De 'nieuwe Napoleon' botst op zijn grenzen

op 20 april 2019 09:00 De Standaard

VISIE

Je kunt Koen Geens bezwaarlijk verwijten dat hij geen visie heeft: al in maart 2015, amper zes maanden na de start van de regering, stelde hij zijn lijvige Justitieplan voor met alle hervormingen die hij in vijf jaar tijd wilde verwezenlijken. 'Een man met een plan', werd hij genoemd. Niemand betwistte dat Vrouwe Justitia een facelift nodig had, maar menig minister had er zijn/haar tanden op stuk gebeten. De mislukte informatisering is tekenend voor de staat van het gerechtelijk apparaat. In tegenstelling tot zijn voorgangster, Annemie Turtelboom (Open VLD), wilde Geens loyaal meedoen aan de besparingsronde van de regering. In een structureel ondergefinancierd en jarenlang verwaarloosd departement betaal je zoiets cash. Het leverde de CD&V'er aanhoudend kritiek op van de magistratuur, zeker in Franstalig België.

Na de aanslagen van 22 maart 2016 ontpopte Koen Geens zich tot de behoeder van de democratische rechtsstaat. Toen de N-VA bij monde van Peter De Roover pleitte voor het inperken van de fundamentele rechten en vrijheden - zoals de vrijheid van meningsuiting - bracht hij de rede terug.

Geens ademt degelijkheid uit, kent zijn departement door en door en heeft als academicus en ex-advocaat een breed netwerk. Toch vervelde hij opmerkelijk rap tot een echte politicus, een tjeef bij momenten. Hij legde in de loop van de regeerperiode meermaals zijn hoofd op het kapblok, zowel na de aanslagen als na de dodelijke schietpartij in Luik, maar kon telkens blijven zitten dankzij een breed gedragen vertrouwen.

DAADKRACHT

Geens hield er een moordend hervormingstempo op na. 'Je zal me niet kunnen betrappen op surplacen', zei hij in 2017 in De Standaard. En hij heeft tot op het laatste moment woord gehouden. Parallel met zijn potpourriwetten lanceerde hij zijn grote 'hors-d'oeuvres': de nieuwe codexen voor tal van rechtstakken. Insolventierecht (faillissementen en zo), erfrecht, huwelijksvermogensrecht, vennootschapsrecht en burgerlijk bewijsrecht werden in samenwerking met (academische) experts grondig gemoderniseerd én goedgekeurd. Hij deed zijn bijnaam 'de nieuwe Napoleon' alle eer aan. Tussendoor timmerde hij aan de kansspelwetgeving, de uitvoering van de antiterrorismemaatregelen, een spijtoptantenregeling, een kader voor een mensenrechteninstituut enzovoort.

Helaas voor Geens haalde het nieuwe strafrecht het door de val van de regering niet en het door de experts voorgestelde strafprocesrecht bleek imbuvable voor het veld - vooral bij de onderzoeksrechters. Hij had hen dan ook niet, of zeker te weinig, betrokken bij de uitwerking. In die twee rechtsdomeinen heeft hij gefaald en dat was niet de enige bittere pil. Ook de potpourriwetten hielden niet onverkort stand. De wet op de woonstbetredingen moest hij inslikken na protest uit MR-hoek.

Ondanks de onafgewerkte 'werven' slaagde Geens er wel in om met de belangrijkste beroepsgroepen, op het personeel van de Staatsveiligheid na, te landen in dossiers die al ettelijke legislaturen aanslepen: de rechtsbijstandsverzekering voor de advocatuur, het autonoom beheer van de rechtbanken door de magistratuur en de minimale dienstverlening van de cipiers.

Wat de gevangenissen betreft, had hij zich tot doel gesteld om de populatie onder de 10.000 gedetineerden te brengen. Dat is net niet gelukt, maar de overbevolking is wel gedaald. Deels door de uitwijzing van veroordeelden zonder verblijfsrecht in samenwerking met Theo Francken (N-VA), deels door de uitstroom van geïnterneerden in samenwerking met Maggie De Block (Open VLD).

COMMUNICATIE

De minister die door Radio 1 ooit in de bloemetjes gezet werd vanwege zijn helder taalgebruik, moest deze legislatuur vaststellen dat het heel moeilijk scoren is op Justitie. Hij bedacht zelf de term 'hink-stap-sprong' voor zijn hervormingen en hoopte via zijn potpourri-wetten enkele broodnodige quick wins te realiseren. Helaas vernietigde het Grondwettelijk Hof de meest opvallende, namelijk de hervorming van assisen. Er was ook groeiende kritiek op de rommelige allegaartjes. 'De potpourri begint te stinken', luidde het. Zíjn benaming keerde als een boemerang terug. Op de duur moest hij elke week wel ergens een brandje blussen, soms tot zijn zichtbare ergernis.

Na de terreuraanslagen verslechterde de relatie met zijn 'siamese tweelinghelft' op Binnenlandse Zaken, Jan Jambon (N-VA), zienderogen. Ook binnen CD&V was het soms zoeken naar zijn plaats. Doordat niet hij maar Kris Peeters vicepremier was, moest Geens geregeld op zijn tong bijten in dossiers die niet de zijne waren.

Het oordeel van Le Soir: 67

'De helse hervormingstrein van Geens hield niet altijd rekening met waarschuwingen uit de juridische wereld. Een aantal hervormingen stokte daardoor.'