“We moeten de IS-strijders ginder berechten”

op 02 maart 2019 10:16 Het Belang van Limburg

Voor minister van Justitie Koen Geens (CD&V) zijn het ook in lopende zaken drukke weken. Bij zijn aantreden in 2014 nam hij zich voor om een erfenis na te laten op Justitie, maar niet alles verliep naar wens. Ondanks het enorme werk dat werd verzet, blijven er te weinig gevangenissen en worstelt ons land nu met het probleem van de Syriëstrijders. “Ik voel mij gesandwicht.”

Koen Geens straalt de rustige vastheid uit die ook zijn partijgenoot Herman Van Rompuy kenmerkte. De afgelopen jaren zette hij de ene hervorming na de andere in de steigers, maar op straffe politieke uitspraken is de man uit het Brabantse Huldenberg zelden of nooit te betrappen. Hij spreekt bedachtzaam en kalm. Ook tijdens dit interview.

Geens kwam de afgelopen jaren maar twee keer echt in de problemen. Op zich is dat al een prestatie, want voor een minister van Justitie in België is dat allesbehalve een record. De eerste keer was net na de aanslagen in ons land, op 22 maart 2016, toen Geens samen met minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) zijn ontslag aanbood aan premier Michel. Op aandringen van Michel bleven ze beiden aan boord om het land te vrijwaren van de instabiliteit.

Een tweede keer kwam Geens dicht bij de afgrond toen eind mei vorig jaar een geradicaliseerde gevangene twee politieagenten en een voorbijganger vermoordde op straat in Luik. De man bleek met penitentiair verlof, terwijl zijn naam wel was opgedoken in dossiers van de Staatsveiligheid.

Geens overleefde, mede dankzij zijn standvastigheid en het feit dat hij zelf nooit de publieke confrontatie opzocht. Intussen lijken het episodes die ver achter ons liggen. Zeker nu de politieke aandacht zich de afgelopen weken helemaal op het probleem van de IS-strijders richtte. Met een tweet zette Donald Trump druk op de Europese landen om de in Syrië gevangengenomen terroristen terug te nemen. Het is een kwestie waar ook de Belgische regering mee worstelt. En de tijd dringt, want volgend jaar al trekken de Amerikanen zich terug en kunnen de terroristen die nu nog opgesloten zitten in Koerdisch gebied, van vandaag op morgen op vrije voeten komen.

Er is de afgelopen dagen veel gezegd over de bestraffing. In eigen land, in Irak, door een internationale rechtbank. Wat vindt u dat er moet gebeuren?

“Mijn voorkeur is altijd die van de regering. En de voorkeur van de regering is dat deze mensen niet terugkeren naar ons land, maar dat ze ginder blijven en ginder worden berecht. Het gaat om een tiental mannen. Dat is geen massa volk. We moeten geen heel leger repatriëren.”

Hoe kan die bestraffing ter plaatse gebeuren?

“Er zijn methodes in het internationaal recht om dat te regelen. De Verenigde Naties kunnen een internationale rechtbank zoals het Rwanda- of Joegoslavië-Tribunaal oprichten. Of men zou speciale kamers kunnen inrichten bij rechtbanken in het Midden-Oosten waar Belgische, Nederlandse en andere Europese rechters deel van zouden kunnen uitmaken. Dat is in het verleden ook al gebeurd. Het is belangrijk dat de Europese landen daarover een akkoord sluiten met bijvoorbeeld Irak, want Irak heeft in principe geen band met misdaden die in Syrië zijn gebeurd, maar de VN kan een land wel vragen om zich bezig te houden met die extraterritoriale berechting.”

De tien personen waar u over spreekt zijn de IS-strijders die in Koerdisch gebied gevangen worden gehouden. Mogelijk zijn er nog meer?

“We weten niet precies wie in de strijd is gedood. We weten het bij benadering, maar niet helemaal zeker. Maar begrijp me niet verkeerd: ik wil het probleem niet minimaliseren. Maar we mogen ook niet vergeten dat er al heel wat Syriëstrijders zijn teruggekeerd naar België. Uit eigen beweging. De berechting is volop bezig en voor zo ver ik kan zien, verloopt dat goed. Al die terreurprocessen, het ene na het andere, worden met grote efficiëntie behandeld. Op dit moment is men Mehdi Nemmouche aan het berechten ( de verdachte van de aanslag in het Joods Museum, nvdr.). Volgend jaar volgen Maalbeek en Zaventem. We hebben zo al 350 Syriëstrijders, potentiële terroristen of hun handlangers veroordeeld in ons land. Dikwijls gebeurde dat bij verstek, maar intussen zijn er ook al 180 opnieuw vrijgekomen.”

