Als oud worden een opgave is, dan kan je er toch een gave van maken

op 10 september 2021 14:00 Opiniestukken

Als oud worden een opgave is, dan kan je er toch een gave van maken. Dat tonen sommige van mijn lang gepensioneerde leermeesters en hun partners: zij zijn zeer mooi ouder geworden. U raadt het, zoveel jaren later zijn zij mijn vrienden geworden. Ze hebben vrede met zichzelf en met de ander, en het is heerlijk in hun gezelschap te vertoeven. Dat mocht ik de voorbije weken tijdens drie ontroerende post corona ontmoetingen eindelijk opnieuw ondervinden.

Niet één van mijn gesprekspartners had een gemakkelijk leven. Wie wel, zal u zeggen?

Een dame verloor haar echtgenoot kort na zijn pensioen, ook drie van haar kinderen zijn te vroeg gestorven. De andere kinderen bezoeken haar elke dag. Ze zei me: ik ben tevreden, ik heb een heel mooi leven gehad, de beste kinderen en (achter) kleinkinderen, waarover zou ik klagen? Bij het vertrek kreeg ik het fijnste aandenken dat ik kon dromen.

Een andere oud-prof kende een gezondheid die hem wel eens parten speelde, omdat zijn inzet voor, en focus op belangrijke en diepmenselijke problemen mateloos waren. Maar hij kraakt het langst. Na elke verstuurde nieuwsbrief geeft hij me per mail zijn commentaar: altijd zo accuraat en constructief dat ik me bij elke zin die ik schrijf afvraag wat hij er van gaat denken.

Een oud-leraar en zijn echtgenote gaven zoals altijd present, hoewel mijn uitnodiging in extremis was verstuurd. Een van hun kinderen had een zwaar ongeval doorstaan in een land ver van hier. Na corona konden ze eindelijk opnieuw op bezoek gaan. Met de auto uiteraard. Want afleren stond niet in hun woordenboek. Blijven studeren en lezen des te meer.

O ja, deze mensen hebben ongemakken, wellicht veel meer dan ik zou kunnen vermoeden. Maar een lijstje houdt geen van hen bij, en ze praten er enkel node en desgevraagd over. Ze laten de ander aan het woord, vragen honderduit. Ze willen gelukkig niet weten waarom je zo lang niets van je liet horen, dat is tijdverlies, ze zijn blij dat je er bent, en genieten intens van elke seconde. Ze delen hun vreugde, weinig van hun miserie.

In wezen zijn ze zo de jongsten van ons allemaal. Want dat is toch wat heel jong zijn betekent: niets willen dan er zijn, voor en met de ander, altijd bijleren en kunnen luisteren. Ja, al spelend: ook een wandelstok of een rollator kan je met gratie hanteren.

Of ze het nu willen of niet, het is sterker dan henzelf, zoals bij elke goede leraar: zij leiden nog altijd door het goede voorbeeld te geven, they still lead by example. Ik ben er hen eeuwig dankbaar voor.