De verhoging van de rolrechten, de belastingen die iemand betaalt om een zaak voor de rechtbank te brengen, zet de groepsvordering dan toch niet op de helling. De minister van Justitie, Koen Geens (CD&V), verklaarde dat deze rolrechten bij een groepsvordering niet per eisende partij verschuldigd zijn. Dat houdt de kosten voor het instellen van de collectieve vordering onder controle.

De minister van Justitie Koen Geens wil de rolrechten verhogen om te verhinderen dat de rechtbanken verder worden overbelast. Hij wil dat mensen twee keer nadenken vooraleer ze naar de rechter stappen, of vooraleer ze hoger beroep aantekenen.

Volgens een recent ingediend wetsontwerp zouden de rolrechten niet meer verschuldigd zijn 'per zaak' maar 'per eisende partij'. Een echtpaar dat een woning verhuurt en dat naar de rechtbank stapt om de huurachterstal in te vorderen, zou de rekening daardoor fors zien oplopen. De twee verhuurders zouden beide een rolrecht moeten betalen, in plaats van slechts één keer nu.

De consumentenorganisatie Test-Aankoop vreesde dat het wetsontwerp de collectieve vordering onderuit zou halen. Deze procedure werd door de vorige minister van Consumentenzaken, Johan Vande Lanotte ( sp.a) in het leven geroepen om een groep gedupeerden, die alle slachtoffer zijn van eenzelfde schadeverwekkend feit, een middel te geven om naar de rechtbank te stappen, ook als de individuele schade bij de slachtoffers eerder beperkt is.

Test-Aankoop vreesde dat de collectieve vordering in de kiem zou worden gesmoord omdat voortaan elke gedupeerde verplicht zou zijn om het rolrecht te betalen. 'We kunnen enkel hopen dat deze regering geen verdoken agenda heeft om de groepsvordering onwerkbaar te maken', aldus de consumentenorganisatie.

Geens gaf in de bevoegde Kamercommissie aan dat de rolrechten bij een groepsvordering toch niet per persoon moeten betaald worden. Een geruststelling dus voor Test-Aankoop.