'We hebben maar één oogopslag nodig om te weten wat er scheelt'

op 09 oktober 2018 11:30 Primo

Justitieminister Koen Geens (60) heeft een bijzondere band met zijn persoonlijke assistente Trees Van Eykeren (41). Ze staan dagelijks meer dan tien uren in contact met elkaar, dus onvermijdelijk weten ze ook heel veel van elkaar. ‘Als het echt tegenzit bel ik uiteraard mijn vrouw, maar Trees weet vaak sneller hoe ik mij voel.’

Koen Geens is een groot filmliefhebber, professor Vennootschapsrecht, was ooit bijna rector van de universiteit van Leuven en was oprichter van het grootste onafhankelijke advocatenkantoor van het land, waar hij uiteraard niet langer aan verbonden is. Hij is ook vader van drie kinderen, grootvader van zeven kleinkinderen en de echtgenoot van Griet Dupré, dochter van oud-minister Jos Dupré, die hij leerde kennen in zijn studententijd. Maar het grootste deel van zijn dagen brengt hij door met zijn persoonlijke assistente Trees. Zij is zijn vertrouwenspersoon. Tegen haar kan de Minister alles zeggen. ‘Trees is ondertussen zelf juriste geworden,’ zegt minister Geens als hij ons begroet. ‘Ze heeft zopas een 18 op 20  gekregen op haar eindverhandeling. Dankzij mijn goede invloed…’ (lacht)

Is dat zo Trees?

Goh, ik heb het eigenlijk nooit echt veel over mijn studies gehad, denk ik. Waarschijnlijk omdat ik schrik had dat de minister me zou ondervragen. (glimlacht)

Minister Geens: Ik ken echter heel veel van haar professoren. Maar ik kwam pas na haar examens te weten wie dat waren. Ze heeft het dus helemaal alleen gedaan.

Dat diploma, gaat dat een rol spelen in jullie werkrelatie?

Trees: Misschien wel. Ik laat alles een beetje op zijn beloop omdat er ook nog gemeenteraadsverkiezingen aankomen. Ik ben lijsttrekker voor Anders, een samenwerking van CD&V, NV-A en onafhankelijken in Assenede. Het resultaat van die verkiezingen zal misschien een invloed op mijn toekomst hebben. Maar ik doe deze legislatuur sowieso bij de minister uit. Ik ben kandidaat-burgemeester, en natuurlijk zou dat een mooie verwezenlijking zijn. Maar wat dan? Het zou in ieder geval interessant zijn om de link met Brussel te bewaren. Dat is heel belangrijk voor een kleine gemeente als Assenede. En ik voel ook dat de kiezer dat belangrijk vindt. Een uitgebreid netwerk hebben kan nuttig zijn. Maar we zien wel wat er gebeurt. Afwachten.

Minister Geens: Als je een zoon of dochter hebt, verlaat die op een gegeven moment het huis. Als Trees haar voldoening zou vinden in het uitoefenen van het burgemeesterschap, dan is dat zo. Ik heb nog een assistente die die job zeker aankan, maar we moeten dan zeker op zoek gaan naar een tweede kracht. Ik zou haar missen, maar ik zal Trees zeker steunen om burgemeester te worden. Ze is in ieder geval gedreven genoeg. Met hetgeen ze allemaal doet, geloof ik niet dat ze meer dan vijf uren per nacht slaapt.

Trees: Dat valt wel mee hoor. Het zal een uurtje meer zijn. Zes.

Hoe bent u bij Trees beland?

Ze was de persoonlijke assistente van Steven Vanackere, mijn voorganger op Financiën. Toen ik minister van Financiën werd, heb ik haar gewoon ‘overgenomen’. En toen ik Justitie kreeg, is ze meegegaan. Dat is toch het bewijs dat het bijzonder goed klikt tussen ons? We werken ondertussen meer dan vijf jaar samen.

Is dat een voorwaarde om samen te kunnen werken, dat het klikt?

