Parlementaire vragen in de Commissie Justitie

op 29 juni 2016 15:00 Parlementaire Vragen

Vraag van Carina Van Cauter (Open VLD) en Stefaan Van Hecke (Groen) over de bestraffing van lekken in het onderzoek.

ANTWOORD

Het klopt dat ik een strengere straf wens in te voeren voor zowel de schending van het beroepsgeheim als de schending van het geheim van het onderzoek. Recente lekken uit strafrechtelijke onderzoeken, onder meer naar terroristische misdrijven, hebben mijn inziens de noodzaak hiervan voldoende aangetoond. Ik hoop deze wetsteksten dan ook op zeer korte termijn aan het parlement te kunnen voorleggen.

De ontwerpteksten ter zake werden reeds door mijn beleidscel voorbereid en zijn inmiddels ook aan de interkabinettenwerkgroep voorgelegd.

Ik wens verder ook dat het openbaar ministerie een echt opsporings- en vervolgingsbeleid voert naar lekken uit het strafonderzoek.

Om die reden zal ik inderdaad voorstellen om de schending van het beroepsgeheim in het kader van het strafrechtelijk onderzoek ook op te nemen in de lijst van artikel 90ter van het Wetboek van Strafvordering houdende de misdrijven waarvoor een tapmaatregel kan worden bevolen.

Wat betreft het journalistieke bronnengeheim kan ik slechts meedelen dat ik zelf geen intenties heb om hieraan te raken en dat er ter zake op mijn beleidscel geen projecten lopen tot wijziging van de wet van 7 april 2005 tot bescherming van de journalistieke bronnen.

Cijfers van het aantal lopende opsporings- of gerechtelijke onderzoeken naar lekken uit het onderzoek konden mij helaas niet ter beschikking worden gesteld.

Wat betreft de vraag naar het gebruik van bijzondere onderzoeksmethoden (telefoontaps en observaties) in het kader van een onderzoek naar perslekken op de heer Karel Anthonissen, gewestelijk directeur van de BBI, en de heer Van Calster, substituut procureur des Konings, kan ik u meedelen dat dit formeel wordt ontkend en tegengesproken.

Het parket-generaal van Antwerpen heeft hieromtrent, kort na het verschijnen van het kwestieuze persbericht op de website ‘Appache’, een persmededeling verspreid waarin deze aantijgingen formeel ontkracht worden. Ook het antwoord op de vraag of er naar de twee genoemde personen een onderzoek loopt, is negatief.

Verder deelde het College van Procureurs-generaal mij mee dat de heer Van Calster op 17 oktober 2015 een klacht heeft neergelegd bij de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie. Deze werd overgemaakt aan de procureur-generaal te Antwerpen.

Bij ontvangst van deze melding heeft de heer procureur-generaal onmiddellijk nader onderzoek laten instellen bij de bevoegde diensten. Het betreft immers opsporingsdaden die bijzonder intrusief zijn ten aanzien van het privé-leven. Het onderzoek toonde echter aan dat er geen enkele tap of andere bijzondere onderzoeksmaatregel lastens of ten nadele van de heer Van Calster werd uitgevoerd of bevolen. Betrokkene werd hiervan in kennis gesteld.


Vraag van Stefaan Van Hecke (Groen) over de oproep om zelf een tolk mee te brengen.

ANTWOORD

Om onpartijdigheid te garanderen komt er vanaf december 2016 een nationaal register voor beëindigd vertalers, tolken en vertalers-tolken en een meldingsplicht van mogelijke belangenconflicten voor de gerechtsdeskundigen in het algemeen.

Thans worden tolken gekozen op grond van informele lijsten en moeten zij aan geen objectieve criteria met betrekking tot hun bekwaamheid of de kwaliteit van hun prestaties voldoen. Die situatie zal binnenkort veranderen met de inwerkingtreding van de wet van 10 april 2014 tot wijziging van verschillende bepalingen met het oog op de oprichting van een nationaal register voor gerechtsdeskundigen en tot oprichting van een nationaal register voor beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken. Krachtens die wet zullen uitsluitend de tolken, vertalers en vertalers-tolken die in het nationaal register voor beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken zijn opgenomen, gemachtigd zijn de titel van beëdigd tolk, vertaler of vertaler-tolk te voeren en bevoegd zijn om de hun bij de wet toevertrouwde werkzaamheden te verrichten (behoudens limitatief opgesomde uitzonderlijke omstandigheden). De inschrijving in dat register is onderworpen aan een aantal voorwaarden, waaronder de instemming met een door de Koning te bepalen deontologische code, die minstens de principes van onafhankelijkheid en onpartijdigheid bevat. Daarnaast wordt ook een wijziging voorgesteld in het gerechtelijk wetboek waar een meldingsplicht voor gerechtsdeskundigen, in het algemeen, opgelegd wordt voor alle feiten die ook maar de perceptie kunnen wekken dat ze niet onafhankelijk of onpartijdig zouden zijn.

De Federale gerechtelijke politie (FGP) en de Vaste Commissie van de Lokale Politie (VCLP) zijn bevraagd over het bestaan van de praktijk die u aanhaalt.

Beide diensten melden dat de handelswijze, waar u naar verwijst, niet toegepast wordt. Er is bovendien geen officiële richtlijn die deze werkwijze voorschrijft of oplegt. Voor de gerechtelijke verhoren wordt er beroep gedaan op de officiële lijst van tolken van het parket.

Tenslotte vestig ik nog graag uw aandacht op de terzake geldende wetsbepalingen. Zowel art. 31 en 32 van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, als artikel 47bis, § 1, 5, van het Wetboek van Strafvordering bepalen duidelijk dat de beëdigde tolken moeten worden aangesteld.


Vraag van Sonja Becq (CD&V) over het nationaal register van de gerechtsdeskundigen.

ANTWOORD

Het voorontwerp van wet tot wijziging van de wet van 10 april 2014 is (wordt) overgemaakt aan de Raad van State voor advies, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State. Na ontvangst van dit advies zal het nogmaals op de ministerraad worden gebracht en vervolgens worden ingediend bij de Kamer.

Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen de reeds lang noodzakelijke globale hervorming van de gerechtskosten (en hierbij verwijs ik naar de vervanging van het oude KB van 1950, waarvoor de vorige poging in 2008 is mislukt na de vernietiging van zijn beoogde opvolger), en de herziening van de tarieven die worden toegepast voor de diverse beroepsgroepen en dienstverlenende personen. Momenteel wordt een reeks van besluiten voorbereid, waarin de tarieven een moderner en gedetailleerder structuur krijgen en worden aangepast aan de huidige omstandigheden, wat bijna steeds leidt tot een verhoging ervan. Voor de globale hervorming is het nog niet mogelijk een kalender op te stellen, maar de verschillende tariefbesluiten, waaronder dat voor de vertalers en tolken, moeten nog dit jaar worden genomen en gepubliceerd.

Volgende tariefbesluiten werden reeds gepubliceerd: gerechtsdeurwaarders, DNA-analyses en bloed- en speekselanalyse. Volgende zijn afgewerkt: telefoontap, vertalers-tolken. Volgende zijn nagenoeg afgewerkt: toxicologische analyses andere dan DNA-analyses, psychiaters en psychologen voor interneringsrechtbanken.