Koen Geens: “Als ik de verkiezingen moet winnen door mensen bang te maken, dan verlies ik ze liever”

op 30 maart 2019 10:17 Het Laatste Nieuws

“Als ik de verkiezingen moet winnen door mensen bang te maken, dan verlies ik ze liever.” Ook zonder Groen en N-VA te vermelden, komt de boodschap van Koen Geens (CD&V) aan bij de bestemmeling. Maar Geens gaat die verkiezingen wínnen, toch? “Als minister van Justitie heb ik vertrouwen verworven. ‘Als je die man laat doen, komt het wel goed.’ Terwijl al die roepers over migratie en klimaat, wat hebben die concreet gedaan? Niet veel, hé.”

Schuilt er in Koen Geens (61) een potentiële premier? Ook politieke tegenstanders prijzen zijn intellect, zijn wijsheid, zijn geslepenheid en zijn verbale brio in twee talen. Maar of hij het wordt? Twijfelachtig. Zelfs in zijn eigen CD&V is Geens niet de nummer één. Niet hiërarchisch - daar gaat de ambitieuze Wouter Beke hem vooraf. En niet inzake populariteit - daarin geeft Hilde Crevits hem het nakijken. “Wat komt, zal komen. Mijn levensgeluk hangt niet af van mijn functie in een nieuwe regering.” Zegt hij.

Uw reputatie is groter dan uw populariteit. U trekt op 26 mei niet als een absoluut stemmenkanon naar de kiezer.

“Nee, maar ik hecht dan ook erg weinig belang aan mijn plaats in de poppolls. Natuurlijk wil ik graag de steun van zo veel mogelijk mensen, maar ik hengel niet naar applaus. Iemand met mijn profiel - niet bijzonder aaibaar - heeft tijd nodig om echt populair te worden. En ik ben pas zes jaar bezig. Ook Jean-Luc Dehaene en Herman Van Rompuy waren geen aaibare types. Maar als je standvastig bent en continu presteert, volgt het respect vanzelf. Ik heb een wat deftige manier van spreken. Mensen vinden mij daardoor niet des volks, hoewel ik mijn dialect perfect meester ben. Maar ik dribbel zelden om de vraag heen.”

U neemt het in Vlaams-Brabant op tegen zo ongeveer de populairste politicus van Vlaanderen: Theo Francken. Geen cadeau.

“Theo Francken heeft velen uit het wiel gespurt, maar de vraag is hoe lang zoiets duurt. Vaak hangt populariteit samen met de functie. Ikzelf heb nu al vierenhalf jaar een job waarin elke fout die een magistraat zogezegd maakt mij als minister ten kwade wordt geduid. Onterecht uiteraard, want rechters zijn onafhankelijk, en gelukkig maar. Maar als minister van Justitie heb je elke dag een incident. Dat maakt deze job tweemaal moeilijker en viermaal drukker dan die op Financiën, waar ik zat in de regering-Di Rupo. Je kent nooit rust. En oké, dat went wel. Je incasseringsvermogen wordt groter. Maar het blijft slopend.”

Geen CD&V’er krijgt op 26 mei zwaardere concurrentie dan u: Francken voor N-VA, Maggie De Block voor Open Vld en Dries Van Langenhove voor Vlaams Belang. Om nog van de groenen te zwijgen.

“Het wordt geen piece of cake. Maar mijn boodschap zal verschillen van de hunne. Ik ga de mensen duidelijk maken dat de toekomst altijd geweldig op het verleden lijkt. Als je tien jaar met iemand bent getrouwd, weet je bij benadering wat de volgende tien jaar zullen geven. Dat is een realistische boodschap, maar bij verkiezingen niet de simpelste. Omdat je concurrenten dan uitpakken met een toekomstvisie die zelden is gestoeld op realiteitszin. De Grote Verandering! Nu! Meteen! Men zal het bij N-VA niet graag horen, maar de echte kracht van verandering zat de voorbije jaren natuurlijk niet bij hen, maar hier, bij CD&V, onder meer op Justitie. Ik heb een trackrecord opgebouwd waarvan mensen zeggen: ‘Als je die man, die Koen Geens laat doen, dan komt het wel goed.’ Zonder dat ik dwaze beloftes doe.”

