Toerekeningsvatbaarheid is geen zwart-witverhaal

op 18 juli 2019 10:04 De Standaard

Of iemand bij zijn volle verstand is, lijkt misschien een makkelijke vraag, maar die is allesbehalve makke­lijk te beantwoorden. Behalve in het recht, vooralsnog.

Brussel - 'De zwart-wit­opdeling van volledig wel of volledig niet toerekeningsvatbaar is moeilijk te hanteren.' Aan het woord is Kris Goethals (UZ Antwerpen/UAntwerpen). Als forensisch psychiater moet hij advies uitbrengen over de toerekeningsvatbaarheid van verdachten van misdrijven. Dat is nu een ja-neevraag voor de rechter: toerekeningsvatbaar of niet.

In de Kamercommissie Justitie brak SP.A-voorzitter John Crombez gisteren een lans voor 'graduele (on)toerekeningsvatbaarheid', met Nederland als voorbeeld. Daar vertrekt de wetgeving vanuit het idee dat een psychiatrische stoornis in meer of mindere mate kan doorwerken in het begaan van een misdaad.

'Ik denk dat er een tussencategorie moet zijn: ja, nee of gedeeltelijk', zegt Goethals. 'Om tot een oordeel te komen als deskundige, kijk ik onder meer naar de stoornis, het verband met het delict, het gevaar op recidive voor de maatschappij en de behandel­mogelijkheden. Dat levert vaak een genuanceerd beeld op.'

Zonde

Net als veel van zijn collega's is strafpleiter Frédéric Thiebaut, die onder meer in de zaak van Renaud Hardy pleitte, voorstander van meer nuance. 'Door het ontbreken van gradaties durft men vandaag de beslissing van ontoerekeningsvatbaar niet snel te nemen.'

'Het medische verhaal zou de basis moeten zijn van het juridische verhaal', zegt Thiebaut. 'Ik lees nu gedetailleerde en genuanceerde medische verslagen die juridisch uitmonden in een ja of een nee. Dat is zonde.'

Zowel Thiebaut als Goethals stipt een belangrijke consequentie aan van de gedeeltelijke ontoerekeningsvatbaarheid. 'Hierbij is een combinatievonnis mogelijk: voor het toerekeningsvatbare stuk spreekt men een celstraf uit, voor het ontoerekeningsvatbare stuk een behandeling.'

Psychiatrische expertise

'Alles hangt af van de psychiatrische expertise die moet worden georganiseerd rond toerekeningsvatbaarheid. Daar knelt het schoentje', zegt eremagistraat Henri Heimans, die zich inzet voor het lot van geïnterneerde personen in gevangenissen.

Er bestaat bijvoorbeeld nog altijd geen penitentiair forensisch observatiecentrum om vermoedelijke daders voor een langere periode te observeren. Er is ook een tekort aan forensische psychiaters en forensische psychologen.

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) staat niet afkerig tegenover een tussenniveau, maar uit zijn antwoord op Crombez' vraag bleek dat er nog geen wijziging in de pijplijn zit. Wel staat de opening van het Penitentiair Onderzoeks- en Klinisch Observatorium (Poko) gepland vanaf 2020 in de gevangenis van Sint-Gillis. Daar kunnen verdachten psychiatrisch worden geanalyseerd vooraleer ze veroordeeld, vrijgelaten of behandeld worden. (sco)