"Wij waren niet goed genoeg, maar DIT VIEL NIET TE VERMIJDEN"

op 26 maart 2016 07:37 Het Laatste Nieuws

"We hebben gedaan wat we konden. Dat was niet goed genoeg." De vaststelling van Koen Geens doet pijn in haar eenvoud. "Maar vielen deze aanslagen te vermijden? Nee. Mensen die absoluut willen sterven, hou je niet tegen", zucht de minister van Justitie - nog steeds. "Woensdag ben ik gaan slapen in de overtuiging dat ik de volgende morgen geen minister meer zou zijn."

Toch zit u hier nog. Hoeveel heeft het gescheeld?

"Een haar."

En hoe groot is de kans dat u hier over pakweg twee maanden nog altijd zit?

"Niet groot."

Waarom?

"Omdat wat zich dinsdag heeft afgespeeld een drama zonder voorgaande is. Meer dan dertig doden en een veelvoud aan gewonden: nu pas dringen die aantallen in hun volle wreedheid door. Dat verdient een parlementaire onderzoekscommissie die de onderste steen boven brengt. De kans is groot dat na afloop opnieuw de vraag zal worden gesteld naar de politieke verantwoordelijkheid voor wat er is fout gelopen."

Waarom? Omdat u verwacht dat er nieuwe bezwarende elementen aan het licht zullen komen? Een smoking gun die u alsnog tot aftreden dwingt?

"Ik wil daar niet over speculeren, maar het valt niet uit te sluiten. Kijk naar de storm die dat ene communiqué van de Turkse president Erdogan heeft veroorzaakt. Jan Jambon en ik wisten daar niets over. Dan weet je: dit is een mijnenveld. Dat is Justitie sowieso. Op dit departement kan elke dag als minister je laatste zijn. Had u mij vlak na mijn eedaflegging gevraagd hoe groot ik de kans achtte dat ik het de volle vijf jaar zou uitzingen, dan had ik precies hetzelfde antwoord gegeven: niet groot. Vandaar mijn haast om hervormingen door te voeren. Als minister van Justitie kan je maar beter onthecht zijn van de macht."

U bent dat?

"Ja. In mijn hoofd was ik woensdag al minister af. Het was een bewogen nacht. Ik ben gaan slapen in de overtuiging dat ik de volgende morgen geen minister meer zou zijn. Voor mij was dat een zekerheid. Tegen mijn vrouw heb ik toen gezegd: 'Het is over. Straks hebben we het even wat rustiger.' Dat gevoel had ik. En het was een goéd gevoel."

Van opluchting?

"Nee, het was geen opluchting die ik voelde. Veeleer het besef: we hebben gedaan wat we konden..."

Maar?

"Het was niet genoeg. Niet goed genoeg. Dat is de nuchtere vaststelling die je moet maken."

Wanneer is de impact van de aanslagen vol tot u doorgedrongen?

"Woensdagochtend, de dag na de feiten. Ik was kapot, toen. Helemaal kapot. Die eerste 24 uren leef je, beslis je en reageer je op adrenaline. Dat is dan de cocon die je beschermt tegen de felste schok en de ergste beelden. Die eerste confrontatie met de metrostellen in Maalbeek: verschrikkelijk. Maar de echte klap volgt pas later. Bij mij was dat woensdagmorgen, bij Jan Jambon woensdagavond. Ik ben niet van steen. Mijn kleinkinderen zijn nog kleuters, maar zelfs hen laat het niet los, heb ik gemerkt. Eentje hoorde ik tegen mijn zoon zeggen: 'Papa, die meneer daar zegt iets slechts over IS, en dat is niet slim, want die meneren van IS, die hebben geweren en die hebben bommen.' Een ander had me op televisie de naam Mohammed horen uitspreken. 'Opa', klonk het, 'ik ken die, Mohammed. Die zit in mijn klas. Mohammed is mijn vriend!' Ik bedoel maar: dit zijn beelden die nooit meer van ons netvlies gaan. 22/3 heeft zich in het collectieve geheugen van jong en oud gebrand."

Johan Vande Lanotte, zelf een ervaringsdeskundige, had zijn twijfels bij uw bereidheid om ontslag te nemen. 'Je kunt niet een béétje ontslag nemen', zei hij. 'Ofwel stap je op. Ofwel blijf je op post.'