Doen uw concurrenten wél dwaze beloftes?

“Ze grijpen sneller naar de makkelijke oneliner of ze spelen in op de angst voor vreemdelingen of de opwarming van de aarde. Alsof die beperkte migratie de mensen een fortuin gaat kosten. Alsof het wereldwijd twee graden kouder zal worden als wij het klimaat in onze grondwet schrijven. Je moet mensen blijven uitleggen dat vooruitgang traag gaat. En dat je daar vooral hard moet voor werken, in plaats van er hard over te roepen.”

Is dat een wervende boodschap, denkt u? ‘Geduld, beste kiezer, want het zal traag gaan.’

“Voor wie nadenkt? Ja.”

Wie nadenkt, stemt straks CD&V. Wie dat niet doet, stemt N-VA, Groen of Vlaams Belang. Is het dat wat u nu zegt?

“Een zekere traagheid staat resultaten niet in de weg, integendeel. Zou er één andere minister zijn die zelfs maar een kwart van de wetgevende en operationele initiatieven heeft genomen van mij op Justitie? Gaat het te traag en mocht het nog meer zijn? Ja, maar ik heb er alles uitgehaald wat erin zat en ik ga niet de clown uithangen om nog beter te scoren. Mijn resultatenlijst spreekt voor zich. Er zijn er die pretenderen dat ze in een handomdraai het hele beleid hebben omgedraaid, maar als je dan gaat kijken wat ze concreet hebben veranderd, dan stel je vast: niet veel, hé.”

U heeft het over de N-VA van Theo Francken?

“Wat heeft die partij echt gedaan om te komen tot een gecontroleerde migratie die tegemoetkomt aan de noden van onze arbeidsmarkt?”

Wie van de vier op rechts betaalt straks het gelag in Vlaams-Brabant?

“Drie van die vier proberen elkaar de bal af te pakken in het strafschopgebied op rechts: Theo, Maggie en Dries Van Langenhove. De rest van het veld ligt voor mij open. Ik voel me van geen van die drie de concurrent. Ik denk niet dat er veel kiezers twijfelen tussen Theo Francken en mij. Wij overlappen niet. En Maggie heeft een evidentie over zich die ver afstaat van mijn profiel.”

Wat met Dries Van Langenhove?

“Ik heb bij Vlaams Belang altijd twee strekkingen ontwaard. Vandaag hou ik meer van de strekking Barbara Pas dan van de strekking van meneer Van Langenhove. Helaas wordt die slapend rijk dankzij bepaalde media. Niemand kan ontkennen dat zij meneer Van Langenhove hebben gemaakt.”

Hebben ontmaskerd, zullen ze bij ‘Pano’ zeggen.

“Ontmaskerd én gemaakt. Zonder die media zou meneer Van Langenhove vandaag niet de lijst trekken voor Vlaams Belang. Vreemde paradox is dat: het zijn vooral zij die continu afgeven op de klassieke media die door diezelfde media groot worden gemaakt. Zie ook meneer Trump. Ik heb het daar moeilijk mee.”

De traditionele partijen - liberalen, socialisten, christendemocraten - staan zowat overal in Europa onder druk. Hoeveel kleiner nog mag CD&V worden voor bij uw partij het alarm afgaat?

“U neemt al een voorschot op 26 mei? Ik twijfel niet aan CD&V. Ik geloof niet in de teloorgang van de centrumpartij die wij zijn.”

Zitten we daar al niet middenin?

“Maar nee! Onze partij heeft het bij de gemeenteraadsverkiezingen goéd gedaan, beter dan Open Vld en veel beter dan N-VA of sp.a. Waarom doet men dan alsof de christendemocratie op verdampen staat? Die perceptie klopt niet.”

Sinds de verkiezingen van 2014 is er geen enkele peiling meer geweest waarin CD&V de score haalde van toen, en ook dat was met 18,6% al geen groot succes. Dat baart de CD&V-jongeren zorgen.

“We zullen zien. Mijn partij zweeft vaak rond de 20%. Met Yves Leterme gingen we ver daarboven. Wie weet lukt dat ook met Hilde Crevits. Maar we moeten vooral standvastig zijn. We moeten ons DNA niet verloochenen.”