Het leven dat iemand als ik leidt, is tamelijk onmogelijk. Dus je hebt best iemand aan je zijde die tegen heel wat stress kan. Iemand die onder alle omstandigheden kalm blijft, die een bijzonder goed geheugen heeft en naar buiten toe een empathie heeft die zeer bijzonder is. De persoonlijke assistente van een minister krijgt heel veel mensen aan de telefoon, die allemaal iets willen. Trees werkt dat allemaal met een flair af die voor mij onschatbaar en onbetaalbaar is.

Mooie woorden, Trees…

Trees: Het klikt omdat we heel verschillend zijn, maar ook omdat we toch een paar gemeenschappelijke kenmerken hebben. We zijn allebei mensen die er voluit willen voor gaan. We willen verder. Ik denk niet dat we een gemakkelijk karakter hebben, maar het botst niet tussen ons. En ja, het moet klikken want anders hou je dat niet vol. We staan minimum tien uren per in contact met elkaar. Op het kabinet, maar ook heel vaak via mail of telefoon. Dat is heel wat hé. Dus als je je ergert aan elkaar, dan gaat het niet lukken.

Minister Geens: Vertrouwenspersoon van een minister ben je 24 uren per dag. Trees is nooit onbereikbaar.

Heb je nog wel een sociaal leven?

Trees: Ja. Een gezin? Ik heb een partner, maar geen kinderen. Dat maakt het misschien wel een beetje gemakkelijker. Misschien wil ik ooit wel kinderen, maar dan moet ik het leven dat ik nu heb opgeven. En dat wil ik voorlopig niet. Het is goed zoals het is. Ik vind het niet erg om het werk niet los te laten. Dat hoort er gewoon bij. Ik ben wel een beetje een controlefreak, ja. (lacht verontschuldigend) Ik kan moeilijk de zaken loslaten.

Minister Geens: Dat heb ik ook. We lijden allebei aan een gezonde vorm van workaholisme. (glimlacht)

Trees is altijd bereikbaar voor u zegt u, bent u altijd bereikbaar voor haar?

Weet je, wij zijn eigenlijk geen babbelaars. Als we honderd woorden uitwisselen, dan hebben we een diepgaand gesprek gehad. De grootste empathie tussen twee mensen bestaat pas als ze weinig woorden nodig hebben om elkaar te verstaan. Het is een uitspraak van een vroegere hoogleraar van me die ik nooit zal vergeten. En dat klopt. Trees en ik hebben niet veel woorden nodig om elkaar te verstaan. Eén oogopslag volstaat om te weten wat er aan de hand is.

Trees: Als de minister ’s morgens binnenkomt, dan zie ik meteen hoe hij zich voelt. ‘Het wordt zo een dag of zo een,’ weet ik dan. Maar dat kan natuurlijk veranderen in de loop van de dag.

Minister Geens: Want Justitie is iets dat je nooit loslaat. Alleen in de vakantie lukt dat. Ik ben verder eigenlijk permanent online. Er gebeurt iets om zeven uur ’s morgens en ik moet meteen paraat zijn. De media, de journalisten, lossen elkaar af, maar ik moet er altijd staan.

Had u meer rust en gemoedsrust op Financiën?

Ja. Beduidend meer. Financiën is een departement met minder operationele gordels. Ik heb nu een veel diverser personeelsbestand ook; dat gaat van de staatsveiligheid tot griffiepersoneel, over magistraten en ambtenaren. Een heel gevarieerde bende. Een goeie bende. Maar er is altijd wel iets: er is gevangene ontsnapt of er is een rechter die een beslissing heeft genomen die discutabel is. Of de staatsveiligheid heeft een brief geschreven aan de Vlaamse regering. Elke dag zijn er wel drie of vier nieuwsitems waar ik, als minister van Justitie, moet op reageren. Maar ik probeer ook lange termijnwerk te doen. En als ik soms eens minder goed gehumeurd ben, dan is dat omdat ik me niet bezig kan houden met datgene wat op lange termijn belangrijk is omdat een incident plots een hot item wordt. Dat is het moeilijkste aan dit werk. Ik heb al heel wat jobs gedaan in mijn leven maar dit is het moeilijkste werk dat ik al ooit gedaan heb. Terwijl ik er het best op voorbereid zou moeten zijn.