"Johan weet zelf ook wel dat je die beslissing niet alleen neemt. Of je moet Louis Tobback heten. Niemand - ook Jean-Luc Dehaene niet - had Louis in 1998 na de dood van Semira Adamu kunnen overtuigen om door te gaan. Omgekeerd heeft Jean-Luc in de dioxinecrisis zelf twee ministers moeten aanporren om op te stappen (Marcel Colla en Karel Pinxten, red.). Jan Jambon en ik waren spontaan bereid om te vertrekken, maar we hebben die beslissing overgelaten aan de jonge wijsheid van premier Michel. Hij, Kris Peeters en de partijvoorzitters hebben ons gevraagd om door te gaan."

Hebben we die nacht dicht bij de val van de regering gestaan?

"Nee. Op geen enkel moment. Een premier heeft in deze omstandigheden de plicht om zijn regering overeind te houden. Om de continuïteit te garanderen. Niemand in de oppositie heeft ook maar overwogen om het ontslag van de regering te eisen, denk ik. Het is belangrijk dat die regering kan doorgaan in haar sterkst mogelijke samenstelling."

België heeft traag en nonchalant gereageerd op de informatie uit Turkije. Ligt dat aan het systeem of is het een kwestie van mentaliteit?

"Over onze structuur en onze infrastructuur valt er veel te zeggen, maar wat er fout is gegaan, staat daar los van. Dat heeft enkel te maken met een ingesteldheid. Met plichtsbesef en gedrevenheid. Noem het een teveel aan ambtelijkheid. Dat is niet typisch voor overheidsdiensten. Je ziet het af en toe ook in de privé. Die mentaliteit van: 'Dit kan wel even wachten tot morgen.' Dat is een kwaal. Als die in veiligheidsdossiers sluipt, kan dat zware gevolgen hebben, net als in medische dossiers. Dat hebben we nu ondervonden."

We zijn een laks land.

"Dat zeg ik niet."

Dat zegt het verzamelde buitenland over ons. De kritiek op onze nonchalance is striemend.

"Ik voel niet de behoefte om ons land op een krampachtige manier te verdedigen. Natuurlijk zijn er fouten gemaakt. Maar de waarheid is genuanceerder. Je moet die mentaliteit, die zogenaamde laksheid niet veralgemenen tot iets typisch Belgisch. Jazeker zijn er ambtenaren die op de klok kijken en besluiten: 'Het is vrijdagnamiddag. Maandag zal ook wel goed zijn, zeker?' Maar ik ken er ook veel die hun uren niet tellen of zelfs hun leven riskeren."

België had Brahim El Bakraoui niet eens hoéven op te sporen als hij niet vervroegd in vrijheid was gesteld. Je hoort vandaag weer massaal pleiten voor het afschaffen van de wet-Lejeune, zodat iedereen zijn straf integraal moet uitzitten. Wat vindt u daarvan?

"Wat voor mij telt, is niet zozeer hoe lang iemand in de gevangenis zit, wel wat hij in die periode doét. Of hij er iets bijleert. Of hij er kan deradicaliseren. Als je daar integendeel verder radicaliseert, dan is langer zitten geen oplossing. Dat we moeten vermijden dat mensen er radicaliseren, is al beslist na Verviers, begin 2015. Maar pas volgende maand gaan de daartoe voorziene vleugels in de gevangenissen open. Meer dan een jaar later dus. Zoveel tijd vraagt het in een democratie als de onze om een maatregel uit te voeren, zelfs al sleur je daar als minister elke dag aan van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. Ons systeem maalt traag, ook al is de nood hoog."

De verdwenen El Bakraoui opnieuw in de gevangenis krijgen: makkelijker gezegd dan gedaan, zei u. Dat klonk als een bekentenis van onmacht.

"In zekere zin is dat zo. Neemt iemand de benen na zijn vervroegde invrijheidstelling, dan wordt die nationaal en daarna ook internationaal geseind. Maar om hem op het spoor te komen, is er bijna een klopjacht nodig. Dat vergt de inzet van enorme middelen. In het geval van El Bakraoui zouden die welbesteed zijn geweest, maar dat is achteraf makkelijk gezegd. Turkije heeft ons een hint gegeven, maar die is ons ontgaan. Die kans hebben we gemist."

Jammerlijk.

"Inderdaad."

We hadden niet door dat de gangster El Bakraoui inmiddels was verveld tot een terrorist.

"Nee, en dat hadden we kúnnen weten. Het is naar Gaziantep, de Turkse navel van IS, vlakbij de Syrische grens, dat hij was afgereisd. Daar hoeft geen tekening bij."

U deed wenkbrauwen fronsen toen u eergisteren in 'Terzake' over Brahim El Bakraoui zei: 'Van de drie terroristen is hij niet de meest ondernemende.' Hoezo? Die man heeft in Zaventem wel een massa mensen opgeblazen.