In uw boek ‘Wat ik ervan begrijp’ maakt u een onderscheid tussen egels en vossen. Egels trippelen altijd rechtdoor, vossen zigzaggen omzichtig op hun doel af. Lees: CD&V’ers zijn doorgaans vossen.

“Of de politiek een egel of een vos nodig heeft, hangt af van de omstandigheden. Winston Churchill was een egel en maar goed ook: dát was wat Europa nodig had op de drempel van de Tweede Wereldoorlog. Maar doorgaans raak je in de politiek verder met wat vossenbloed. Als het gaat om resultaten heeft CD&V niemand iets te benijden. Ik daag u uit: tel op wat Kris Peeters, Hilde Crevits, Jo Vandeurzen, ikzelf en alle andere CD&V’ers hebben verwezenlijkt. Het waren niet altijd de mooiste goals die wij gemaakt hebben, maar bij de eindafrekening gaat het erom hoe véél je er gemaakt hebt. Wij meer dan alle anderen.”

Politiek is geen statistiek. De kiezer maakt niet uw rekening, maar de zijne. En laat zijn hart spreken en soms ook zijn buik.

“Weet u wat mij opvalt in uw voetbalkrant? Het grote aantal statistieken. Op elke pagina één. Feiten. Harde cijfers. Daar kunnen politieke journalisten wat van leren. Onze media springen van poll naar peiling en van de ene rel naar het volgende incident. Terwijl het gaat om wat we doén. Kijk naar het trackrecord van de CD&V-ministers en u zult versteld staan.”

Hoe ziet uw job eruit na 26 mei? Graag weer vakminister, liever nog vicepremier en liefst van al premier?

“Daarover beslist de voorzitter. CD&V moet er eerst opnieuw bij zijn. In dat geval heeft onze partij drie, vier kandidaten die een heel goede eerste minister zouden zijn.”

Wie?

“Dat mag u zelf invullen. Mij interesseert: vooruitgang boeken. Opnieuw op Justitie? Daar heb ik zin in, maar daar hangt een prijskaartje aan vast. Het budget moet vanaf 2020 elk jaar met 150 miljoen worden verhoogd, zodat we tegen 2024 elk jaar 750 miljoen extra kunnen besteden tegenover vandaag. Nu krijgt Justitie iets tussen 1,8 en 2 miljard. Dan moet dat 2,75 miljard worden. Zo niet begin ik er niet aan. Ik heb vijf jaar getoverd, vijf jaar lang telkens opnieuw iéts gemaakt van bijna niets. Dat lukt niet nog eens vijf jaar.”

En dan nog. Alleen al om het Brusselse Justitiepaleis te renoveren tot een efficiënt en veilig gerechtsgebouw heb je een half miljard nodig, zeggen experts.

“Wie het Justitiepaleis nu bezoekt, wordt daar fier noch vrolijk van. Maar dat is maar één dossier. In vergelijking met Nederland of Duitsland hebben we per Belg ongeveer 40 euro minder te besteden aan Justitie. Ik vraag dus geen cent te veel. Komt dat geld er niet, dan zijn we veroordeeld tot pappen en nathouden.”

Maar waar gaan we dat halen, al dat geld? Klimaat, vergrijzing, onderwijs, defensie, rente: de kosten swingen straks de pan uit. En we hébben al een begroting waar een gigantisch gat in zit.

“Mag ik dat toch enigszins relativeren? Nederland en Duitsland doen het beter, maar onze schuld is vergelijkbaar met de Amerikaanse en is de helft van de Japanse, terwijl ook daar de vergrijzing hard toeslaat. Natuurlijk moet je werk maken van een gezonde begroting, maar dat vraagt tijd. En ja, die hebben we.”

U klinkt bijzonder geruststellend.

“En terecht. Als ik mensen bang moet maken om de verkiezingen te winnen, dan verlies ik ze liever. Ik wil hen geruststellen. Niet sussen met loze praatjes, maar door hen te bewijzen dat er geen reden is tot alarmisme of doemdenken. Of het nu gaat over die begroting, over het klimaat of over de gevolgen van de migratie. Ik wil niet inspelen op de angsten van de mensen. Stop met hen nodeloos bang te maken.”

