Betere samenwerking justitiehuizen en gevangenissen bij re-integratie geradicaliseerde veroordeelden

op 18 februari 2019 13:00 Persberichten

ANTONIOS ANTONIADIS, MINISTER VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP BEVOEGD VOOR VOLKSGEZONDHEID, GEZIN EN SOCIALE ZAKEN en VOORZITTER VAN DE IMC JUSTITIEHUIZEN

KOEN GEENS, FEDERAAL MINISTER VAN JUSTITIE

JO VANDEURZEN, VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN

RACHID MADRANE, MINISTER VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP BEVOEGD VOOR JEUGD, JEUGDHULP, JUSTITIEHUIZEN, SPORT EN DE PROMOTIE VAN BRUSSEL IN DE FEDERATIE WALLONIE-BRUXELLES

18/02/2019

Betere samenwerking justitiehuizen en gevangenissen bij re-integratie geradicaliseerde veroordeelden

Op de laatste Interministeriële Conferentie Justitiehuizen van deze legislatuur namen de drie ministers, die in ons land voor de justitiehuizen bevoegd zijn, samen met de minister van Justitie het initiatief om al tijdens de detentiefase samen te werken aan het re-integratietraject van gedetineerden. Het gaat om veroordeelden die terroristische of extremistische feiten hebben gepleegd en die een ernstig risico betekenen voor de radicalisering van andere gedetineerden. Zij zullen beter op hun vrijlating worden voorbereid.

In een gemeenschappelijke omzendbrief nemen de ministers die bevoegd zijn voor de justitiehuizen een engagement op om in de gevangenissen een disengagement mogelijk te maken, dit is een traject om de geradicaliseerde gedetineerde van het idee af te brengen om met geweld zijn radicale gedachten in de praktijk om te zetten, en samen met de gevangenis de re-integratie voor te bereiden. De federale minister van Justitie verzekert op zijn beurt alle facilitaire en organisatorische ondersteuning en het tijdig betrekken van de justitie-assistent in het disengagementstraject.

Op vraag van de gevangenis kan een justitie-assistent betrokken worden bij het re-integratietraject in de gevangenis om de vrijlating van geradicaliseerde gedetineerden beter voor te bereiden. Dat is de gemeenschappelijke visie waarachter ministers Geens, Vandeurzen, Madrane en Antoniadis zich scharen.

Sinds de zesde staatshervorming zijn de justitiehuizen – die onder meer instaan voor de opvolging van de alternatieve straffen – een bevoegdheid van de gemeenschappen. Tijdens de Interministeriële Conferentie Justitiehuizen in Eupen spraken de gemeenschapsministers en de federale minister van Justitie zich uit om de krachten nog steviger te bundelen. Zo zullen geradicaliseerde gedetineerden aangespoord worden om al tijdens hun opsluiting een disengagement-traject te volgen en de re-integratie samen met een justitie-assistent voor te bereiden.

De minister van Justitie, Koen Geens, en de drie bevoegde gemeenschapsministers, Madrane, Antoniadis en Vandeurzen ondertekenden een gemeenschappelijke ministeriële omzendbrief waarin de justitiehuizen een nieuw mandaat krijgen. Zo krijgen justitie-assistenten voor het eerst een officiële opdracht tijdens de detentie. Deze werkwijze zal na 2 jaar worden geëvalueerd.

“De overdracht van de justitiehuizen naar de gemeenschappen is een uitstekende gelegenheid om de hulpverlening nauwer te betrekken bij de strafuitvoering, zodat de re-integratie van de gedetineerden beter wordt voorbereid. Dankzij de nieuwe opdracht van de justitie-assistent kunnen we de inspanningen om de gedetineerde afstand te laten nemen van eerdere opvattingen – het zogenaamde disengagement – beter voortzetten”, stelt Vlaams minister Jo Vandeurzen.

“De afgelopen vier jaar heb ik samen met mijn collega’s, bevoegd voor de justitiehuizen, heel wat wetgeving besproken die de werking van de justitiehuizen versterkt. Zo pleegde ik met hen overleg over bijvoorbeeld de interneringswet en wetgeving over strafuitvoering. Een interministeriële conferentie kan enkel slagen indien alle betrokken ministers hetzelfde doel voor ogen hebben, namelijk een zorgvuldige begeleiding van al wie een justitiële maatregel ondergaat”, aldus Minister van Justitie Koen Geens.

“Als we het probleem van radicalisering in gevangenissen daadkrachtig willen aanpakken, moeten we het op een gestructureerde manier benaderen, in samenwerking met alle betrokken instellingen en diensten. Met deze nieuwe omzendbrief kunnen we voor elke geradicaliseerde gevangene een geïndividualiseerde en systematische respons bieden en zo hun re-integratie beter voorbereiden. Door justitie-assistenten al in gevangenissen aan de slag te laten gaan, vergroten we ook de samenhang van de interventies binnen en buiten de gevangenis, wat de re-integratie van de gevangenen ten goede komt", benadrukt de minister bevoegd voor justitiehuizen, Rachid Madrane.

“Bij de bestrijding van radicalisering en terrorisme is samenwerking essentieel. Daarom is het voor ons belangrijk dat wij, als Duitstalige Gemeenschap, aan deze gemeenschappelijke omzendbrief meegewerkt hebben. Vorig jaar werd de Dienst voor de begeleiding van gedetineerden opgericht en bij het justitiehuis ondergebracht. Sindsdien begeleidt een medewerkster van het justitiehuis de Duitstalige gedetineerden in de gevangenissen. Dankzij de omzendbrief ontvangen de justitieassistenten nog makkelijker toegang tot de gevangenissen, zodat gedetineerden tijdens en na hun tijd in de gevangenis coherent en intensief begeleid kunnen worden met het oog op re-integratie in de maatschappij, aldus minister Antonios Antoniadis, bevoegd voor het justitiehuis Eupen. “Dat de huidige interministeriële conferentie in Eupen plaatsvindt, heeft een grote symbolische waarde voor de succesvolle samenwerking de jongste vijf jaar. De uitbreiding van de autonomie van de Duitstalige Gemeenschap spiegelt zich hier weer in de uitvoering van de alternatieve strafmaatregelen”.

>> Voor de pers:

  • Nico Krols, woordvoerder van Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo Vandeurzen, 0476 907 972
  • Sieghild Lacoere, woordvoerster van federaal minister van Justitie Koen Geens, 0475 505 550
  • Aude Lavry, woordvoerder van minister van justitiehuizen van de Franse gemeenschap Rachid Madrane, 0485 168 772
  • Frederik Thelen, woordvoerder van Antonios Antoniadis, minister van de Duitstalige gemeenschap bevoegd voor Volksgezondheid, Gezin en Sociale Zaken, 0478 458 376