"Dat is juist. Ik wou met die opmerking geen gradatie in wreedheid aanbrengen. Elk van die terroristen is even verschrikkelijk. Alleen was Brahim El Bakraoui niet de initiatiefnemer van die aanslagen. Alles wijst erop dat hij niet het brein was maar een uitvoerder. Ook zonder hem was op de luchthaven gebeurd wat er gebeurd is."

Omdat hij inwisselbaar is, bedoelt u?

"Juist. De beide broers El Bakraoui wilden absoluut sterven door zichzelf op te blazen. Dat hou je niet tegen."

Dit viel niet te vermijden?

"Nee, hoogstwaarschijnlijk niet. We moeten uiterst kritisch zijn voor onze eigen tekortkomingen, maar de garantie dat je terreur tegenhoudt, kan niemand bieden. Kijk naar 9/11 in de VS. Eén vliegtuig op het Pentagon, twee op de Twin Towers. Drieduizend doden. In een land met een schitterende inlichtingendienst en extreem zware veiligheidsmaatregelen. Terrorisme kan je nooit helemaal voorkomen in landen die geen politiestaat zijn. Wij zijn dat niet. We hoeven het ook niet te worden."

President Hollande kondigde na de horror in Parijs de noodtoestand af om terroristen efficiënter en krachtiger te kunnen bestrijden. A la guerre comme à la guerre, desnoods verlengd wegens succes. Goed idee?

"Ik ben niet overtuigd van de meerwaarde. Wat had dat ons opgeleverd? Had dat iets vermeden? Wat niet belet dat België wat mag opschuiven. Er zit nog wat rek op onze rechtsstaat, zonder dat we de vrijheden van mensen onnodig aantasten. Het doel heiligt niet alle middelen, maar we zullen toch bereid moeten zijn om in ruil voor meer veiligheid onze gewoontes wat aan te passen. We zullen privacy en tijd moeten inleveren. Een half uur aanschuiven voor we veilig op de trein stappen: willen we dat? En hoe lang houden we dat vol? Het ligt niet in de Belgische aard."

Hoe zou u die omschrijven?

"Easygoing. Vooral Brussel is dat. Tolerant. Solidair. Ongedwongen. Flegmatiek. Laconiek. Zonder storend zelfbewustzijn. Zonder zichzelf al te ernstig te nemen. Dat zorgt voor een aparte sfeer die je elders niet vindt. Ik ken tal van diplomaten die de hele wereld hebben gezien, maar nergens liever werken en wonen dan in Brussel. Die mentaliteit heeft zijn charmes, maar er zit ook een keerzijde aan. Ze laat zich lastig combineren met een verhoogde veiligheid. Bovendien leven de mensen in Brussel en ook in Vlaanderen heel dicht op elkaar. Drijf je controles op en je mobiliteit wordt een nog reusachtiger probleem dan het al is."

Het klinkt cynisch, maar kan de schok van de aanslagen helpen om een aantal geplande veiligheidsmaatregelen eindelijk gestemd en uitgevoerd te krijgen?

"Dat is zo. Soms heb je een crisis nodig om dingen gedaan te krijgen die nochtans heel redelijk lijken. Zoals de verlenging van de aanhoudingstermijn van 24 tot 48 uren."

Zoals wijlen Johan Cruijff het uitdrukte: 'Vaak moet er iets gebeuren voordat er iets gebeurt.'

"Precies. Ook het Heizeldrama in 1985 is zo'n moment geweest. Nadien kon er plots meer dan ervoor. Ook nu zijn we toe aan een inhaalbeweging. De omstandigheden dwingen ons daartoe."

Veel mensen zien het somber in. We zijn de greep op Brussel kwijt, klinkt het. Komt het nog goed, denkt u?

"We moeten de problemen niet onder de mat vegen. Er is een probleem met een aantal moslimjongeren, vooral in Brussel. In sommige buurten wordt een radicaal gedachtegoed breder gedragen. Zelfs de nieuwe Moslimexecutieve zegt mij: we staan daar voor een muur. Maar ik zie ook tekenen van hoop, over alle religies en overtuigingen heen. Jonge mensen van nu staan opener in het leven. Ze zijn veel meer vertrouwd met diversiteit in denken en geloven. Ze zijn van nature verdraagzamer en begripvoller voor elkaar. Dat moeten we meer dan ooit stimuleren in ons onderwijs. Als het weer goed komt, zal het daardoor zijn. Met alleen maar veiligheidsmaatregelen gaan we het niet keren."

JAN SEGERS