Welk gevaar leveren deze vrijgelatenen op? Houdt de Staatsveiligheid al die mensen nauwlettend in het oog?

“We volgen deze mensen allemaal op, bijvoorbeeld in de lokale integrale veiligheidscellen waar zowel de veiligheidsdiensten als de sociale diensten samenzitten. Onlangs hebben we ook nog een omzendbrief ondertekend met de Vlaamse en Franstalige gemeenschap om nog sneller de justitieassistenten te kunnen inzetten bij gevangenen die geradicaliseerd zijn. Het is niet zo dat die mensen in de vrije natuur worden losgelaten eenmaal ze uit de gevangenis zijn. Laat ons ook niet vergeten dat de mensen die nu in de gevangenis opgesloten zitten, ooit terug vrij zullen komen.”

Gelooft u dat mensen die met dat soort gedachtegoed dwepen nog gere-integreerd kunnen worden in de onze samenleving?

“Het zijn allemaal mensen. En de vraag is of men ze wil beoordelen op wat ze gedaan hebben. Kijk, we hebben ervaring hiermee. Ook na de Tweede Wereldoorlog werden we geconfronteerd met mensen die oorlogs- en terreurdaden hadden gepleegd. Een normale rechtsstaat kan daarmee omgaan. We hebben de afgelopen vier jaar ook heel strenge terreurwetgeving aangenomen. De strafmaat, de strafbaarstelling, de opsporingsmethoden, we hebben dat allemaal gemoderniseerd. Ik heb vier jaar niks anders gedaan dan ons veiligheidsapparaat zo goed mogelijk uit te rusten tegen dit soort daden.”

U nam zich voor om ook nieuwe gevangenissen te bouwen, maar dat plan liep niet helemaal zoals gehoopt. De supergevangenis in Haren staat er nog altijd niet en ook in Dendermonde en Leopoldsburg is er nog geen steen gelegd.

“Ik word zelf ook niet vrolijk van de materiële omstandigheden in onze gevangenissen. We hebben gewoonweg meer middelen nodig. Nederland besteedt anderhalf tot twee keer zoveel per inwoner aan penitentiaire zorg. Maar het is moeilijk om nog nieuwbouw te zetten in België. Niet alleen voor Uplace of Club Brugge, maar ook voor mij wordt het steeds moeilijker om gebouwen te zetten. Dat is frustrerend. Ik heb heel veel plannen. De werken in Haren zijn nu begonnen, als Dendermonde nu ook nog zou kunnen beginnen… Ik kan alvast niet meer wachten.”

Ook al lopen er bijvoorbeeld tegen de gevangenis in Haren nog procedures bij de Raad van State en gaf de auditeur in januari nog een negatief advies?

“Aan de ene kant krijg ik dwangsommen omdat er te veel mensen in de gevangenis zitten, terwijl ik aan de andere kant in procedures verwikkeld zit die mij niet toelaten om mensen te transporteren naar nieuwe gevangenissen. Ik voel mij gesandwicht. De Brusselse rechtbank heeft een dwangsom uitgesproken van 1.000 euro per gevangene te veel in Sint-Gillis en Vorst.”

Dat moet u toch soms moedeloos maken?

“Ik ben geen defaitist, maar een gevangenis bouwen is vandaag, nog minder dan een groot winkelcentrum of een voetbalstadion, een maatschappelijk project dat kan rekenen op de sympathie van de bevolking. Dat is wat ik vaststel.”

Hoe belangrijk zijn die nieuwe gevangenissen voor de re-integratie van gedetineerden, een discipline waar ons land niet meteen in uitblinkt?

