zware verkeersdelinquenten – voor de volgende misdrijven.

- bij rijden onder alcoholintoxicatie:

Met de wijziging van het artikel 34, §1, laatste lid Wegverkeerswet zullen we de herhaling voorzien bij een nieuwe veroordeling tot alcoholintoxicatie na een veroordeling wegens sturen in staat van dronkenschap of onder invloed van drugs.

Tot nu toe was dit geen basis voor de toepassing van de herhaling hetgeen niet logisch en consequent is;

- bij rijden spijts het uitgesproken verval:

Artikel 48 van de Wegverkeerswet wordt in die zin gewijzigd dat de regels van de strafverzwaring door herhaling van toepassing zullen worden.

- bij niet-verzekerd rijden:

In artikel 22 van de wet inzake de verplichte verzekering van motorvoertuigen zullen we ook de bijzondere herhaling voorzien. Recidive bij niet-verzekering neemt net zoals bij vluchtmisdrijven epidemische vormen aan, met alle gevolgen vandien voor de slachtoffers en de maatschappij.

3. Tenslotte, voor een goede rechtsbedeling en de bescherming van de rechten van de slachtoffers, gaan we bekijken of we voor alle verkeersmisdrijven de verjaringstermijn niet kunnen uniformiseren. Thans bedraagt de verjaringstermijn voor vele verkeersmisdrijven slechts één jaar. Dit leidt te vaak tot verjaring bij het opsporen van moeilijk te detecteren feiten.

Ik wens U allen nog een interessante dag toe en hoop van harte dat er vandaag geen vluchtmisdrijven gebeuren en dat we het aantal in de toekomst drastisch kunnen verminderen.