Koen Geens spreekt met verzekeringssector over opvoeren rechtsbijstand
Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) voert gesprekken met de verzekeringssector over het aantrekkelijker maken van de rechtsbijstandsverzekering. "Amper 10 procent van de Belgen heeft zo'n verzekering", zei de minister woensdagavond op een spreekavond van de Christendemocratische Studenten (CDS)
"Die dekt echter niet de kosten van echtscheidings- en strafprocedures. In landen als Duitsland is de min of meer verplichte verzekering wel ingevoerd. Daarom praat ik met de sector over het aantrekkelijk maken van het systeem door een fiscale incentive (nu 12 euro, nvdr) en de verbreding van een betaalbare rechtsbijstandsverzekering, ook voor de onlangs verhoogde griffierechten."
Een eerder pleidooi van de minister voor de invoering van de verplichte rechtsbijstandsverzekering, werd niet op applaus onthaald door de andere coalitiepartijen. Het regeerakkoord zegt enkel dat die "gepromoot" zou worden.
De sector reageerde evenmin enthousiast. Wauthier Robijns, woordvoerder van de belangengroep Assuralia: "België hinkt met een verzekeringsgraad voor rechtsbijstand van 10 procent inderdaad achterop tegenover bijvoorbeeld Duitsland (50%, nvdr). We staan koel tegen de verplichte verzekering, die nergens anders bestaat. We praten over de uitbreiding van het standaardpakket voor een premie van 140 euro, dat ooit werd afgesproken met een vroegere minister van Justitie. De uitbreiding is niet gemakkelijk omdat huurders, werknemers en gewone particulieren nu eenmaal andere gerechtelijke risico's lopen. Die allemaal opnemen zou de premie te duur maken. Voor de volledige echtscheidingsprocedure is dat zeker het geval. Het risico is zo groot en de kostprijs zo moeilijk in te schatten, dat dat erg moeilijk wordt."
Een gevolg van de algemene invoering van de rechtsbijstandsverzekering is dat de verzekeringsmaatschappijen dan strakker de regie in handen hebben. "In Duitsland beperkt dit het aantal rechtszaken, omdat de verzekeringsmaatschappijen bij een bemiddelde oplossing de advocaten beter vergoeden", aldus de minister.
Een en ander past dus ook in de vermindering van de werklast op de rechtbanken. De minister bracht enkele al bekende remedies om de werkdruk te laten dalen: kortere strafzaken via de bekentenis, de beperking van de beroepsprocedures, minder Assisenprocessen, de aanpak van de verstekprocedures en de doorgedreven digitalisering van de rechtbanken.
Nieuw was zijn pleidooi voor een andere aanpak van de collectieve schuldenregeling. Die laat toe dat mensen met een hoge schuldenlast onder controle van de arbeidsrechtbank over een afgesproken termijn een deel afbetalen en met een schone lei kunnen herbeginnen. "De administratie is zwaar belastend voor de arbeidsrechtbanken", weet de minister. "Daarom werk ik aan een schuldbemiddelingsplatform, waarbij een informaticasysteem het beheer van alle dossiers zou overnemen. Het is te vroeg om daarover in detail te treden, omdat de gesprekken nog volop bezig zijn."
De minister hield nog een stevig pleidooi voor een andere aanpak in het gevangenisbeleid. Hij wees erop dat ons land 11.000 gevangenen heeft, terwijl Nederland met 8000 gedetineerden volop gevangenissen sluit. Toch is het budget voor de gevangenissen in Nederland dubbel zo hoog als bij ons. "Nederland investeert meer in niet-cipiers om de gevangenen psychologisch beter te begeleiden, voor te bereiden op de integratie in de maatschappij en een job", zei hij. "Met als gevolg dat de recidive in Nederland lager is."
De minister wees erop dat de toestand van heel wat gevangenissen, zoals Lantin en Vorst, ondermaats is. "Het verblijf alleen _ ook voor onschuldige burgers in voorlopige hechtenis _ kan mensen geestelijk ziek maken", klonk het. Hij wil het aantal gevangenen onder meer beperken door de voorlopige hechtenis sneller te laten verlopen en geen geïnterneerden (mensen met een geestesstoornis die een misdrijf hebben begaan en onder controle staan) meer op te sluiten in de gevangenis.
De helft van de 4000 geïnterneerden verblijft thuis, onder controle van een arts. Een vierde wordt behandeld in een instelling. De rest verblijft in de gevangenis. "België is daarvoor meermaals op de vingers getikt, omdat dit in strijd is met de mensenrechten", aldus de minister. "Onlangs nog door de voorzitter van de Commission on Torture in de Raad van Europa, een Azerbeidzjaan. België slaat internationaal een mal figuur in deze kwestie. Dat kan niet blijven duren. Ik hoop dat die 1000 geïnterneerden voor 2020 worden overgebracht van de gevangenis naar nieuwe opvanghuizen in Gent en Antwerpen, waar 10 tot 15 van de 180 plaatsen voorbestemd zijn voor zieken met een hoog risico. In Bierbeek komt de eerste afdeling voor lang verblijf. "
Geens beseft dat het pleidooi voor een humane aanpak van gevangenen en geïnterneerden "weinig werfkracht" heeft bij de bevolking. "Toch blijf ik strijden voor een breder draagvlak daarvoor. De toestand van het gevangeniswezen en de geïnterneerden zegt iets over het niveau van de beschaving van een land."