“Het materiële comfort is zeer belangrijk, maar het belangrijkste is de attitude en de sfeer. We hebben mooie en moderne gevangenissen, maar het is er niet altijd leuker dan in de gevangenissen die er minder aan toe zijn. Hoe dan ook is het wel een realiteit dat we een tekort aan plaatsen hebben. We hebben maar een capaciteit van 9.600 plaatsen, en ik zit met meer dan 10.300 gevangenen. We hebben vooral ook heel veel voorlopig gehechten. Zo'n 3.500 of 35 procent van de totale populatie. In het algemeen is het een van mijn ambities om het aantal voorlopig gehechten in de gevangenis te doen afnemen. Precies omdat ik heel wat onwerkzame voorlopige hechtenissen heb ( voorlopige hechtenis die achteraf niet nodig bleken te zijn omdat de aangehouden personen bijvoorbeeld onschuldig bleken te zijn of werden vrijgesproken, nvdr.). Ik betaal daardoor al heel wat schadeloosstellingen aan mensen die ten onrechte voorlopig gehecht zijn. Ik heb ook niet graag dat de voorlopige hechtenis wordt gebruikt als een instant gevangenisstraf. Als er wordt geredeneerd: later zal er misschien niet streng genoeg opgetreden worden, dus gaan we nu maar de voorlopige hechtenis toepassen. Het moet echt geïnspireerd zijn door de veiligheid of door de angst voor recidive of collusie ( waarbij verdachten hun verhaal op elkaar afstemmen, nvdr.).”

U hebt nu nog drie maanden en er ligt nog heel wat werk op de plank. Heeft u niet te veel hooi op de vork genomen door zo nadrukkelijk uw erfenis te willen nalaten op Justitie?

“Men heeft mij de afgelopen jaren twee verwijten gemaakt. Aan de ene kant gaat het te traag en aan de andere kant gaat het te snel. We zaten met een stilstand van vele jaren op vele vlakken. Ik besef dat hervormen even pijn doet, maar het was wel nodig want we kunnen niet blijven verder werken met het recht van tweehonderd jaar geleden. Het gaat mij helemaal niet om een erfenis die ik zou willen nalaten, maar ik wil efficiëntie aan rechtvaardigheid koppelen. Zo hebben we het huwelijksvermogensrecht hervormd, het erfrecht, nu het vennootschapsrecht. Volgende week wordt de minimale dienstverlening in de gevangenissen gestemd in de Kamer, nog voor het einde van de legislatuur komt de nieuwe Kansspelwet er, wordt de Wet-Lejeune heringevoerd waardoor de grens voor vrijlating opnieuw op twee derde van de straf komt te liggen bij recidive. Ik ga dus gewoon door. Samen met de collega's in het parlement. En de regering in lopende zaken zal wel nog wat langer duren dan drie maanden ( glimlacht).”

U had het er zelf al over: het vennootschapsrecht werd afgelopen week hervormd. Hoe belangrijk is die hervorming?

“Het is het sluitstuk van het ondernemingsrecht dat helemaal is herzien en dat veel soepeler en bedrijfsvriendelijker is gemaakt. In de praktijk wordt dat op veel enthousiasme onthaald, want het zal de groei van onze ondernemingen veel gemakkelijker maken. Eerst en vooral wordt het onderscheid tussen ondernemingen en verenigingen veel strikter. Zaken zoals Samusocial (de Brusselse vzw die in opspraak kwam doordat er hoge vergoedingen werden uitgekeerd aan politici, nvdr) zullen onmogelijk worden. Een vereniging moet een belangeloos doel hebben. Verdoken winst uitkeren aan bijvoorbeeld consultants kan niet meer.”

“Daarnaast wordt de besloten vennootschap - de bv - de standaardvennootschap. Het wordt veel laagdrempeliger gemaakt om zo'n bv op te richten, doordat het verplichte kapitaal wordt afgeschaft. Een financieel plan blijft uiteraard wel verplicht. Ik wil namelijk dat er zo veel mogelijk ondernemingen worden opgericht en dat ons land aantrekkelijker wordt voor bedrijven.”

U wilde ook het strafwetboek helemaal hervormen en alle strafmaten op de schop nemen? Komt daar nog iets van voor het einde van de rit?

“Het grote wetboek van strafrecht is klaar, maar de tijd is te kort om dat nog door te voeren. Als de regering niet gevallen zou zijn, zou het gelukt zijn.”

Zou u in een volgende regering graag opnieuw minister van Justitie worden?

“Ik heb geen specifiek verlangen, alles is wat mij betreft bespreekbaar.”

Dus u zegt ook niet nee?

“Ik ben wat dat betreft een redelijke boeddhist geworden.” ( lacht)