Negen illegale vluchtelingen per maand vervolgd

op 28 september 2017 11:00 Het Nieuwsblad
                                                                              

Per maand worden negen vluchtelingen vervolgd voor het binnendringen van de haven. Dat blijkt uit cijfers die minister van Justitie Koen Geens (CD&V) beschikbaar stelde na een parlementaire vraag. “De nieuwe wet heeft duidelijk zijn nut.”

Het wetsvoorstel kwam er vorig jaar door kamerleden Franky Demon (CD&V) uit Brugge en Daphné Duméry (N-VA) uit Blankenberge. Voor de politiediensten in en rond het havengebied was het toen dweilen met de kraan open. Als zij transitmigranten in de haven konden aantreffen, was een bestuurlijke aanhouding hun enige optie. In de praktijk werden de sans-papier opnieuw vrijgelaten.

Maar sinds 12 juni vorig jaar is het binnendringen van de haven strafbaar geworden. Er staan nu gevangenisstraffen tussen acht dagen en één jaar, en geldboetes tussen 156 en 3.000 euro op. Veertien maanden na de invoering stelde Barbara Pas (Vlaams Belang) een parlementaire vraag aan de minister van Justitie over de resultaten van het nieuwe systeem.

Uit het antwoord blijkt dat in de periode van juni 2016 tot augustus 2017 gemiddeld negen illegale vluchtelingen per maand vervolgd werden omdat ze de haven binnendrongen. In totaal werden al 126 personen vervolgd. Dat leidde in 2016 tot 21 vonnissen, waarbij vaak meerdere mensen tegelijkertijd veroordeeld werden.

Veroordeling

In de praktijk trof de politie wel meer indringers aan, maar zij worden pas bij de derde keer effectief vervolgd. Die vervolging leidde wel steevast tot een veroordeling. “Er zijn nog geen vrijspraken geweest”, zegt Sieghild Lacoere, woordvoerster van minister Geens. “De dossiers zijn dus telkens voldoende gestoffeerd om tot een veroordeling te komen.”

De minister is dan ook tevreden met de nieuwe wet. Volgens hem werken de magistratuur en de politiediensten perfect samen om de indringers op te pakken en af te schrikken. De gemiddelde straf was telkens een gevangenisstraf van zes maanden en een boete van 600 euro. In sommige gevallen gaf de rechter daarvan een deel met uitstel. (tlg)