Bellen met Skype? Gerecht mag meeluisteren

op 04 maart 2019 10:00 De Standaard

Skype liet niet toe om verdachten in een drugszaak af te luisteren. Het is daarvoor definitief veroordeeld. Een opsteker voor speurders.

Net zoals u telefoneert via nieuwe kanalen als Whatsapp, Facebook of Skype, doen criminelen dat ook. Het leidt tot frustraties bij speurders in zaken van ­georganiseerde criminaliteit en terrorisme. Want meeluisteren met die gesprekken is vaak een werk van lange adem, bijvoorbeeld omdat er een verzoek tot rechtshulp moet worden verstuurd naar het land waar dat internetbedrijf zijn zetel heeft. Het is dikwijls maanden wachten op een resultaat - als er al iets komt - waarna de criminele vogels dikwijls al lang zijn gaan vliegen.

Maar recent, op 19 februari, sprak het Hof van Cassatie de definitieve veroordeling van Skype uit. Cassatie bevestigde een veroordeling die de leverancier van communicatiesoftware, eigendom van Microsoft, twee jaar geleden opliep bij het Antwerpse hof van beroep. Skype kreeg een boete van 300.000 euro omdat het zich niet hield aan de regels waaraan telecomproviders in ons land zich moeten houden in hun relatie tot het gerecht. Die komen er op neer dat ze positief moeten reageren als ze de vraag krijgen om inzage te geven in de gegevens van hun gebruikers en om mee te luisteren.

300.000 euro is peanuts voor een multinational als Microsoft. Het opmerkelijke van de veroordeling zat er vooral in dat iedereen die in ons land communicatie­middelen aanbiedt, zich moet schikken naar de regels. Niet alleen de traditionele spelers zoals Proximus en Telenet.

'Het is belangrijk dat Cassatie de veroordeling heeft bevestigd', zegt Robrecht De Keersmaecker, coördinator van het Nationaal Expertisenetwerk Cybercrime waarin politie en gerecht overleggen. 'Nu is het duidelijk: wie niet meewerkt met het gerecht, riskeert een strafvervolging. Het zou me niet verbazen dat er nog veroordelingen volgen, maar bij het openbaar ministerie zullen we in de eerste plaats via een onderhandeling met de providers tot een oplossing proberen te komen. In het verleden hebben we al samen gezeten met andere providers en dat kan vruchtbaar zijn. Indien nodig passen we zwaardere procedures toe.'

Ondoorzichtige auto

Een van de redenen die Skype aanhaalde om niet mee te werken met het gerecht, was dat het technisch onmogelijk zou zijn om de politie zomaar toegang te geven tot de communicatie. Dat argument gaat nu niet meer op. 'Als je hier communicatie aanbiedt, dan wordt er ook verondersteld dat je kunt meewerken met het gerecht', zegt De Keersmaecker. 'Desnoods moet je je technologie maar aanpassen. Vergelijk het met de auto-industrie: als er morgen een auto op de markt komt die compleet ondoorzichtig is, dan zal die ook niet door de keuring raken.'

Skype reageert ontgoocheld. 'Deze zaak doet vragen rijzen op het vlak van gegevensbescherming en respect voor internationale grenzen (de Europese zetel van Skype is in Luxemburg, red.)', laat zijn communicatiebureau via mail weten. 'Daarom hebben wij deze zaak voor de hoogste rechtsmacht in België gebracht. Wij begrijpen dat de politie in bepaalde ­omstandigheden toegang moet krijgen tot gegevens, maar wij denken dat de regels met betrekking tot grensoverschrijdende toegang tot gegevens in Europa bepaald zouden moeten worden in Europese wetgeving.'

Europese richtlijn

In het Europees Parlement ligt een voorstel op tafel dat de samenwerking tussen telecomaanbieders en nationale rechtbanken sterk kan versoepelen: de richtlijn rond 'e-evidence'. Ook Belgische speurders kijken ernaar uit. 'Een bedrijf kiest daarbij één Europees land waar het is gevestigd', verduidelijkt Frank Verbruggen, professor strafrecht (KU Leuven). 'Speurders kunnen daar dan aankloppen met een gestandaardiseerd document om informatie op te vragen of inzage te krijgen. Het voordeel is dat het omslachtige kanaal van de rechtshulp niet meer nodig is. De controle gebeurt door rechters. Dat zou een grote stap vooruit zijn. Als dit arrest van Cassatie een ding aantoont, dan is het vooral dat de huidige situatie onhoudbaar is.'

Nikolas Vanhecke