Commissie Justitie: Inning penale boetes, andere vermogensstraffen en het strafuitvoeringsonderzoek

op 12 februari 2020 15:30 Parlementaire Vragen

Zoals u ben ik bezorgd om de betere inning van boetes en andere vermogensstraffen. De afgelopen jaren werden hierbij grote stappen voorwaarts gezet. De meeropbrengst door een betere inning van verkeersboetes is zelfs spectaculair te noemen (noot: we hebben voor dit digitaliseringsproject zelfs een belangrijke prijs gewonnen). De automatisering en digitalisering van deze werkprocessen laat toe capaciteit vrij te maken voor het meer inhoudelijke werk omdat een grote administratieve last wegvalt.Maar ook de vele andere aspecten van de problematiek werden en worden verder aangepakt.

Maar zoals u weet is de inning vooralsnog een bevoegdheid van de FOD Financiën. Ik ga dus niet in op al uw bedenkingen daaromtrent, maar laat het desgevallend over aan mijn collega Minister van Financiën om daarop te antwoorden.

Wat uw concrete vragen betreft:

  1. Voor uw vraag over cijfers, verwijs ik graag naar het rapport van het Rekenhof van 25 oktober 2019. Uit het rapport mag blijken dat tussen 2014 en 2018 zowel het totale als het openstaande te innen bedrag is gestegen, respectievelijk van 249.329.879 euro naar 629.073.910 euro en van 109.707.617 € euro naar 264.687.047 €.
  2. Ja, er wordt een evaluatie van het strafuitvoeringsonderzoek gemaakt. Dit gebeurt door de advies- en onderzoekscommissie van de Hoge Raad voor de Justitie. Op basis daarvan zal de volgende Minister van Justitie het actieplan kunnen bijsturen en aanvullen.
  3. Eerst wil ik er u op wijzen dat de gehele strafketen (met uitzondering van de Hoven van Beroep) sedert een jaar op 1 systeem, met name Mach, werkt. Daarnaast werken de FOD Financiën en de FOD Justitie gezamenlijk aan een integratie van de twee informaticasystemen. Over de laatste jaren is hier heel wat vooruitgang geboekt: zo wisselen de twee systemen al heel wat gegevens uit (bv. ook in het kader van de inning van de griffierechten). Deze constructieve samenwerking tussen de twee departementen wordt onverminderd voorgezet. Het Overlegorgaan voor de coördinatie van de invordering van niet-fiscale schulden in strafzaken komt deze maand samen om het rapport van het Rekenhof te bespreken en een nieuw aanvullend actieplan te bespreken wat nogmaals aantoont dat de inspanningen worden verdergezet.
  4. Op niveau van de technische werkgroepen en onze kabinetten is er zeer regelmatig overleg.

Ik ben er persoonlijk van overtuigd dat we verdere stappen moeten zetten, maar dat is een beleidskeuze dit de volgende regering toekomt.