Want u komt uit de juridische wereld.

Klopt. Maar iets zoals de terreuraanslagen in Brussel bijvoorbeeld, dat konden we niet voorzien. Zoals we ook de gevangenisstaking van 2016 niet konden voorzien. Er zijn al een aantal onverwachte zaken op ons pad gekomen. Het is een bijzonder intens departement.

Vindt u ooit rust?

Ja. In mijn werk. (grijnst) Eigenaardig genoeg. En in een gesprek zoals dit. Ik heb stress gehad in de loop van de dag maar straks zal ik ontspannend uit deze kamer stappen. En thuis vind ik rust. Het is niet omdat je voortdurend alert moet blijven dat je niet intens kunt genieten van een moment van samen zijn met je vrouw, je kinderen of je kleinkinderen. Maar écht loslaten, dat gaat alleen maar in de vakantie. Ik heb deze zomer zeker een week het gevoel gehad van gedeconnecteerd te zijn.

Eén week? Dat is niet veel.

Neen, maar als je je energie uit je werk haalt – in de goeie zin van het woord – dan is dat voldoende. Die week heeft alleszins deugd gedaan. En verder komt het er soms gewoon op aan om de tijd te vergeten, om alleen maar in het moment te leven. Als je voortdurend denkt aan wat je nog allemaal moet doen, dan word je gek. Ik heb dat geleerd: nù te zijn. Al de rest moet weg. Anders ga je eraan kapot.

Wanneer bent u in de politiek gestapt?

Door mijn schoonvader ben ik altijd wel min of meer met politiek bezig geweest, maar officieel ben ik in 2007 in de politiek gestapt, toen ik kabinetschef werd van Kris Peeters.

En nog nooit spijt van gehad?

Neen, omdat het iets dat je vervulling geeft. Het is een moeilijk beroep, maar als je iets kan betekenen voor andere mensen, dan geeft dat een enorme voldoening.  Voor één persoon iets betekenen is even belangrijk als iets doen wat intellectueel knap is, zoals een wettekst ontwerpen.

Maar iets betekenen voor een individu, kan dat niet gemakkelijker op gemeentelijk niveau?

Ik heb heel veel respect voor het lokale, maar ik ben zelf bijvoorbeeld beter in het spreken met het slachtoffer van een misdaad dan te moeten praten over een bouwprobleem, snap je? Of over een overhangende boom. Ik banaliseer dat niet, maar dat is minder mijn natuur. Ik kom wel op tijdens de komende gemeenteraadsverkiezingen. Ik duw mijn gemeente, Huldenberg, en ik ben lijstduwer voor de provincie. Maar mijn hart ligt toch meer bij de nationale politiek. Maar pas op, ik zal altijd en overal gaan praten voor de partij. Want ik hou van de partij. Ik doe aan politiek met heel mijn hart en ziel.

Ziet u Trees ook buiten het werk om?

Neen. Buiten ons werk hebben een heel andere leefkring. Assenede en Huldenberg liggen ook een heel eind van elkaar. En bovendien zijn we geen generatie- of leeftijdsgenoten hé. Er zitten zelfs heel wat jaren tussen.

Is Trees de eerste naar wie u belt als er iets tegenzit?

Dat hangt ervan af. Een kabinetschef is doorgaans eerder op de hoogte van een politiek probleem. Maar persoonlijke dingen belanden vaak eerst bij Trees, ja. Bij haar kan ik ventileren. Als iets tegenzit, weet ze het inderdaad sneller dan mijn vrouw. Dat kan niet anders. Trees gaat ook altijd de zaak verzachten, gewoon door de manier hoe ze is. Iemand die uitermate probeert om zichzelf niet belangrijk te vinden, dat kom je in een bepaald segment van de politiek niet zo vaak tegen. (glimlacht) Met Trees heb ik zo iemand gevonden.

Als burgemeester ga je je echter wel moeten profileren, Trees.

Ik weet dat niet. De mensen hebben niet altijd graag een haantje-de-voorste. Ik wil gewoon de mensen helpen.