Wie zijn de paniekzaaiers?

“Daar moet ik geen tekening bij maken, toch? Voor mij is niet migratie het probleem. Wel de extreme armoede in grote delen van Afrika en het Midden-Oosten, nog verergerd onder druk van het klimaat. Dat zet mensen in beweging op weg naar een beter en veiliger leven. Maar Europa blijft daarvan wegkijken, zelfs als die mensen hun leven wagen op de Middellandse Zee. Dat maakt mij ziek. Kijk naar de cijfers. In 2018 zijn er op een bevolking van een half miljard Europeanen ongeveer 150.000 vluchtelingen bijgekomen. Dan spreken we over 0,03%. En aan dát cijfer achter de komma besteden wij de helft van onze politieke retoriek en besteden de media de helft van hun zendtijd en hun papier. Wat zou je dan willen dat mensen niet bang worden, voor hun identiteit en voor hun portemonnee, ook al is dat zonder reden? Idem voor het klimaat. Dat bekommert mij zeer, maar ook daarin hoor ik valse argumenten.”

Zoals?

“Als we onze uitstoot zouden beperken zoals de groenen dat willen doen, rij je de gewone mensen in de gracht. Het is niet met een pensioentje van 1.200 euro dat je alsnog je huis isoleert. Als politicus moet je durven te zeggen dat niet iedereen hoeft te delen in de kosten. Dat sommigen meer zullen moeten betalen. Maar ook: dat de vermeende grote vervuilers niet altijd de grote schuldigen zijn. Onlangs was ik bij ArcelorMittal. Om een ton staal te transporteren van Brazilië naar Gent kost het 6 euro. Om datzelfde ton vanuit Gent naar de Ardennen te vervoeren kost het 7 euro. Dan is het dus niet het vervoer in België dat te laag belast wordt, maar het internationaal transport. Nog zoiets: bewijs je het klimaat echt een dienst door de brave man die in de lage-emissiezone met zijn 18 jaar oude diesel wordt

betrapt een boete van 150 euro te geven? Dan heb je je prioriteiten niet op een rijtje, lijkt me.”

Los van uw tastbare resultaten op Justitie: heeft u de indruk dat de Belgische rechtspraak vandaag meer strookt met het rechtvaardigheidsgevoel van de burger dan vijf jaar geleden? Mensen begrijpen sommige vonnissen nog altijd niet. Vragen zich weleens af wat rechters bezielt.

“En toch moeten u en ik die mensen blijven uitleggen dat de onafhankelijkheid van onze 2.500 rechters essentieel is. Samen nemen zij elk jaar 1,1 miljoen gerechtelijke beslissingen. De media zitten daar met een vergrootglas bovenop, tot televisiecamera’s toe. Dat maakt onze rechtspraak kwetsbaar. Stel u voor dat die camera’s opgesteld stonden in elke operatiezaal, voor een inkijk in een sector - de gezondheidszorg - waaraan we vijftienmaal meer geld besteden dan aan Justitie. Ook dan zouden mensen steigeren bij sommige beslissingen of ingrepen. Het is te makkelijk, zeker vanuit de regering, om rechters te brandmerken als wereldvreemd.”

Stel dat u als professor de regering-Michel moet beoordelen: is ze dan geslaagd of laat u haar terugkeren in tweede zit?

“Ik zou haar een 7 op 10 geven. Onderscheiding. En ik zou haar de beste punten geven voor Werk, Pensioenen, Veiligheid en Justitie. Daarop hebben we grensverleggende vooruitgang geboekt. Toegegeven: in andere domeinen hebben we dat niet of minder gedaan.”

Maar ondanks de breuk met N-VA is de Zweedse coalitie voor herhaling vatbaar?

“Wellicht zullen er diverse coalities mogelijk zijn. Als we opnieuw voor deze gaan, moet de cdH erbij komen, onze Franstalige zusterpartij.”

En u? In welke rol keert u terug?

“Mijn grootvader zong altijd vrolijk mee met Doris Day. ‘Que sera, sera.’ Het leven doet met ons wat het wil. En zo is het goed.”

Lees het artikel »