Het openbaar ministerie is blij dat magistraten na de hervormingen van justitieminister Koen Geens minder vaak "als bloempot" aanwezig zullen moeten zijn bij bepaalde rechtszaken. Dat zal tijd vrijmaken voor ander werk, klonk het vandaag in de Kamer.
De Kamercommissie Justitie organiseert deze week een reeks hoorzittingen over het eerste pakket hervormingen uit het ruimere justitieplan van minister Geens. Hij wil onder meer de overbodige tussenkomsten van het openbaar ministerie vermijden, door adviezen in de meeste burgerlijke zaken niet langer verplicht te maken.
De parketten zelf reageren tevreden. Volgens de Namense procureur Vincent Macq zijn de adviezen slechts in vier à zes op de tien gevallen nuttig. "In sommige zaken vervullen we niet meer dan een bloempotfunctie, en die luxe kunnen we ons niet meer veroorloven", aldus Macq, verwijzend naar de besparingen waar ook justitie niet aan ontsnapt.
Hoewel het wetsontwerp nog een hele parlementaire weg moet afleggen, heeft het College van procureurs-generaal al een ontwerp van omzendbrief klaar met een onderverdeling van zaken die al dan niet nog advies vereisen.
Onder meer in zaken rond transseksualiteit, vzw's, valsheidsvorderingen, de loting van assisenjury's of onteigeningen is volgens het college in principe geen advies meer nodig. Gaat het bijvoorbeeld om de vernietiging van een huwelijk, scheidingen, beroepen rond huwelijken of nationaliteitsverkrijging, of om zaken rond staatlozen, pleegvoogdij of de afstamming door adoptie, dan is steeds een advies vereist.
Verloren tijd
Hoe dan ook zal het parket steeds geïnformeerd worden over alle zaken. En rechters hebben middelen genoeg om desnoods alsnog een advies te vragen, onderstreepten Macq en de Bergense procureur-generaal Ignacio de la Serna nog in naam van het College van het openbaar ministerie.
"Laat ons de verantwoordelijkheid om te beslissen of advies echt nodig is", besloten ze. "Want terwijl de magistraten uren aanwezig blijven tijdens een zitting, kunnen ze niet werken aan de andere zaken die liggen te wachten op hun bureau."
Waarop Jean-Louis Desmecht van het College van hoven en rechtbanken inpikte dat best ook kan worden nagedacht over "de verloren tijd van griffiers die bijvoorbeeld uren naast een rechter moeten zitten tijdens de pleidooien".