Minister Geens: Mensen helpen, dat was ook mijn drijfveer toen ik rechten begon te studeren. Het was de studie die het meest beantwoordde aan mijn temperament, al zullen er andere richtingen geweest zijn die misschien meer voldeden aan mijn talenten. Maar je kan niet alles doen in het leven.

En waren uw ouders gelukkig met uw keuze?

Mijn ouders waren allebei Germanist. Mijn vader overleed kort na mijn geboorte maar mijn moeder was wel content met mijn studiekeuze, ja.

Heeft de dood van uw vader u getekend?

Dat tekent je zeker. Ik heb mijn vader niet gekend. Ik was negen maanden oud toen hij overleed. Op amper 27-jarige leeftijd. Hij had leukemie, een ziekte waar je toen – in 1958 – nog niet van genas. Het was een harde klap voor mijn moeder. Ze was een heel erg emotionele vrouw. Maar mijn moeder was ook een sterke vrouw en ze heeft me zo goed mogelijk opgevoed. Ze is nooit hertrouwd trouwens. Dat ging zo in die tijd.

U bent enig kind?

Ja. En werd ik verwend door mijn moeder? Zeker. Een enig kind wordt altijd verwend, of het nu een of twee ouders heeft. Mijn moeder was een zeer enthousiaste vrouw, maar ook zeer overbezorgd. En dat was het moeilijkste. Maar het heeft me niet belet om op mijn 7de naar de scouts te gaan en om op mijn 14de met een grote rugzak op mijn rug, op de fiets, naar de Ardennen te rijden. Voor haar moet dat bijna de hel geweest zijn. Ondraaglijk. Maar ze verstopte het. Zo goed mogelijk. Als je echtgenoot zo jong sterft, dan word je wantrouwig. En bang. Nu snap ik dat.

Leeft uw moeder nog?

Neen, drie jaar geleden is ze overleden. Heel onverwacht. Dat was moeilijk. (stil) Maar ze is heel autonoom gebleven tot het laatst en dat was goed. Ze had wel wat ouderdomskwaaltjes maar verder kan je van geen enkel verlies aan waardigheid spreken. Daar troost ik me mee.

Elk ander mens heeft dan een paar dagen vrijaf om te rouwen, maar een minister van Justitie?

Die doet verder. (haalt de schouders op) Ik herinner me nog dat ik in de ministerraad zat toen ik het bericht kreeg dat ze niet goed was. Dat was op een vrijdag. Ik heb eerst nog mijn wetsontwerp behandeld, en dan ben ik naar haar gegaan. Twee dagen later, op zondag, overleed ze. Maandagochtend ben ik gaan spreken in Luik. Ik was niet echt zeker of ik mezelf wel helemaal in de hand had – en ik heb toen ook aan mijn aanhoorders verteld dat mijn moeder overleden was – maar het leven gaat verder. Mijn moeder moest ook meteen verder doen na de dood van mijn vader.

Trees: Ik had het toen misschien anders moeten aanpakken. Ik had de minister moeten zeggen dat hij een week moest thuisblijven. Hij heeft de tijd niet gehad om te kunnen rouwen. Dat heeft iedereen op het kabinet toen gevoeld. Hij was veel gevoeliger dan anders en iedereen liep op de toppen van zijn tenen. We hadden ‘m toen moeten aansporen om een tijdje niet te werken.

Zou hij geluisterd hebben?

Moeilijk. Maar hij had zeker het recht om eventjes afstand te nemen.

Minister Geens: Mijn moeder overleed in mei. Twee maanden later zijn mijn vrouw en ik twee weken op reis geweest. Naar Noorwegen en Zweden. Ik had dus een perspectief. Maar goed, ik kan wel wat hebben. Ik heb al wat sterfgevallen meegemaakt in mijn familie. Mijn grootouders waren me ook zeer dierbaar. Ik heb misschien de fout gemaakt om verder te doen, maar in dit vak heb je niet zo heel veel keuze.

Blijft er genoeg tijd over voor uw gezin?

