​Zware jongens kunnen sneller uit de cel maar minister werkt al aan oplossing

op 11 juni 2018 09:57 Het Laatste Nieuws

Eén gevangene die geen aanvraag mocht indienen om voorwaardelijk vrij te komen, was genoeg om de regels rond strafuitvoering te doen wijzigen. Want een andere gevangene - ook een recidivist - mocht wél al na één derde van zijn straf die aanvraag doen. Discriminatie, zegt het Grondwettelijk Hof.

Zware criminelen met diverse veroordelingen snel opeenvolgend op hun strafblad - recidivisten - hebben de eerste jaren in de gevangenis niets te verwachten. Pas als zij twee derde van hun straf hebben uitgezeten, bekijkt de gevangenisdirectie wat de mogelijkheden zijn voor een penitentiair verlof, elektronisch toezicht of voorwaardelijke vrijlating. De zogeheten strafuitvoering - waarvan de basisregels nog uit de 19de eeuw dateren - is de voorbije jaren echter zo vaak gewijzigd dat een kat haar jongen er niet meer in terugvindt.

In februari dit jaar behandelde het Grondwettelijk Hof een zaak van een Luikse gevangene. De man had een straf uitgezeten, maar was binnen de vijf jaar opnieuw veroordeeld. Hij kreeg twee jaar cel voor opzettelijke slagen en verwondingen. Wegens 'wettelijke herhaling' kwam hij pas na twee derde van zijn straf in aanmerking voor een voorwaardelijke vrijlating met elektronische enkelband. Een andere crimineel in een gelijkaardig geval kreeg een nieuwe straf van vijf jaar voor een poging doodslag. Maar deze man mocht wél na één derde van zijn straf een aanvraag voor voorwaardelijke vrijlating indienen.

Inbrekers en pedofielen

Het Grondwettelijk Hof waakt erover dat alle burgers - en dus ook gevangenen - die in een vergelijkbare situatie zijn, op dezelfde manier worden behandeld. De Luikse gevangene werd duidelijk gediscrimineerd en moest volgens het Hof ook na één derde van zijn straf de kans krijgen op een voorwaardelijk vrijlating.

Gevolg: het Gevangeniswezen gaat die uitspraak nu overal toepassen. De directies van de gevangenissen hebben vorige week de opdracht gekregen om voor álle gevangenen de 'toelaatbaarheidsdatum' voor voorwaardelijke invrijheidstelling te herberekenen. De voorwaarde van 'twee derde van de straf' is niet meer van toepassing.

"Dit is een juridisch-technische ingreep", zegt woordvoerster Kathleen Van de Vijver. "Het Gevangeniswezen past zich net als het Openbaar Ministerie of de strafuitvoeringsrechtbank aan de uitspraken van het Grondwettelijk Hof aan."

Zware criminelen hoeven echter niet meteen victorie te kraaien: een voorwaardelijke vrijlating blijft altijd een gunst, het is geen recht. "De strafuitvoeringsrechtbank (SURB) beslist wie voorwaardelijk kan vrijkomen", zegt strafpleiter Frédéric Thiebaut. "Uit ervaring weet ik dat de SURB de lat hoog legt. Bijvoorbeeld rondtrekkende buitenlandse dadergroepen, die veel inbraken plegen, komen bijna nooit na één derde van hun straf vrij." Ook voor daders van zedenfeiten met minderjarigen blijven strengere voorwaarden voor vrijlating gelden.

Meteen wetswijziging

Voor justitieminister Koen Geens (CD&V) komt deze versoepeling van de strafuitvoering op een ongelukkig moment. Hij had vorige week net beslist om de regels rond het penitentiair verlof te verstrengen, een gevolg van de drievoudige moord door gedetineerde Benjamin Herman in Luik. De minister zal de uitspraak van het Grondwettelijk Hof dan ook proberen terug te draaien, klinkt het. "Hij zal een wijziging van de strafuitvoering uitwerken, zodat de strengere voorwaarden voor recidivisten opnieuw mogelijk worden", aldus woordvoerster Sieghild Lacoeure.

DAVID ACKE EN PATRICK LEFELON