Benelux-Justitieministers verbeteren grensoverschrijdende informatie-uitwisseling rond pre-employment screening

op 06 juni 2019 15:58 Persberichten

De Luxemburgse minister van Justitie, Félix Braz, de Belgische minister van Justitie, Koen Geens en de Nederlandse minister voor Rechtsbescherming, Sander Dekker ondertekenden vandaag een Benelux-intentieverklaring om de informatie-uitwisseling rond pre-employment screening tussen de drie landen te verbeteren. De samenwerking tussen de betrokken diensten van de Benelux-landen wordt hierdoor versterkt.

Pre-employment screening

Op basis van Europese regelgeving wordt in verschillende Europese landen een vorm van screening op de justitiële achtergrond van potentiële werknemers toegepast, de zogenaamde ‘pre-employment screening’. De juridische kaders en methoden voor deze screening verschillen van land tot land. Om de mogelijkheid tot een ruimere informatie-uitwisseling met andere lidstaten voor screeningsdoeleinden te verkennen, werd een Benelux werkgroep ingesteld, waarbij ook Duitsland betrokken werd.

Op basis van de aanbevelingen van de werkgroep en doordat er tussen de Benelux-landen steeds meer grensoverschrijdende arbeid plaatsvindt, bestaat de verwachting dat er meer gebruik zal worden gemaakt van de screening op justitiële antecedenten uit de buurlanden.

Verbeteren informatie-uitwisseling

De ministers willen met deze verklaring twee hoofdoelen nastreven. Enerzijds ervoor zorgen dat de bestaande Europese mogelijkheden maximaal worden benut. Dit door een goede doorstroming van informatie via het ECRIS (Europees Strafregister Informatiesysteem)-netwerk te verzekeren, maar ook werkgevers en overheidsinstanties te sensibiliseren rond de mogelijkheden die bestaan om informatie te verkrijgen. Anderzijds de huidige praktijk over pre-employment screening rond werken met kinderen uitbreiden naar alle gevallen waarin deze informatie ook op nationaal niveau kan worden uitgewisseld.

Om dit praktisch vorm te geven gaan de drie landen hun goede praktijken uitwisselen, overleg organiseren tussen relevante actoren, werkbezoeken plannen aan elkaars betrokken diensten, cijfermatig inzicht verwerven en overleggen over de beste manier om werkgevers te sensibiliseren.

De ministers beklemtonen dat de EU-regelgeving en de door de EU aangereikte middelen de basis vormen van de samenwerking.