Te weinig. Ik heb kleinzonen die sjotten maar naar hen kan ik nauwelijks gaan kijken. Dat zou ik graag wat meer doen.

En Trees, zeg jij dan niet: ‘Nu is het genoeg geweest! Ga naar huis bij uw vrouw, of uw kleinkinderen?’

Neen, ik wil me niet inmengen in de minister zijn privéleven. Ik probeer soms wel zijn agenda op een ander vlak te sturen. De minister krijgt heel veel uitnodigingen, voor allerlei evenementen, en hij kan maar moeilijk ‘neen’ zeggen. Dan probeer ik er hem toch van te overtuigen dat hij niet overal naartoe kan gaan. Maar de minister is heel koppig… (kijkt hem lachend aan)

Minister Geens: Dat klopt. Ik wil mensen niet ontgoochelen. Maar ik besef dat ik soms wel eens iets aan me voorbij moet laten gaan.

Al is het maar om eens gezellig met uw vrouw iets te gaan eten…

Oh, maar dat doen we hoor. We hebben ons stamrestaurant en daar gaan we in het weekend iets eten. We hebben er onze vaste tafel en iedereen respecteert er ons. Voor de rest probeert Trees toch één avond in de week voor me vrij te houden. Dat heeft mijn lieve echtgenote haar gevraagd. In ieder geval, voor een jong gezin zou dit soort politiek heel belastend zijn. Maar in ons geval lukt het. Ik was al vijftig toen ik de stap zette en de kinderen waren al volwassen. Ik heb altijd een druk professioneel leven gehad, maar in de politiek ben je ook altijd wel in het weekend bezig. Dat is het enige verschil met mijn andere jobs. Alhoewel ik toen ook in het weekend werkte hoor, maar het was toch anders.

Heb je veel contact met de echtgenote van de minister, Trees?

Zeer regelmatig. Ze heeft me net nog gebeld. Soms gewoon om te vragen of hij iets meeheeft om te eten, soms om me te zeggen dat hij echt moe is en of we daar rekening willen mee houden. Ze heeft een belangrijke signaalfunctie.

Weet de minister dan dat zijn vrouw je heeft gebeld?

Neen. Maar we willen gewoon zijn leven een beetje draaglijker maken. De verantwoordelijkheden als Minister van Justitie zijn vaak heel zwaar om dragen.

Minister Geens: Daar heb je het hé: die empathie waar ik het in het begin van ons gesprek over had.

Is dat een kwaliteit die je sneller bij een vrouw dan bij een man vindt?

Minister Geens: Dat durf ik niet te zeggen. (Trees knikt van wel) Maar vrouwen zijn gemiddeld wel zorgzamer dan mannen. Dat zie je al op jonge leeftijd. Ik zie het bijvoorbeeld al bij mijn kleinkinderen.

Staat er voor uzelf een termijn op deze job?

Er staat sowieso een termijn op deze job. De job als minister is eindig. En dat einde ga ik niet bepalen, dat zal de kiezer doen. Of ik er op een dag zelf genoeg van heb? Dat weet ik niet. Daar kan ik niet op antwoorden. Het is wel mijn ambitie om minstens tachtig te worden en om nog een paar dingen te doen met mijn vrouw. Ik ga op termijn zeker wat meer rust en vrijheid willen om te reizen en om meer met de kleinkinderen bezig te zijn.

Wat wilt u als minister van Justitie zeker nog verwezenlijken?

Afwerken wat ik op stapel heb staan. De volgende negen maanden ga ik in ieder geval heel intens gebruiken. En ik zal pas gelukkig zijn als ik op Justitie een verschil heb kunnen maken. Als minister van Financiën kon ik bijvoorbeeld een nieuwe bankenwet laten stemmen en de boetes van Europa vermijden. Ik doe mijn werk niet om het water te zien kabbelen, maar om de rivier beter te doen stromen. Maar er zal komen wat komt. Ik ben daar heel soepel in. Zo zit ik in elkaar. Que sera, sera. Je doet je best en je werkt zo hard je kunt, maar waar het je brengt, dat heb je niet in de hand. Dat besef ik maar al te goed…

 

Tekst: Tom Botte